Legenda
1:
Gaffelkop met bout
2:
Schroefdraadbout
3:
Onderhoudsvrije scharnierkop
4:
Gaffelplaat met bout
5:
Onderlegring
Afbeelding 27: Toegelaten inbouwafwijkingen van de koppelsteun (optie D en ED) (Principeweergave)
De lengte van de koppelsteun (optie: D) kan binnen een bepaald bereik worden ingesteld.
1. Lijn de reductor horizontaal uit met de draadbouten en moeren van de koppelsteun. Borg de instelling
vervolgens met de contramoeren.
2. Borg de schroefverbindingen van de koppelsteun, bijv. met Loctite 242 of Loxeal 54-03. Draai de
schroefverbindingen vast met het juiste aanhaalmoment (zie hoofdstuk 7.4 "Aanhaalmomenten van
bouten"). Gebruik een geschikte onderlegring (ISO 7089) onder de schroefkop aan klantzijde.
De koppelsteun optie ED heeft een geïntegreerde elastisch element en kan niet in de lengte worden
ingesteld.
3.23 Aansluiting van de olieverwarming (optie: OH)
GEVAAR
Explosiegevaar
•
Olieverwarmingen (optie: OH) zijn alleen toegelaten voor de categorie 3D/3G.
•
De olieverwarming mag alleen in stilstand worden gebruikt.
•
Controleer
verwarmingsstaven volledig in het oliebad ondergedompeld zijn.
Bij levering van de reductor is de olieverwarming reeds gemonteerd. Volg de instructies van de fabrikant
voor de aansluiting van de olieverwarming op.
Informatie
Vermijd overmatige warmteafvoer
Het warmteverlies van de reductor is bijzonder groot op locaties met bijzonder lage
omgevingstemperaturen of sterke luchtbewegingen. Het kan nodig zijn om beschermende maatregelen
te nemen tegen overmatig warmteverlies van de reductor, vooral als het warmteverlies niet voldoende
wordt gecompenseerd door de olieverwarming.
B 2050 nl-3023
vóór
inschakeling
van
3 Vervoer, opslag, montage
de
verwarmingselementen
dat
de
59