5.6
Zaaiaggregaat-Contour instellen
5.6.1
Zaaidiepte
bij Contour-zaaiaggregaat instellen
Bij het Contour-zaaiaggregaat is de zaaidiepte tot 12
cm traploos in te stellen.
De cijfers (0 tot 100) op de schaalverdeling (Fig.
79/1) geven de betreffende zaaidiepte aan. De
ingestelde zaaidiepte wordt aan de afleeskant (Fig.
79/2) afgelezen.
De dieptegeleiding gebeurt met de voorlopende
aandrukrol (Fig. 79/6) en de beide nalopende V-
vormige drukrollen (als optie de 370 farmflexrol)
(Fig. 79/3). De zaaidiepte wordt met de instelspindel
(Fig. 79/5) als volgt ingesteld:
-
De geveerde beugel (Fig. 79/4), die voorkomt
dat de instelslinger meedraait, omhoog klappen.
-
Met de slinger (Fig. 79/5) de gewenste
zaaidiepte instellen.
-
De geveerde beugel (Fig. 79/4) naar beneden
drukken om de slinger te blokkeren.
-
Zaaidiepte controleren volgens hfdst.5.5.2.
De zaaidiepte op het veld instellen en
controleren!
Eerst met de machine in werkstand,
controleren of de deksels van de
zaadbakjes horizontaal staan, wanneer
de zaaikouters in de grond gaan.
Alleen met deze instelling gaat het zaai-
kouter in de voorgeschreven stand door
de grond en kan het zaad perfect en ge-
lijkmatig worden afgelegd.
Afwijkingen door het verstellen van de
lengte van de topstang corrigeren.
Fig. 79
75
ED02 DB701 01.03