Tips voor het registreren van hardlooptempo en -afstand
• Werk uw Forerunner watch-software bij
• Voltooi verschillende hardloopsessies buiten met GPS en uw connected accessoire uit de HRM-Pro serie. Het
is belangrijk dat uw outdoortempobereik overeenkomt met uw tempobereik op de loopband.
• Als er in uw hardloopsessie zand of diepe sneeuw voorkomt, gaat u naar de sensorinstellingen en schakelt u
Autom. kalibreren uit.
• Als u eerder een compatibele voetsensor hebt aangesloten met behulp van ANT+ technologie, stelt u de
status van de voetsensor in op Uit, of verwijdert u deze uit de lijst met aangesloten sensoren.
• Voltooi een hardloopsessie op de loopband met handmatige kalibratie
pagina 12).
• Als automatische en handmatige kalibraties niet nauwkeurig lijken, ga dan naar de sensorinstellingen en
selecteer HRM-tempo en afstand > Reset kalibratiegegevens.
OPMERKING: U kunt proberen Autom. kalibreren uit te schakelen en vervolgens handmatig opnieuw te
kalibreren
(De loopbandafstand kalibreren,
Hardloopvermogen
Garmin hardloopvermogen wordt berekend met behulp van meetgegevens over de hardloopdynamiek, het
gewicht van de gebruiker, omgevingsgegevens en andere sensorgegevens. De vermogensmeting is een
inschatting van de hoeveelheid vermogen die een hardloper op het wegdek toepast en wordt weergegeven
in watt. Het gebruik van het hardloopvermogen als inspanningsmeting kan voor sommige hardlopers beter zijn
dan het gebruik van tempo of hartslag. Het hardloopvermogen is mogelijk nauwkeuriger dan de hartslag voor
het bepalen van het inspanningsniveau. Er kan daarbij ook rekening worden gehouden met heuvelop of heuvelaf
lopen en met de wind. Bij een tempometing gebeurt dit niet. Ga voor meer informatie naar
/performance-data/running/.
Het hardloopvermogen kan worden gemeten met een compatibel accessoire voor hardloopdynamica of met
de watchsensoren. U kunt de gegevensvelden voor hardloopvermogen aanpassen om uw uitgangsvermogen
te bekijken en uw training aan te passen
instellen om een melding te krijgen wanneer u een bepaalde vermogenszone bereikt
pagina 109).
Hardloopvermogenszones zijn vergelijkbaar met fietsvermogenszones. De waarden voor de zones zijn
standaardwaarden op basis van geslacht, gewicht en gemiddelde vaardigheid en komen mogelijk niet overeen
met uw persoonlijke vaardigheden. U kunt uw zones handmatig aanpassen op de watch of via uw Garmin
Connect account
(Uw vermogenszones instellen,
Instellingen voor hardloopvermogen
Houd
ingedrukt en selecteer Activiteiten en apps. Selecteer vervolgens een hardloopactiviteit en de
activiteitinstellingen.
Status: Hiermee schakelt u het registreren Garmin van hardloopvermogensgegevens in of uit. U kunt deze
instelling gebruiken als u liever gebruik wilt maken van hardloopvermogensgegevens van derden.
Bron: Hiermee kunt u selecteren welk toestel u wilt gebruiken voor het registreren van
hardloopvermogensgegevens. Via de optie Smartmodus wordt het accessoire voor hardloopdynamica
automatisch gedetecteerd en gebruikt, indien beschikbaar. De watch gebruikt hardloopvermogensgegevens
aan de pols wanneer er geen accessoire is aangesloten.
Houd rekening met wind: Hiermee schakelt u het gebruik van windgegevens bij het berekenen van uw
hardloopvermogen in of uit. Windgegevens zijn een combinatie van de snelheid, koers en barometergegevens
van uw watch en de beschikbare windgegevens van uw smartphone.
Sensoren en accessoires
(Productupdates,
pagina 124).
pagina 12).
(Gegevensvelden,
pagina 129). U kunt vermogenswaarschuwingen
pagina 91).
(De loopbandafstand kalibreren,
www.garmin.com
(Activiteitswaarschuwingen,
81