68
5.3
Stand van de reduceerklep instellen
Met de stand van de reduceerklep (Fig. 69/1) wordt
de grootte van de doorstoomopening (Fig. 69/2
tussen het zaadbakje en het zaaihuis bepaald. De
vereiste stand van de reduceerklep vindt u in de ta-
bel (Fig. 70). Op de fabriek is de reduceerklep op
stand "2" ingesteld.
Stand van de reduceerklep
1
Voor alle gangbare
zaadsoorten bijv. maïs,
zonnebloemen,
Zaad-
bonen
sojabonen, katoen,
soort
erwten, sorgum,
brachiara en
watermeloen
Fig. 70
De reduceerklep is instelbaar van stand
1 - 5. Iedere stand is op de reduceerklep
(Fig. 69/3) ingegraveerd.
Is er desondanks nog zaad door het inspectieluikje
(Fig. 69/4 te zien, dan wordt het zaaihuis overmatig
gevuld. Hierdoor loopt het zaaihuis over en leidt tot
ongecontroleerd uitbrengen van het zaad.
Dit kan zich onder bepaalde omstandigheden voor
doen:
-
bij zaadsoorten die bijzonder goed door lopen
(zeer glad en regelmatig oppervlak).
-
bij het zaaien met de ED in combinatie met een
schudegge.
Loopt het zaad ondanks de zeer grote
doorlaatopening niet voldoende door,
dan de reduceerklep (Fig. 69/1) geheel
ED02 DB701 01.03
2
3
bieten
Fig. 69
In deze gevallen de opening naar het zaaihuis met
de reduceerklep (Fig. 69/1) als volgt verkleinen:
-
Aanzuigdeksel en zaaischijf verwijderen.
-
Boutjes (Fig. 69/5) losdraaien.
-
Doorlaatopening met de reduceerklep verklei-
nen.
-
Boutjes, waarmee de reduceerklep vast wordt
gezet, aandraaien.
-
Zaaischijf en aanzuigdeksel weer monteren.
naar boven zetten, tot alleen de omtrek van het
aluminium zaaihuis de doorlaatopening
begrenst.