9
Elektrische installatie
Ontlading
9.3.2
9.3.3
84
Door de ruststroom, die sommige elektrische verbruikers permanent verbrui-
ken, wordt de woonruimteaccu ontladen.
Diepontlading is schadelijk voor de accu. Dit kan tot vervormingen, hitte-
ontwikkeling en schroeischade leiden.
Accu tijdig opladen.
Ook een vol geladen woonruimteaccu wordt door ruststroom (stille verbrui-
kers) diepontladen.
Bij lage buitentemperaturen verlaagt de beschikbare capaciteit.
De zelfontlading van de accu is eveneens afhankelijk van de temperatuur.
Bij 20 tot 25 °C bedraagt het zelfontladingspercentage ca. 3 % van de capa-
citeit/maand. Bij stijgende temperaturen neemt het zelfontladingspercentage
toe: Bij 35 °C bedraagt het zelfontladingspercentage ca. 20 % van de capa-
citeit/maand.
Een oude accu beschikt niet meer over de volle capaciteit.
Hoe meer elektrische verbruikers ingeschakeld zijn, des te sneller is de
energievoorraad van de woonruimteaccu verbruikt.
Verbruikers, zoals laadapparaat, zonneregelaar, paneel en dergelijke,
onttrekken stroom aan de accu, ook wanneer de hoofdschakelaar 12 V
op het paneel (Afb. 77,6) is uitgeschakeld. Daarom de accu-scheidings-
schakelaar (Afb. 76,11) aan het elektroblok op "Batterie Aus" (accu Uit)
zetten, als het voertuig langere tijd niet wordt gebruikt.
Accu's laden via 230-V-voorziening
Als het voertuig op de 230-V-voorziening is aangesloten, worden de woon-
ruimteaccu en de startaccu via de laadmodule in het elektroblok bijgeladen.
De startaccu wordt hierbij alleen met een druppellading geladen. De laad-
stroom wordt aan de laadtoestand van de accu aangepast. Daardoor is
overladen niet mogelijk.
Om de volle capaciteit van de laadmodule in het elektroblok te gebruiken,
dienen alle elektrische verbruikers tijdens het laden uitgeschakeld te wor-
den.
Accu's laden via voertuigmotor (dynamo)
Als de voertuigmotor draait, worden de woonruimteaccu en de startaccu
door de voertuigdynamo bijgeladen. Als de voertuigmotor is uitgeschakeld,
worden de accu's automatisch door een relais in het elektroblok van elkaar
gescheiden. Daardoor wordt voorkomen dat de startaccu door elektrische
verbruikers in de woonruimte wordt ontladen. Daardoor ontstaan er geen
problemen bij het starten van het voertuig. De laadtoestand van de woon-
ruimteaccu, resp. de startaccu kan op het paneel worden afgelezen.
3495617 - 02/23 - EHG-0012-05NL