88
5.7.4
Instellen van de markeurlengte bij
de ED 902-K
De lengte-instelling kan alleen vanuit het midden
van de trekker worden uitgevoerd, hiervoor
-
klembouten losdraaien (Fig. 100/1)
-
markeurschijf (Fig. 100/2) uittrekken en door
verdraaien van de markeurschijf de
werkintensiteit aanpassen. Op lichte grond staan
de markeurschijven ongeveer evenwijdig aan de
rijrichting en zware grond staan ze meer op grip,
waardoor ze agressiever werken en een
duidelijk herkenbaar spoor achterlaten.
-
klembouten (Fig. 100/1) weer vast aandraaien.
-
Bij verandering van de werkbreedte (bijv.
18x45cm => 8,1m werkbreedte) moet het eind-
stuk (Fig. 100/3) door een korter stuk worden
vervangen.
5.7.5
Diepte-instelling van de markeurs
voor ED 302, ED 452, ED 452-K en
ED 602
-
Machine op een vlakke ondergrond wegzetten.
In werkstand brengen en de markeurs laten
zakken
-
De werkdiepte van de markeurschijven met de
kettingen (Fig. 101/1) op 60 tot 80 mm begren-
zen
-
De kettingen met een veerclip aan de markeu-
rarm borgen.
5.7.6
Diepte-instelling van de markeurs
voor de ED 602-K
-
De machine op een vlakke ondergrond wegzet-
ten, in werkstand brengen en de markeurs
uitklappen
-
De spanschroef (Fig. 102/1) aan de markeurarm
zo afstellen, dat de markeurschijven nog net de
grond raken
-
Spanschroef ca. een omwenteling inkorten, zo-
dat de markeur nog verder kan zakken (ca. 60
tot 80 mm).
-
Spanschroef met contramoer (Fig. 102/2)
borgen.
ED02 DB701 01.03
Fig. 100
Fig. 101
Fig. 102