heidsredenen automatisch de
4
RAIN-modus 1 geactiveerd.
Rijmodus instellen (
46
De berijders-buddyseat aan-
brengen (
55).
Rem
Remhendel instellen
Als de stand van het rem-
vloeistofreservoir wordt ver-
anderd, kan er lucht in het rem-
z
systeem komen.
Zowel de stuurhendel als het
stuur niet verdraaien.
Het instellen van de rem-
hendel tijdens het rijden
kan tot ongevallen leiden.
De remhendel alleen instellen als
de motorfiets stilstaat.
43).
Stelschroef 1 iets indrukken
en vanaf de achterzijde in de
gewenste positie draaien.
De stelschroef kan gemak-
kelijker worden verdraaid,
wanneer daarbij de handremhen-
del naar voren wordt gedrukt.
Instelmogelijkheden:
van positie 1: grootste afstand
tussen stuurgreep en handrem-
hendel
tot positie 6: kleinste afstand
tussen stuurgreep en handrem-
hendel
Spiegels
Spiegel verstellen
Spiegel door verdraaien in de
gewenste positie brengen.
Veervoorspanning
Instelling
De veervoorspanning van het
voorwiel moet aan de terrein-
omstandigheden worden aange-
past. Oneffen terrein maakt een
hogere veervoorspanning nood-
zakelijk dan vlakker terrein.
De veervoorspanning van het
achterwiel moet aan de belading