Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Explosieveilige industriële reductors – Bedrijfs- en montagehandleiding
Toestand van de motorreductor en de opslagruimte gedurende opslag voor lange termijn voor
de inbedrijfstelling:
Bewaar
de
reductor
temperatuurschommelingen.
Controleer of het afdichtkoord in de ontluchtingsschroef aanwezig is. Het mag niet worden verwijderd
tijdens opslag.
Bewaar de reductor in een droge ruimte. Bij een relatieve luchtvochtigheid van minder dan 60% kan
de reductor maximaal 2 jaar worden opgeslagen, bij een relatieve luchtvochtigheid van minder dan
50% tot 3 jaar.
Bescherm de reductor tegen beschadiging door insecten in tropische gebieden.
Aanbouwdelen van de reductor zoals motoren, remmen, koppelingen, riemaandrijvingen,
koelaggregaten moeten worden beschermd voor langdurige opslag in overeenstemming met hun
gebruiksaanwijzing.
Bij reductoren die gevuld zijn met VCI-concentraat voor langdurige opslag, moet het VCI-concentraat
uiterlijk na 2 jaar worden vernieuwd en door draaien van de aandrijfas in de olie worden verdeeld.
Naast de in 4 "Inbedrijfstelling"vermelde voorbereidingen zijn de volgende maatregelen vereist:
Controleer de reductor op uitwendige beschadigingen.
Na een opslagtijd van meer dan 2 jaar of bij opslagtemperaturen buiten het toegestane bereik van
-5°C tot +40°C vóór inbedrijfstelling het smeermiddel in de reductor verversen.
Als de reductor volledig gevuld is, moet het oliepeil overeenkomstig de bouwvorm worden verlaagd.
Raadpleeg de informatie op het typeplaatje voor de hoeveelheid en het type smeermiddel.
Bij reductoren zonder olievulling moet het oliepeil volgens hoofdstuk 5.2.6 "Oliepeil"bijgevuld en
gecontroleerd worden. Het VCI-concentraat kan in de transmissie blijven. Het VCI-concentraat kan
niet worden gemengd met smeermiddelen op basis van polyglycolen (PG-oliën). Bij gebruik van PG-
oliën moet het VCI-concentraat uit de reductor worden verwijderd. Gebruik met VCI-additief alleen
de soorten olie die op het typeplaatje staan vermeld en zijn goedgekeurd door Getriebebau
NORD(zie hoofdstuk 7.3.2 "Reductoroliën").
Bij de opties VL2/KL2 t/m VL6/KL6 moet het vetgesmeerde lager in de onderste uitgaande flens
worden nagesmeerd als de reductor langer dan 2 jaar in opslag is geweest. Al bij stilstandtijden van
meer dan 9 maanden wordt de gebruiksduur van het vet korter(zie hoofdstuk 5.2.16 "Smeer het lager
in de uitgaande flens na (optie: VL2/3/4/6, KL2/3/4/6)").
Reductoren met VCI-concentraatvulling voor langdurige opslag zijn volledig gesloten. Let erop dat
vóór ingebruikname van de motorreductor de ontluchting gemonteerd en eventueel ontgrendeld
wordt. De montagepositie is te zien op de opdrachtspecifieke maattekening.

3.3 Controle van de bouwvorm

De reductor mag alleen in de aangegeven bouwvorm worden gebruikt. De toegelaten bouwvorm wordt
op het typeplaatje aangegeven in veld IM. Reductoren die op de typeplaat in het veld IM de afkorting
UN vermelden, zijn bouwvormonafhankelijk. In het hoofdstuk 7.1 "Bouwvormen en installatiepositie"
worden de bouwvormen van de afzonderlijke reductortypen weergegeven. Als er in het veld IM een X
staat, moet de speciale documentatie waarvan het nummer in het veld S is ingevuld, in acht worden
genomen.
Zorg ervoor dat het uitvoering volgens het typeplaatje overeenkomt met de gemonteerde
installatiepositie en dat de installatiepositie niet verandert tijdens het gebruik.
Neem bij motorreductoren ook de gebruiksaanwijzing van de motor in acht.
34
bij
een
temperatuur
tussen
-5°C
en
+40°C
zonder
sterke
B 2050 nl-3023

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave