Stelschroef 1 in richting A
draaien om de demping te ver-
stevigen.
Stelschroef 1 in richting B
draaien om de demping te ver-
lagen.
Basisinstelling stuurdem-
per
5 klikken geopend (vanuit
helemaal gesloten) (Rijden
op de openbare weg)
2 klikken geopend (vanuit
helemaal gesloten) (Circuit)
Remmen
Hoe wordt de kortst
mogelijke remweg
bereikt?
Bij een remactie wijzigt zich de
dynamische lastverdeling tussen
voor- en achterwiel. Hoe sterker
wordt afgeremd, hoe zwaarder
het voorwiel wordt belast. Hoe
hoger de belasting van het wiel,
hoe hoger de remkracht die kan
worden overgedragen.
Om de kortst mogelijke remweg
te bereiken, moet de voorrem
krachtig en progressief worden
bediend. Daardoor wordt de dy-
namische belastingverhoging op
het voorwiel optimaal benut. Te-
gelijkertijd moet ook de koppeling
worden bediend. Bij de vaak ge-
oefende "noodstop", waarbij de
remdruk zo snel mogelijk en met
alle kracht wordt opgewekt, kan
de dynamische aslastverdeling
de vertraging niet volgen en kan
de remkracht niet volledig op het
wegdek worden overgebracht.
Het voorwiel kan blokkeren.
Het blokkeren van het voorwiel
wordt door het BMW Motorrad
Race ABS verhinderd.
Pasafdalingen
Indien bij pasafdalingen uit-
sluitend achter wordt ge-
remd, bestaat het gevaar van
remkrachtverlies. Onder extreme
omstandigheden kan dit tot on-
herstelbare schade aan de rem-
men door oververhitting leiden.
Voor- en achterwielrem bedienen
en motorremwerking gebruiken.
Natte en verontreinigde
remmen
Vocht en vuil op de remschijven
leiden tot een vermindering van
de remwerking.
In de volgende situaties moet re-
kening worden gehouden met
een vertraagde of slechtere rem-
werking:
Bij het rijden in de regen en
door plassen.
Na een wasbeurt van de mo-
torfiets.
5
65
z