5 Inspectie en onderhoud
5.1 Inspectie- en onderhoudsintervallen
Inspectie- en
onderhoudsintervallen
Volgens opgave van de
fabrikant
Stilstand/opslag
> 3 maanden
Dagelijks
Eens per 100 bedrijfsuren,
maar minimaal eens per
week
Na 500 bedrijfsuren
Minimaal eens per maand
B 2050 nl-3023
Inspectie- en onderhoudswerkzaamheden
•
Optie PT100: Correcte werking en meetnauwkeurigheid
controleren, eventueel opnieuw kalibreren
•
Optie LC/LCX: Correcte werking en meetnauwkeurigheid
van de drukschakelaar controleren, evt. opnieuw kalibreren
•
Optie CS1-X: Olie/waterkoeler onderhouden
•
Optie CS2-X: Olie/luchtkoeler onderhouden
•
Optie DB: Droogfiltermedium vervangen
•
Koppelingen: In- en uitgangskoppelingen onderhouden
•
Controleer regelmatig de beschermende coating van de
ongelakte oppervlakken en laklagen.
•
Controleer de toestand van de olie
•
Controleer de afdichtingen
•
Visuele controle van de optische vervuilingsindicator
•
Olietemperatuur controleren
•
Oliedruk controleren
•
Loopgeluiden controleren op veranderingen
•
Visuele controle op lekkages
•
Reductor controleren op ongewone geluiden en/of vibraties
•
Optie VL3/KL3: Lekolie-indicator controleren
•
Koppeling controleren
– Controleer de vertandingsslijtage van de koppeling
•
Optie FAN-A, FAN-R: Controleer de luchtkoeler op
verontreinigingen en vuilafzettingen
•
Optie CS2-X: Controleer de warmtewisselaar op
verontreinigingen en vuilafzettingen
•
Afdekkappen en aanbouwadapters op vuil en vuilafzettingen
controleren
5 Inspectie en onderhoud
Informatie
zie hoofdstuk
Documentatie
van de fabrikant
3.2.2
5.2.9
4.9
4.4
5.2.2
5.2
5.2
5.2.6.5
3.14, 3.15
5.2.10
5.2.10
5.2.10
75