138
10.7
Hydraulisch aangedreven turbine
De hydr.aandrijving van de turbine op de trekker
aansluiten aan
-
een dubbelwerkend regelventiel of
-
een enkelwerkend regelventiel met een vrije
retour, die rechtstreeks op het oliereservoir is
aangesloten.
De maximale oliebehoefte van de hydromotor
bedraagt ongeveer 22 l /min.
Hydromotor (Fig. 168/1) op de ingaande as van de
turbineaandrijving monteren.
De hydraulische turbineaandrijving is
alleen geschikt voor trekkers met load-
sensing of een gescheiden hydraulisch
systeem. Alleen met deze trekkers kan
op de kopakker de machine met de
driepuntshefinrichting worden
opgeheven, zonder de
turbineaandrijving uit te schakelen.
Vacuüm
De hoogte van het vacuüm is afhankelijk van
-
het toerental waarmee de turbine wordt
aangedreven, dat met handwiel (Fig. 169/1) op
het drukregelventiel wordt ingesteld
-
de soort zaad en de gebruikte zaaischijven
-
het aantal zaaiaggregaten.
Voor het instellen van het vereiste vacuüm
-
alle zaadbakjes van de aggregaten met zaad
vullen
-
machine opheffen
-
turbine inschakelen
-
het loopwiel met de afdraaislinger zo lang
ronddraaien, tot alle noppen van de zaaischijven
met zaadkorrels zijn bezet.
ED02 DB701 01.03
Fig. 168
Op de ingaande as van het
tussendrijfwerk van de turbine moet de
standaard snaarschijf (voor
aftakasaandrijving met 1000 t/min.)
gemonteerd zijn.
Fig. 169