positie 3 wordt de actuele instel-
4
ling weergegeven.
44
z
Bij ingebouwde codeerstekker
wordt in het selectiemenu bo-
vendien de rijmodus
aangeboden.
Codeerstekker aanbrengen
(
44).
De toets 1 zo vaak bedienen,
tot de selectiepijl zich voor de
gewenste instelling bevindt.
De SLICK-modus is bere-
kend op racebanden (slicks)
SLICK
4
en gaat uit van zeer goede wrij-
vingsweerstanden, die in de regel
alleen op een racecircuit aanwe-
zig zijn.
De SLICK-modus alleen op een
racecircuit en met racebanden
activeren.
Bij het selecteren van de
SLICK-modus: Beperkte ABS-
regeling voor het achterwiel in
acht nemen (zie het hoofdstuk
"Techniek in detail").
Als de motorfiets stilstaat wordt
de gekozen rijstand na circa
tien seconden geactiveerd.
De nieuwe rijmodus wordt tij-
dens het rijden geactiveerd, als
aan de volgende voorwaarden
is voldaan:
rem niet bediend
de gashendel volledig terugge-
draaid
koppeling bediend
Na de activering van de nieuwe
rijmodus wordt het selectie-
menu gesloten.
De ingestelde rijstand met de
betreffende aanpassingen van
de motorkarakteristiek, het ABS
en de DTC blijven ook na het
uitschakelen van het contact
behouden.
Codeerstekker
aanbrengen
Het contact uitschakelen.