Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Controleer De Lekolie-Indicator (Optie: Vl3, Kl3 Met Drywell); Hulpaandrijving (Optie: Wx), Voorreductor (Optie: Wg), Vloeistofkoppeling; Afdichtingsloze Adapter Voor Verticale Reductoren (Optie: Safomi) - Nord Drivesystems B2050 Montagehandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Explosieveilige industriële reductors – Bedrijfs- en montagehandleiding
5.2.6.5

Controleer de lekolie-indicator (optie: VL3, KL3 met Drywell)

De lekolie-indicator maakt het mogelijk om een lekkage op te sporen voordat er olie uit de reductor
ontsnapt. De lekolie-indicator moet worden gecontroleerd met de in het onderhoudsschema
aangegeven intervallen.
1. Controleer of er olie zichtbaar is binnen of buiten de lekolie-indicator. Als er geen olie zichtbaar is, is
er geen verdere actie nodig.
2. Als er olie zichtbaar is in de lekolie-indicator, verwijder dan de dop van de lekolie-indicator en vang
de uittredende olie op in een geschikte container.
– Vaak is er slechts sprake van een kortstondige storing van het afdichtingssysteem, bijvoorbeeld
door kleine vuildeeltjes onder de afdichtingsrand, die tijdens het verdere gebruik weer worden
verwijderd. In dit geval is de hoeveelheid gelekte olie in het volgende interval kleiner, of er lekt
geen olie meer weg. Een reparatie is op dat moment niet nodig.
– Als er tijdens het volgende interval een grotere hoeveelheid olie is weggelekt, is er een
permanente fout in het afdichtingssysteem die moet worden gerepareerd. Neem in dat geval
contact op met de NORD-service.
5.2.6.6

Hulpaandrijving (optie: WX), voorreductor (optie: WG), vloeistofkoppeling

Hulpaandrijving (optie: WX)
Controleer het oliepeil van de hulpaandrijving volgens documentatie B1000.
Controleer tevens het oliepeil in de tussenflens. Het oliepeil kan direct via het kijkvenster worden
afgelezen. Het oliepeil is correct als de olie het midden van het oliekijkglas bereikt.
De positie van de hulpaandrijving vindt u op het ordergerelateerde maatblad.
Voorreductie (optie: WG)
Controleer het oliepeil van de hulpaandrijving volgens documentatie B1000.
De positie van de hulpaandrijving vindt u op het ordergerelateerde maatblad.
Vloeistofkoppeling
Controleer het oliepeil volgens de documentatie van de fabrikant van de koppeling.
5.2.6.7

Afdichtingsloze adapter voor verticale reductoren (optie: SAFOMI)

LET OP
Reductorschade door onvoldoende smering
De vorming van schuim kan een teken zijn van vervuiling van de olie, bijvoorbeeld door vreemde
vloeistoffen die zijn binnengedrongen. Vervuiling tast de smerende eigenschappen van de reductorolie
aan en kan schade aan de tandwielen tot gevolg hebben.
Controleer de transmissieolie op watergehalte en andere onzuiverheden.
Voer een olieverversing uit.
Onderzoek en verhelp de oorzaak van de vervuiling van de olie.
Bij deze optie is het reductorhuis voorzien van een 3D-oliekijkglas.
Controleer het oliepeil in de reductorbehuizing met het 3D-oliekijkglas. Het 3D-oliekijkglas moet altijd
volledig met olie gevuld zijn.
82
B 2050 nl-3023

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave