4.3.4
De Qc2103™ instellen
4.3.4.1
Drukknop- en LED-functies
De volgende drukknoppen worden gebruikt op de
Qc2103™:
11
12 13
14 15
1
2
3 4
5 6
7
1
START: Hiermee kan de motor
worden gestart (manuele
bedrijfsmodus).
2
STOP: Hiermee kan de motor
worden gestopt (manuele
bedrijfsmodus).
MB SLUITEN: Hiermee wordt de
3
netonderbrekerschakelaar van de
generator manueel gesloten (alleen
in de manuele bedrijfsmodus).
4
5
6
7
8
9
10
8
9
MB OPENEN: Hiermee wordt de
netonderbrekerschakelaar van de
generator manueel geopend (alleen
in de manuele bedrijfsmodus).
GB SLUITEN: Hiermee wordt de
stroomonderbreker van de
generator manueel gesloten (alleen
in de manuele bedrijfsmodus).
GB OPENEN: Hiermee wordt de
stroomonderbreker van de
generator manueel geopend (alleen
in de manuele bedrijfsmodus).
AUTO: Hiermee wordt de
generator in de automatische
bedrijfsmodus gezet.
TEST: Hiermee wordt de
generator in de testmodus gezet.
LAMPTEST: Hiermee wordt een
lamptest uitgevoerd.
- 42 -
10
MAN: Hiermee wordt de generator
in de modus MANUEEL/
BLOKKEREN gezet.
Druk een keer op MAN om de
manuele modus te activeren en
twee keer om de blokkeermodus te
activeren.
11
CLAXON RESETTEN: Hiermee
wordt het claxonrelais gereset.
Houd de knop CLAXON
RESETTEN 2 seconden ingedrukt
om de alarmlijst te openen.
12
UP: Wordt gebruikt om naar boven
te scrollen door de informatie op
het display en om de waarde van
parameters te verhogen.
13
DOWN: Wordt gebruikt om naar
beneden te scrollen door de
informatie op het display en om de
waarde van parameters te verlagen.
14
ENTER: Hiermee worden menu's
geopend, waarden ingevoerd en
alarmen bevestigd.
15
TERUG: Hiermee worden menu's
verlaten zonder wijzigingen en
worden pop-upberichten
verwijderd.