102
5.9
Instellingen
aan de rijenkunstmeststrooier
5.9.1
Instellen van de kunstmestafgifte
Voor het instellen van de gewenste kunstmestafgifte
moeten 3 instellingen worden uitgevoerd:
-
Instelling van de stand van hendel op de
aandrijfkast
-
Stand van de doseerschuif
-
Stand van de bodemklep
5.9.1.1
Kunstmeststrooitabel
Het toerental van de doseeras en daarmee de
hoeveelheid te strooien kunstmest is met de
instelhendel (Fig. 116/6) van de aandrijfkast traploos
regelbaar.
Deze instelling met behulp van de kunstmest
strooitabel (Fig. 117) uitvoeren.
De in de kunstmeststrooitabel
aangegeven waarden gelden voor
werkbreedten van 3.0 m, 4.50 m en
6.0 m.
ED02 DB701 01.03
Fig. 116
De gegevens in de strooitabel zijn
slechts richtwaarden. Door verschillen
in korrelgrootte, korrelvorm en
stortgewicht kunnen afwijkingen
optreden. Een afdraaiproef is in ieder
geval te adviseren.