Noodstopschakelaar
4
40
1
Noodstopschakelaar
z
Bediening van de nood-
stopschakelaar tijdens het
rijden kan een blokkerend ach-
terwiel en daardoor een val tot
gevolg hebben.
De noodstopschakelaar nooit tij-
dens het rijden bedienen.
Met behulp van de noodstop-
schakelaar kan de motor op een-
voudige wijze snel worden afge-
zet.
a
Motor uitgeschakeld
b
Bedrijfsstand
Handvatverwarming
met handvatverwarming
Handvatverwarming
bedienen
Motor starten.
De handvatverwarming is
alleen bij draaiende motor
mogelijk.
Het door de handgreep-
verwarming veroorzaakte
hogere stroomverbruik kan bij
ritten met lage toerentallen tot
ontlading van de accu leiden. Bij
een te lage accuspanning wordt
ter behoud van de startcapaci-
teit de handgreepverwarming
uitgeschakeld.
SU
Toets 1 zo vaak bedienen tot-
dat de gewenste verwarmings-
stand wordt weergegeven.