Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Bedieningshandleiding voor
wisselstroomgeneratoren
Nederlands
QAS 30 Kd S5 ESF
QAS 45 Kd S5 ESF
Instruction Manual
V2403-CR-TE5BG2
V3800-CR-TE5BG2

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Atlas Copco QAS 30 Kd S5 ESF

  • Pagina 1 Instruction Manual Bedieningshandleiding voor wisselstroomgeneratoren Nederlands QAS 30 Kd S5 ESF V2403-CR-TE5BG2 QAS 45 Kd S5 ESF V3800-CR-TE5BG2...
  • Pagina 3 QAS 30 Kd S5 ESF QAS 45 Kd S5 ESF Bedieningshandleiding voor wisselstroomgeneratoren Bedieningshandleiding...................5 Elektrische schema’s..................125 Vertaling van de originele instructies Gedrukt materiaal nummer 2960 6570 11 ATLAS COPCO – POWER AND FLOW DIVISION www.atlascopco.com 06/2022...
  • Pagina 4 Het verwaarlozen van het onderhoud of het aanbrengen van wijzigingen aan de set-up van de machine kan resulteren in ernstige gevaren, waaronder het risico op brand. Hoewel deze handleiding met de grootste zorg werd opgesteld en gecontroleerd, is Atlas Copco niet aansprakelijk voor mogelijke fouten.
  • Pagina 5: Inhoudsopgave

    Hoewel deze handleiding met de grootste zorg werd opgesteld en gecontroleerd, is Atlas Copco niet aansprakelijk voor mogelijke fouten. Atlas Copco behoudt zich het recht voor om wijzigingen aan te brengen zonder voorafgaand bericht.
  • Pagina 6 Opbergen van de generator ..90 5.1.2 Gebruik van servicepakketten....43 5.5.4 Verversing van de motorolie en vervanging van de oliefilter ....53 Lage belastingen voorkomen ..44 Opbergen ..........90 5.5.5 Controle van de koelvloeistof .....54 5.2.1 Algemeen...........44 Opnieuw gebruiksklaar maken Afstellingen en 5.2.2 Risico's van gebruik met lage na een opberging ......90...
  • Pagina 7 9.2.12 Aardlekrelais type B ......98 10.4 Identificatieplaatje......113 9.2.13 Fleetlink CoreBox.......99 10.5 Kritische boutverbindingen – aanspanmomenten ......114 9.2.14 Fleetlink SmartBox......99 10.5.1 Toepassingen QAS 30 S5....114 9.2.15 Automatische brandstofoverbrenging .......99 10.5.2 Toepassingen QAS 45 S5....116 9.2.16 Weektimer..........99 10.5.3 Standaard aanhaalmomenten..117 9.2.17 AMF-relais..........99 10.6 Dimensietekeningen ......118 Overzicht van de...
  • Pagina 8: Veiligheidsvoorschriften Voor Mobiele Generatoren

    Atlas Copco apparatuur gebruik maken van de verwachte bruikbare levensduur, uitgaande van de erkende regels der techniek en rekening houden met veiligheidsvoorschriften.
  • Pagina 9: Algemene Veiligheidsvoorschriften

    Algemene De fabrikant is ook niet aansprakelijk voor schade die is om een toename van de bedrijfstemperatuur te voor- ontstaan door het gebruik van niet-originele onderdelen komen. Zie het onderhoudsschema. veiligheidsvoorschriften en voor wijzigingen, toevoegingen of veranderingen die Alle regeluitrustingen en beveiligingen moeten zijn aangebracht zonder de voorafgaande schriftelijke De eigenaar is ervoor verantwoordelijk dat de zorgvuldig worden onderhouden zodat ze goed...
  • Pagina 10: Veiligheid Tijdens Transport En Installatie

    Veiligheid tijdens transport en 16a Mobiele generatoren (met aardingspen): zet de parkeerrem los. Zorg ervoor dat de generator en de belasting goed installatie Gebruik altijd een sleepvoertuig met voldoende worden geaard. trek- en remcapaciteit. Raadpleeg de handleiding Voordat een machine wordt opgehesen, moeten alle losse van het sleepvoertuig.
  • Pagina 11: Veiligheid Tijdens Gebruik En Bediening

    Raadpleeg Atlas Copco wanneer de ondergrond niet Vul nooit brandstof bij terwijl de machine draait, vlak is of een afwijkende hellingshoek heeft. tenzij dit anders is vermeld in het Atlas Copco Instructieboek (AIB). Houd de brandstof verwijderd 14 De elektrische aansluitingen moeten voldoen aan de van warme delen, zoals luchtuitlaatpijpen of de uit- plaatselijke normen.
  • Pagina 12 stof of reinigingsmiddel in of rond de machine ach- - boven 95 dB(A): de waarschuwing(en) aan de gasstroom op mensen. Gebruik het nooit om vuil terblijft. ingang(en) moet(en) worden aangevuld met de van uw kleren te blazen. aanbevelingen dat ook toevallige bezoekers Alle deuren moeten tijdens de werking gesloten 14 Bij het wassen van onderdelen in of met een reini- gehoorbeschermers moeten dragen,...
  • Pagina 13: Veiligheid Tijdens Onderhoud En Reparaties

    Onderdelen mogen alleen worden vervangen door 23 Controleer regelmatig de elektrische kabels. originele onderdelen van Atlas Copco. Beschadigde kabels of onvoldoende vastgemaakte aansluitingen kunnen elektrische schokken veroor- Alle werkzaamheden behalve oppervlakkige con- zaken.
  • Pagina 14 Zorg dat er nooit gereedschappen, losse onderdelen 13 Gebruik uitsluitend door Atlas Copco of de machi- 18 Registreer voor alle machines alle onderhouds- en of vodden in of op de machine blijven liggen. Laat nefabrikant aanbevolen of goedgekeurde oliën en reparatiewerkzaamheden in een logboek.
  • Pagina 15: Veiligheid Bij Het Gebruik Van Gereedschappen

    Veiligheid bij het gebruik van Speciale gereedschappen veiligheidsvoorschriften Gebruik voor elk werk het gepaste gereedschap. Onge- Bij het verrichten van werkzaamheden aan batterijen vallen worden voorkomen door kennis betreffende het dient u altijd beschermende kleding en een veiligheids- juiste gebruik van gereedschappen en de grenzen van bril te dragen.
  • Pagina 16: Belangrijkste Onderdelen

    Belangrijkste onderdelen Algemene beschrijving De QAS 30 en QAS 45 wisselstroomgeneratoren worden gebruikt op plaatsen waar geen elektriciteit voorhanden is of als noodaggregaat in geval de netspanning uitvalt. De generatoren werken op 50 Hz, 230 V in lijn-tot-nulleider-modus en 400 V in lijn-tot-lijn-modus. De QAS 30 en QAS 45 generatoren worden aangedreven door een vloeistofgekoelde dieselmotor, gebouwd door KUBOTA.
  • Pagina 17 Alternator Luchtfilter Koppeling Aftapslang motorolie Aftapslang koelmiddel Aftap -en toegangsopening Brandstofafvoerkraan Motor Ventilator Vuldop motorolie Vuldop koelmiddel Brandstoffilter Batterij Oliefilter Oliepeilstok motor Nabehandeling Vacuümverklikker - 17 -...
  • Pagina 18: Pictogrammen

    Pictogrammen Waarschuwt dat de geleidingsstangen niet mogen worden gebruikt om de Duidt de batterijschakelaar aan. De pictogrammen bevatten instructies en informatie. generator op te tillen. Gebruik Ze waarschuwen ook voor gevaren. Gemakshalve en daarvoor steeds de hefstang in het dak voor de veiligheid moeten alle pictogrammen lees- Geeft aan dat de eenheid van de generator.
  • Pagina 19 Europese ULSD-brandstof met een zwavelgehalte van 0,0010 procent (10ppm (mg/kg)) is reglementair verplicht voor gebruik in motoren die gecertificeerd zijn voor Europese, niet voor weggebruik bestemde fase V en nieuwere normen en die zijn uitgerust met uitlaatnabehandelingssyste men. - 19 -...
  • Pagina 20: Mechanische Kenmerken

    Mechanische kenmerken 2.3.4 Carrosserie 2.3.7 Aftappluggen en vuldoppen De mechanische kenmerken beschreven in dit hoofd- stuk worden standaard geleverd op deze generator. De alternator, de motor, het koelsysteem, enz. zijn in- De aftapopeningen voor motorolie en koelvloeistof, Voor alle andere mechanische kenmerken, zie "Over- gebouwd in een geluiddempende carrosserie voorzien alsook de brandstofplug bevinden zich in het onder- zicht van de mechanische opties"...
  • Pagina 21: Motornabehandeling

    kende vloeistof verwijdert, volg dan alle relevante plaatselijke voorschriften. 2.3.9 Motornabehandeling Het uitlaatnabehandelingssysteem wordt onmiddel- lijk na het starten van de motor geactiveerd en blijft werken zolang de motor draait. Het zorgt ervoor dat de vervuilende emissies in de uitlaatgassen worden teruggebracht tot de grenswaarden die in de emis- sienorm zijn vastgelegd.
  • Pagina 22: Stromingsschema Motornabehandeling

    2.3.9.2 Stromingsschema motornabehandeling Op de afbeelding is een overzicht te zien van de onderdelen van het uitlaatnabehandelingssysteem. Motortoerental EGR-klephoek Pos. versneller Pos. EGR-pomp Injectiepatroon Injectiehoeveelheid Injectiepatroon Bediening Bediening DPF- Injectiedruk inlaatsmoorklep regeneratie Atmosf. druk Brandstoftempera- EGR-klep tuur Inlaatsmoorklep P Intercooler CGR-koeler Sensor drukverschil DOC + DPF...
  • Pagina 23: Elektrische Kenmerken

    Elektrische kenmerken S3 ..Noodstopknop Om de procedure voor regeneratie met onbe- laste alternator uit te voeren, zie “Schakelaar Druk de knop in om de generator in geval De elektrische kenmerken beschreven in dit hoofd- voor regeneratie met onbelaste alternator” van nood te stoppen.
  • Pagina 24: Uitgangsklemmenbord

    lijks worden getest (door een druk op de test- 2.4.3 Uitgangsklemmenbord toets T). De kast bevat een klemmenbord voor een gemakkelij- kere aansluiting van kabels. Het bevindt zich onder S22 ..Blokkeerschakelaar voor beveiliging tegen het bedienings- en controlepaneel. aardsluiting (N22) Deze schakelaar bevindt zich in de kast en is aangeduid met IN.
  • Pagina 25: Installatie En Aansluiting

    Installatie en aansluiting Hijsen Installatie Teneinde de generator met een vorkheftruck te kun- nen optillen, zijn er in het onderstel rechthoekige Het hijsoog om de generator op te heffen met een hijs- sleuven voorzien. 3.2.1 Installatie binnen toestel is in de carrosserie geïntegreerd en gemakke- lijk bereikbaar langs buiten.
  • Pagina 26: Aansluiten Van De Generator

    De blanke geleidende geluidsversterkers en liften. delen van het elektrische systeem Neem contact op met Atlas Copco voor de te nemen Kabel Max. stroom (A) moeten direct verbonden worden (mm²) Meeraderig Eénaderig...
  • Pagina 27: Aansluiten Van De Belasting

    De minimaal toelaatbare kabeldoorsnede en de over- 3.3.3 Aansluiten van de belasting – Verbind de draden met de juiste klemmen (L1, L2, eenkomstige maximale lengte van kabels en leidingen L3, N en PE) van X1 en draai de bouten vast. 3.3.3.1 Lokaal stroomverdeelbord voor meeraderige kabels of kabels van het type H07...
  • Pagina 28: Bedieningsinstructies

    Bedieningsinstructies Vóór het starten – Controleer of de beveiliging tegen aardsluiting (N22) niet geactiveerd werd (resetten indien no- – Als de generator waterpas staat, controleer het dig). Volg steeds nauwgezet de toepasse- motoroliepeil en vul bij indien nodig. Het oliepeil lijke veiligheidsinstructies, in uw moet in de buurt komen van het max.
  • Pagina 29: De Qc1212™ Bedienen En Instellen

    De Qc1212™ bedienen en Om de eenheid op afstand te starten, gaat u als volgt 4.2.2 Tijdens de werking te werk: instellen Voer regelmatig de volgende controles uit: 1. Plaats de aan/uit-schakelaar S10 in de stand 1. – Controleer op de controller of alle displaywaarden 4.2.1 Starten normaal zijn.
  • Pagina 30: Stoppen

    4.2.4 Qc1212 beschrijving stuurmodule Vermijd langdurig werken op lage AUTO: Hiermee zet u de stuurmo- belasting (<30%). Dit kan leiden tot dule in de automatische modus. De Qc1212-stuurmodule is geïntegreerd in het bedie- vermogensverlies of hoger oliever- ningspaneel. De Qc1212 voert alle nodige taken uit bruik van de motor.
  • Pagina 31 4.2.4.3 Menuoverzicht Qc1212 Generator be- Deze led duidt aan dat de DOWN: Hiermee kunt u naar het schikbaar generatorset binnen de limieten item eronder scrollen. Verlaagt de Statuspagina ligt en belasting kan opnemen. waarde van de geselecteerde Door de ge- –...
  • Pagina 32 Instrumentpagina’s Als er bij het openen van een instrumentpagina geen – Brandstofdruk motor* (bar/psi/kpa) knoppen worden ingedrukt, worden de instrumenten U kunt scrollen om de verschillende pagina's met in- – Brandstofverbruik motor* automatisch weergegeven. formatie weer te geven door herhaaldelijk op de –...
  • Pagina 33 Indien verbonden met een correct geconfigureer- Pagina seriële poort Gebeurtenissenlog de en compatibele ECU. Dit deel is inbegrepen om informatie te geven over de De Qc1212 module houdt een logboek bij van vorige momenteel geselecteerde seriële poort en de externe alarmen en/of geselecteerde statuswijzigingen.
  • Pagina 34 4.2.4.4 Planner AUTO-modus De Qc1212 bevat een planner waarmee u de genera- – De geplande werking draait ALLEEN als de mo- dule zich in de AUTO-modus bevindt zonder uit- torset automatisch kunt laten starten en stoppen. schakelalarm of elektrisch onderbrekingsalarm. U kunt tot 16 geplande start/stopsequenties configu- –...
  • Pagina 35: De Qc2212™ Bedienen En Instellen

    De Qc2212™ bedienen en TEST: Hiermee zet u de UP: Hiermee kunt u naar het item instellen stuurmodule in de Test-modus. erboven scrollen. Verhoogt de Hiermee kan een belaste test van de waarde van de geselecteerde generatorset worden uitgevoerd. instelling in het bewerkmenu. 4.3.1 Qc2212 beschrijving stuurmodule AUTO: Hiermee zet u de...
  • Pagina 36 4.3.1.2 Led’s Qc2212 4.3.1.3 Menuoverzicht Qc2212 Instrumentpagina’s U kunt scrollen om de verschillende pagina's met in- Statuspagina formatie weer te geven door herhaaldelijk op de Dit is de startpagina, de pagina die wordt weergege- knoppen NEXT / PREVIOUS PAGE te drukken. Qc2212 ven wanneer geen andere pagina is geselecteerd en de Voorbeeld:...
  • Pagina 37: Applicatieversie

    Als er bij het openen van een instrumentpagina geen – Brandstofverbruik* Netpagina knoppen worden ingedrukt, worden de instrumenten – Gebruikte brandstof* Bevat elektrische waarden van de netstroom (stroom- automatisch weergegeven. voorziening), gemeten of afgeleid van de netspan- – Hulpsensoren (indien geplaatst en geconfigu- nings- en netstroomingangen van de module (indien Om handmatig door alle instrumenten op de momen- reerd)
  • Pagina 38 CAN-foutberichten Druk op DOWN om het volgende, meest recente uit- AUTO-modus schakelalarm te bekijken. Houd DOWN ingedrukt om Indien aangesloten op een geschikte CAN-engine – De geplande werking draait ALLEEN als de mo- de vorige alarmen na elkaar weer te geven. Vervol- geeft de controller alarmstatusmeldingen van de ECU dule zich in de AUTO-modus bevindt zonder uit- gens wordt het meest recente alarm weergegeven en...
  • Pagina 39: Onderhoud

    2912 6404 06 Voor de belangrijkste ondergehelen heeft Atlas Copco een aantal servicekits samengesteld die alle slijtdelen bevatten. Deze servicekits bieden het voordeel van originele onderdelen, verlagen de administratiekosten en worden u aangeboden aan een verlaagde prijs tegenover de onderdelen apart. Raadpleeg de onderdelenlijst voor meer informatie over de inhoud van de servicekits.
  • Pagina 40 Dage- 50 uur na Om de Om de Om de Om de Om de Jaar- Elke 2 Onderhoudsschema lijks eerste start 500 uur 1000 uur 1500 uur 2000 uur 3000 uur lijks jaar Servicepakket 2912 6403 05 2912 6404 06 Vervang (secundaire) brandstoffilter(s) (5) Ventilator-/alternatorriem inspecteren/aanpassen Vervang ventilator-/alternatorriem...
  • Pagina 41 Controleer motorbeveiligingen Startmotor inspecteren Inspecteer turbocompressor Inspecteer waterpomp Laadalternator inspecteren Inspectie door Atlas Copco onderhoudstechnicus Controleer/vervang de roetfilter (DPF) Controleer EGR-systeem Generatoren in stand-bytoepassingen moeten regelmatig worden getest. De motor moet minstens één keer per maand gedurende één uur draaien. Indien mogelijk moet een hoge belasting (> 30%) worden toegepast, zodat de motor zijn bedrijfstemperatuur bereikt.
  • Pagina 42 50 km na eerste Onderhoudsschema Dagelijks Om de 500 uur Om de 1000 uur Om de 2000 uur Jaarlijks start Controleer de bandenspanning Banden controleren op ongelijke slijtage Aanspanmoment van de wielmoeren controleren Controleer koppeling Controleer hoogte van aanpassingsinstallatie Controleer veeractuator van trekstanghandremhendel, omkeerhendel, verbinding en ga na of alle beweegbare onderdelen makkelijk bewegen Koppeling en sleepstanglagers aan de behuizing van de...
  • Pagina 43: Gebruik Van Onderhoudsschema

    2913 0028 00: refractometer De bestelnummers van de servicepakketten staan ver- • 2913 0029 00: pH-meter meld in de onderdelenlijst van Atlas Copco (ASL). U (8) Zie paragraaf "Vóór het starten". kunt servicepakketten bestellen bij uw plaatselijke Atlas Copco dealer.
  • Pagina 44: Lage Belastingen Voorkomen

    Beperk het gebruik op lage belasting tot het mini- Neem voor informatie contact op met uw Atlas Copco mum. Dit doet u door de juiste generator te kiezen Service Center.
  • Pagina 45: Emissiesysteem

    Emissiesysteem 5.3.3 DPF-regeneratie 5.3.4 Waarschuwingssignaal storing emissiesysteem – De DPF is ontworpen om ingesloten deeltjes auto- 5.3.1 As verwijderen matisch te verbranden (DPF-regeneratie). Afhan- Het waarschuwingssignaal van de motor voor emis- kelijk van de gebruikssituatie kan de regeneratie siestoringen moet oplichten. Dit signaal mag niet het- Hoe langer de DPF draait, hoe meer as (verbrande res- echter mislukken en kunnen deze deeltjes zich op- ten) er in de filter wordt verzameld.
  • Pagina 46: Waarschuwingsindicator

    PCD / NCD Bewakingstype Onderdeel Stimulans P-code Het DPF-systeem verwijderen P1A28 3936 Functieverlies DPF-systeem DPF-systeem Niet van toepassing P3015 3936 Storingen in het PCD-systeem P2455 3251 Het EGR-systeem verwijderen EGR-systeem U0076 523578 Van toepassing MAF-sensor verwijderen MAF-systeem P0102 Het systeem heeft een strategie om de operator te stimuleren om te voldoen aan de emissievoorschriften van fase V van de EU.
  • Pagina 47: Stimulans Voor Emissiestoring

    5.3.6 Stimulans voor emissiestoring 5.3.7 Schakelaar voor regeneratie met Deactiveert de uitschakelfunctie voor ni- veaus 3 en 4 en maakt het mogelijk de ge- onbelaste alternator Het systeem heeft een tweefasige stimulansstrategie nerator te starten voor regeneratie met voor de operator, die in werking wordt gesteld bij een onbelaste alternator.
  • Pagina 48 Regeneratieniveau 3 bereikt: Start de motor opnieuw. Zodra de pictogrammen verdwijnen, Als de generatorset regeneratieniveau 3 bereikt, stopt zet u de schakelaar voor regeneratie – Druk op de knop "manuele mo- hij na 20 seconden. met onbelaste alternator in de stand dus".
  • Pagina 49: Onderhoudsprocedures Voor De Alternator

    Onderhoudsprocedures voor de alternator 5.4.1 Meten van de isolatieweerstand van de alternator Om de isolatieweerstand van de alternator te meten heeft men een 500 V weerstandsmeter nodig. Indien de N-klem met het aardingssysteem verbonden is, moet ze van de aardklem losgekoppeld worden. Koppel de AVR los.
  • Pagina 50: Onderhoudsprocedures Voor De Motor

    Onderhoudsprocedures voor de motor Raadpleeg de bedieningshandleiding van de motor voor een volledig onderhoudsschema. 5.5.1 QAS 30 S5 identificatie van motoronderdelen EGR-pijp Sensor drukverschil EGR-klep Boostsensor Smoorklep inlaatlucht Toevoerpomp Olievulplug Motorhaak Rail Koelventilator Ventilatorriem Riemschijf ventilatoraandrijving Oliefilterpatroon Olieaftapplug Oliepeilmeter Inlaatspruitstuk Olieafscheider Alternator Uitlaatspruitstuk...
  • Pagina 51: Qas 45 S5 Identificatie Van Motoronderdelen

    5.5.2 QAS 45 S5 identificatie van motoronderdelen Temperatuursensor Sensor drukverschil EGR-pijp EGR-klep Smoorklep inlaatlucht Verwarming inlaatlucht Inlaatspruitstuk Olievulplug Koelventilator Ventilatorriem Toevoerpomp Riemschijf ventilatoraandrijving Olieaftapplug Oliepeilmeter Oliefilterpatroon Aftapplug koelvloeistof Rail Brandstoffilterpatroon Alternator Motorhaak Turbocompressor Uitlaatspruitstuk Dieselroetfilter (DPF) Vliegwiel EGR koeler Starter Carter PCV-klep (positieve carterventilatie) * De motorregeleenheid (ECU) is niet aangesloten op de motor in bovenstaande figuur...
  • Pagina 52: Controle Van Het Motoroliepeil

    5.5.3 Controle van het motoroliepeil Raadpleeg de bedieningshandleiding van de motor voor meer gedetailleerde instructies. Raadpleeg de handleiding van de motor voor de oliespecificaties, de viscositeitsaanbevelingen en de olieverversingsbeurten. Voor de intervallen, zie ook hoofdstuk “Onderhoudsschema” op pagina 39. QAS 30 S5 1.
  • Pagina 53: Verversing Van De Motorolie En

    5.5.4 Verversing van de motorolie en 5.5.4.1 Motorolie verversen 1. Als de motor koud is, start de motor en laat hem een tijdje draaien om op te warmen. vervanging van de oliefilter De olie moet worden ververst terwijl de motor warm is. 2.
  • Pagina 54: Vervang De Oliefilter

    5.5.4.2 Vervang de oliefilter handen aan. Als u de sleutel gebruikt om aan te ha- 5.5.5 Controle van de koelvloeistof len, kunt u het patroon te vast schroeven. Verwijder de vuldop van het koelsy- Het filteren van de motorolie is cru- steem nooit terwijl de koelvloeistof 5.
  • Pagina 55: Aanvullen Van De Koelvloeistof

    – Een refractometer met onderdeelnummer 2913 0028 00 kan bij Atlas Copco besteld worden. 2. De radiator is voorzien van een opvangreservoir (3); controleer het koelvloeistofpeil in het op- Bij mengsels van verschillende koel- vangreservoir.
  • Pagina 56: Verversen Van De Koelvloeistof

    2. Gebruikte spoelvloeistof moet in overeenstem- ming met de regelgeving en de plaatselijke voor- schriften verwijderd of gerecycleerd worden. 1. Raadpleeg het Atlas Copco Instructieboek voor de benodigde hoeveelheid PARCOOL EG en vul bij via de vulopening (2). 2. Vul het koelsysteem met PARCOOL EG, niet sneller dan 19 l/min, om luchtbellen te voorko- men.
  • Pagina 57 5. Laat de motor ongeveer 1 minuut onbelast draaien tot alle lucht uit de holtes van het motorblok is verdwenen. 6. Leg de motor stil. 7. Hercontroleer het koelvloeistofpeil en vul bij in- dien nodig. 8. Controleer de afdichting van de radiatordop (1) op schade en vervang deze indien nodig.
  • Pagina 58: Afstellingen En Onderhoudsprocedures

    Afstellingen en 5.6.2 Reiniging brandstoftank Voorkom schade aan de koelers: de onderhoudsprocedures hoek tussen de straal en de koelers moet ongeveer 90° bedragen. 5.6.1 Reiniging koeler Bescherm de elektrische uitrusting en de besturingselementen, luchtfil- ters, enz. tegen insijpelend vocht. Reinig de alternator nooit met stoom.
  • Pagina 59: Onderhoud Van De Batterijen

    5.6.3 Onderhoud van de batterijen 5. Schud de batterij enkele keren om de luchtbellen Als een batterij gedurende lange tijd nooit suppletie- te verwijderen. Wacht een 10-tal minuten en con- water nodig heeft, kan dat wijzen op onderlading van Lees de betreffende veiligheidsvoor- troleer nogmaals het peil in elke cel.
  • Pagina 60: Luchtfilter Motor Onderhouden

    – Selecteer het servicepunt altijd volgens de vacuü- mindicator of de melding op het display. 2. Neem het primaire element (4) uit zijn behuizing – Atlas Copco raadt aan om het filterelement altijd te (5). vervangen in plaats van te reinigen om schade te •...
  • Pagina 61: De Spanning Van De Ventilatorriem Afstellen

    30 psi). 5.6.5 De spanning van de ventilatorriem 4. Oefen een matige duimdruk uit op de riem tussen Zorg voor een redelijke afstand tussen het de riemschijven in het midden van de overspan- afstellen mondstuk en de filter. ning. 5.6.5.1 Controleer de ventilatorriem •...
  • Pagina 62: Brandstoffilter En Waterafscheider

    5.6.6.2 Waterafscheider aftappen Breng alle eventueel verwijderde Water en vuil in de brandstof zullen zich in de water- veiligheidsschermen weer aan. afscheider afzetten. Tap de waterafscheider af wan- neer dergelijke vreemde stoffen zijn afgezet. 5.6.6 Brandstoffilter en waterafscheider 5.6.6.1 Brandstoffilter vervangen Brandstof is ontvlambaar en kan gevaarlijk zijn.
  • Pagina 63: Ontluchtingsfilter Vervangen

    Specificaties motorproducten 5.6.7 Ontluchtingsfilter vervangen – Het type dieselbrandstof en het zwavelgehalte in % (ppm) moeten voldoen aan alle toepasselijke 5.7.1 Motorbrandstof emissievoorschriften voor het gebied waarin de motor wordt gebruikt. 5.7.1.1 Specificaties • GEBRUIK GEEN brandstoffen met een zwa- velgehalte van meer dan 0,0015% (15 ppm).
  • Pagina 64: De Brandstoftank Vullen

    5.7.2 Specificaties van de motorolie Specificaties van PAROIL en een vetzuurmethylestergehalte (FAME) van PAROIL van Atlas Copco is de ENIGE geteste en Het gebruik van smeeroliën van het maximaal 7 volumepercent (v/v). goedgekeurde olie die mag gebruikt worden in alle...
  • Pagina 65: Specificaties Motorkoelvloeistof

    Atlas Copco PAROIL Extra is ontwikkeld om ten, kan er hete koelvloeistof uit- een uitstekende smering te verschaffen bij het starten spatten, wat tot persoonlijk letsel PARCOOL EG, een koelvloeistof van Atlas Copco bij temperaturen rond de -25℃.
  • Pagina 66 PARCOOL EG bevat geen nitride of amines en is dus niet schadelijk voor de gezondheid en het milieu. Zijn langere levensduur beperkt het koelvloeistofverbruik en dus de af te voeren hoeveelheid, voor een minimale impact op het milieu. Bestelnum- Liter cu.ft blik 0,175...
  • Pagina 67: Oplossen Van Problemen

    Oplossen van problemen Opsporen en verhelpen van Onvoldoende vermogen motorstoringen – Brandstofleiding verstopt. Laat de machine nooit proefdraaien – Storing in brandstofzuigpomp. In de onderstaande tabel ziet u een overzicht van de met aangesloten vermogenkabels. mogelijke motorproblemen met hun eventuele oorza- –...
  • Pagina 68 De druk van de smeerolie is te laag – Klepspeling verkeerd. – Storing in koude-startsysteem. – Verkeerd soort smeerolie. – Motor overbelast. – Ontluchtingsgat brandstoftank verstopt. – Onvoldoende smeerolie in carter. – Beperkte beweging motor-toerentalregeling. Blauwe of witte uitlaatgassen – Meter defect. –...
  • Pagina 69 Carterdruk – Ontluchtingspijp verstopt. – Vacuümleiding lek of storing in afzuigventilator. Slechte compressie – Luchtfilter/reiniger of inductiesysteem verstopt. – Klepspeling verkeerd. De motor start en stopt – Brandstoffilterelement vuil. – Luchtfilter/reiniger of inductiesysteem verstopt. – Lucht in brandstofsysteem. De motor stopt na ongeveer 15 seconden –...
  • Pagina 70: Opsporen En Verhelpen Van Alternatorstoringen

    Opsporen en verhelpen van alternatorstoringen Symptoom Mogelijke oorzaak Correctieve actie Alternator geeft 0 Volt Gesprongen zekering. Vervang de zekering. Geen restspanning. Activeer de alternator door een 12 V batterijspanning aan te leggen met een 30  resistor in serie op de + en - klemmen van de elektronische regelaar, met inachtneming van de polariteiten.
  • Pagina 71: Controlleralarmen Oplossen

    Controlleralarmen oplossen Bij een waarschuwingsalarm geeft de LCD de bijbe- Voorbeeld: horende tekst weer. Als zich dan een uitschakeling voordoet, geeft de module ook de bijbehorende tekst 6.3.1 Qc1212™ alarmen en oplossingen weer. 6.3.1.1 Beveiligingen Voorbeeld: Wanneer er een alarm aanwezig is, zal het geluidsa- larm afgaan en zal de algemene alarm-LED, indien geconfigureerd, gaan branden.
  • Pagina 72: Elektrische Onderbrekingen

    Standaard wordt het waarschuwingsalarmen te hoge 6.3.1.5 Elektrische onderbrekingen Onmiddellijke waarschuwing stroom automatisch gereset wanneer de overstroom- Elektrische onderbrekingen werken blokkerend en Als de onmiddellijke waarschuwing is ingeschakeld, toestand eindigt. Door de optie “all warnings are lat- genereert de Qc1212™-controller een waarschu- leggen de generatorset stil, maar dan op een gecontro- ched”...
  • Pagina 73: Uitschakeling Te Aardlekstoring / Elektrisch Onderbrekingsalarm

    6.3.1.7 Uitschakeling te aardlekstoring / Bij activering kan het onderhoudsalarm ofwel een Display Reden elektrisch onderbrekingsalarm waarschuwing zijn (set blijft draaien) of een uitscha- Oranje De CAN ECU heeft een keling (set kan niet functioneren). Wanneer de module naar behoren is aangesloten met waarschuwing oranje waarschuwing behulp van de verliesstroomschakelaar.
  • Pagina 74 Rood alarm ECU Alarms 1/10 ECU Prev. DTCs De module kreeg een rode foutmelding van de motor-ECU. ECU Amber Water Level Low DPF actief De module kreeg een foutmelding SPN=131166 , FMI=8, OC=127 Warning van de motor-ECU om aan te geven dat de dieselroetfilter actief is.
  • Pagina 75 6.3.1.11 Overzicht weergegeven alarmmeldingen Waarschuwingen Display Reden CHARGE FAILURE (LAADSTORING) De spanning op de hulplaadalternator, gemeten op de W/L-terminal, is laag. BATTERY UNDER VOLTAGE (TE LAGE De DC-voeding heeft het ingestelde lage spanningsniveau onderschreden voor de duur van de timer voor lage BATTERIJSPANNING) batterijspanning.
  • Pagina 76 Display Reden PROTECTIONS DISABLED Uitschakel- en elektrisch onderbrekingsalarmen kunnen worden uitgeschakeld in de gebruikersconfiguratie. In dit (BEVEILIGINGEN UITGESCHAKELD) geval zal ‘beveiligingen uitgeschakeld’ verschijnen op de display van de module. De alarmtekst wordt weergegeven, maar de motor zal blijven draaien. Dit wordt ‘geregistreerd’ door de module zodat het technisch personeel van DSE kan controleren of de beveiligingen op de module gelijk wanneer werden uitgeschakeld.
  • Pagina 77 Uitschakelen Display Reden FAIL TO START (START MISLUKT) De motor kon niet worden gestart na het vooraf ingestelde aantal startpogingen. EMERGENCY STOP (NOODSTOP) De noodstopknop werd ingedrukt. Dit is een storingsveiligheid (normaal gesloten naar positieve batterijpool) die de generatorset meteen stillegt als het signaal wordt verwijderd. Het verwijderen van de positieve batterijtoevoer naar de noodstopingang, verwijdert tevens de DC-voeding van de brandstof- en startuitgangen van de controller.
  • Pagina 78 Display Reden GENERATOR UNDER FREQUENCY De uitgangsfrequentie van de generator heeft het vooraf ingestelde niveau onderschreden. (GENERATOR-ONDERFREQUENTIE) GENERATOR OVER VOLTAGE (TE HOGE De uitgangsspanning van de generator heeft het vooraf ingestelde niveau overschreden. GENERATORSPANNING) GENERATOR UNDER VOLTAGE (TE LAGE De uitgangsspanning van de generator heeft het vooraf ingestelde niveau onderschreden. GENERATORSPANNING) OIL PRESSURE SENSOR OPEN CIRCUIT De oliedruksensor werd niet als aanwezig gedetecteerd (open circuit)
  • Pagina 79 Display Reden PROTECTIONS DISABLED Uitschakel- en elektrisch onderbrekingsalarmen kunnen worden uitgeschakeld in de gebruikersconfiguratie. In dit (BEVEILIGINGEN UITGESCHAKELD) geval zal ‘beveiligingen uitgeschakeld’ verschijnen op de display van de module. De alarmtekst wordt weergegeven, maar de motor zal blijven draaien. Dit wordt ‘geregistreerd’ door de module zodat het technisch personeel van DSE kan controleren of de beveiligingen op de module gelijk wanneer werden uitgeschakeld.
  • Pagina 80 Elektrische onderbrekingen Display Reden GENERATOR HIGH CURRENT (TE HOGE Als de output van een generatorset hoger is dan het ingestelde alarmpunt voor te hoge stroom, doet zich een alarm STROOM) voor. Als deze toestand te lang aanhoudt, escaleert het alarm naar ofwel een uitschakeling of een elektrische onderbreking (afhankelijk van de moduleconfiguratie).
  • Pagina 81: Qc2212™ Alarmen En Oplossingen

    6.3.2 Qc2212™ alarmen en oplossingen voordoet, geeft de module ook de bijbehorende tekst In het geval van een alarm verspringt het LCD- weer. scherm naar de alarmpagina en scrolt door alle actieve 6.3.2.1 Beveiligingen waarschuwingen en uitschakelingen. Voorbeeld: Wanneer er een alarm aanwezig is, zal het geluidsa- Standaard worden waarschuwingsalarmen spontaan larm afgaan en zal de algemene alarm-LED, indien gereset zodra de alarmtoestand wordt opgeheven.
  • Pagina 82: Uitschakelen

    6.3.2.4 Uitschakelen opstarten en de machine onbelast laten afkoelen alvo- IDMT-alarm rens de motor stil te leggen. Uitschakelingsalarmen werken blokkerend en leggen Het doel van het IDMT-alarm is om overbelasting van de alternatorspoelen te voorkomen (verwarmd). de generatorset stil. Bevestig het alarm en verwijder Het alarm moet geaccepteerd en verwijderd zijn, en de storing, druk vervolgens op STOP om de module de storing weggenomen om de module te kunnen re-...
  • Pagina 83 Als het alarm voor aardlekstoring is ingeschakeld, be- schrijving van elk weergegeven alarm in de paragraaf gint de Qc2212-controller met het volgen van de “Overzicht weergegeven alarmmeldingen”. IDMT-curve. Als het activeringsniveau wordt over- DM1-signalen schreden voor een te lange periode, wordt het alarm geactiveerd (uitschakeling of elektrische onderbre- Configureerbare berichten van de CAN ECU voor: king zoals geselecteerd in Actie).
  • Pagina 84 6.3.2.11 Overzicht weergegeven alarmmeldingen Waarschuwingen Display Reden CHARGE FAILURE (LAADSTORING) De spanning op de hulplaadalternator, gemeten op de W/L-terminal, is laag. BATTERY UNDER VOLTAGE (TE LAGE De DC-voeding heeft het ingestelde lage spanningsniveau onderschreden voor de duur van de timer voor lage BATTERIJSPANNING) batterijspanning.
  • Pagina 85 Display Reden PROTECTIONS DISABLED Uitschakel- en elektrisch onderbrekingsalarmen kunnen worden uitgeschakeld in de gebruikersconfiguratie. In dit (BEVEILIGINGEN UITGESCHAKELD) geval zal ‘beveiligingen uitgeschakeld’ verschijnen op de display van de module. De alarmtekst wordt weergegeven, maar de motor zal blijven draaien. Dit wordt ‘geregistreerd’ door de module zodat het technisch personeel kan controleren of de beveiligingen op de module gelijk wanneer werden uitgeschakeld.
  • Pagina 86 Uitschakelen Display Reden FAIL TO START (START MISLUKT) De motor kon niet worden gestart na het vooraf ingestelde aantal startpogingen. EMERGENCY STOP (NOODSTOP) De noodstopknop werd ingedrukt. Dit is een storingsveiligheid (normaal gesloten naar positieve batterijpool) die de generatorset meteen stillegt als het signaal wordt verwijderd. Het verwijderen van de positieve batterijtoevoer naar de noodstopingang, verwijdert tevens de DC-voeding van de brandstof- en startuitgangen van de controller.
  • Pagina 87 Display Reden GENERATOR UNDER FREQUENCY De uitgangsfrequentie van de generator heeft het vooraf ingestelde niveau onderschreden. (GENERATOR-ONDERFREQUENTIE) GENERATOR OVER VOLTAGE (TE HOGE De uitgangsspanning van de generator heeft het vooraf ingestelde niveau overschreden. GENERATORSPANNING) GENERATOR UNDER VOLTAGE (TE LAGE De uitgangsspanning van de generator heeft het vooraf ingestelde niveau onderschreden. GENERATORSPANNING) OIL PRESSURE SENSOR OPEN CIRCUIT De oliedruksensor werd niet als aanwezig gedetecteerd (open circuit)
  • Pagina 88 Display Reden PROTECTIONS DISABLED Uitschakel- en elektrisch onderbrekingsalarmen kunnen worden uitgeschakeld in de gebruikersconfiguratie. In dit (BEVEILIGINGEN UITGESCHAKELD) geval zal ‘beveiligingen uitgeschakeld’ verschijnen op de display van de module. De alarmtekst wordt weergegeven, maar de motor zal blijven draaien. Dit wordt ‘geregistreerd’ door de module zodat het technisch personeel kan controleren of de beveiligingen op de module gelijk wanneer werden uitgeschakeld.
  • Pagina 89 Elektrische onderbrekingen Display Reden GENERATOR HIGH CURRENT (TE HOGE Als de output van een generatorset hoger is dan het ingestelde alarmpunt voor te hoge stroom, doet zich een alarm STROOM) voor. Als deze toestand te lang aanhoudt, escaleert het alarm naar ofwel een uitschakeling of een elektrische onderbreking (afhankelijk van de moduleconfiguratie).
  • Pagina 90: Opbergen Van De Generator

    Opbergen van de generator Opbergen Opnieuw gebruiksklaar maken na een opberging – Berg de generator op in een droge, vorstvrije en goed geventileerde ruimte. Vooraleer de generator opnieuw in gebruik te nemen, de omhulling, het VCI-papier en de zakjes met silica- –...
  • Pagina 91: Afvoer

    Niet lozen via de niet-recycleerbare materialen. riolering of het oppervlaktewater. Uw Atlas Copco generator bestaat grotendeels uit me- talen onderdelen, die in staalfabrieken en smeltovens opnieuw gesmolten kunnen worden en dus haast on- beperkt recycleerbaar zijn. Het gebruikte plastic is aangeduid: sorteren en fractioneren in de toekomst is voorzien.
  • Pagina 92: Beschikbare Opties Voor Qas 30 En Qas

    Beschikbare opties voor Beschrijving van de elektrische opties QAS 30 en QAS 45 generatoren 9.2.1 Bedieningspaneel met Qc2212™ controller Overzicht van de elektrische opties De volgende elektrische opties zijn verkrijgbaar: – Bedieningspaneel met Qc2212™ controller – Automatische batterijlader – Batterijschakelaar –...
  • Pagina 93: Batterijschakelaar

    9.2.3 Batterijschakelaar X2..Contactdoos, 1-fasig (230 V AC - 16 A) Q4 ..Stroomonderbreker voor X4 Voor de fase L3, de nulleider en de aarding, Onderbreekt de energievoorziening naar X4 De batterijschakelaar is ingebouwd in de geluiddem- beveiligd door Q2. als zich een kortsluiting voordoet aan de zij- pende carrosserie.
  • Pagina 94: Elp-Contactdozen (Aardlekbeveiliging)

    9.2.8 ELP-contactdozen (aardlekbeveiliging) Deze optie voorziet in een individuele aardlekbeveili- ging per aansluiting die de bijbehorende contactscha- kelaar zal deactiveren wanneer er een aardlekstroom wordt vastgesteld. De verschillende individuele aard- lekbeveiligingen worden opgesomd in de onderstaan- de tabel: Stopcontacten CEE 5P63 CEE 5P32 CEE 5P16 DS (*)
  • Pagina 95: Dubbele Spanning (Dv)

    9.2.9 Dubbele spanning (DV) Q1.1 ..Stroomonderbreker voor hoge spanning, lage stroom De optie dubbele spanning is enkel Onderbreekt de hoogspanningsstroomtoe- beschikbaar op 50 Hz generatoren voer naar X1, wanneer zich een kortsluiting met Qc1212™ controller. voordoet aan de zijde van de belasting of 9.2.9.1 1-fasig - 3-fasig wanneer...
  • Pagina 96 De keuze tussen de twee modi gebeurt d.m.v. S15. R12..Spanningsregeling Laat toe de uitgangsspanning te regelen. S15 ..Keuzeschakelaar uitgangsspanning Laat u toe te kiezen tussen een 3-fasige hoge AMF-werking is niet mogelijk met een uitgangsspanning of een 1-fasige lage uit- generator met dubbele spanning.
  • Pagina 97: It-Relais

    9.2.10 IT-relais S3 ..Noodstopknop Druk de knop in om de generator in geval De generator is bedraad voor een IT-net; dat betekent van nood te stoppen. Werd de knop inge- dat er geen voedingsleidingen van de elektrische voe- drukt, dan moet hij ontgrendeld worden door ding rechtstreeks zijn geaard.
  • Pagina 98: Electricité De France" (Edf)

    9.2.11 “Electricité de France” (EDF) 9.2.12 Aardlekrelais type B Als de optie EDF geïnstalleerd is, werkt de generator Het aardrelais (N23) voorziet in een detector die de als een standaardgenerator als de nulleider- en de PE- hoofdonderbrekerschakelaar Q1 zal inschakelen wan- aansluitklemmen met elkaar verbonden zijn (zie on- neer er een aardlekstroom werd vastgesteld.
  • Pagina 99: Fleetlink Corebox

    9.2.13 Fleetlink CoreBox Dagelijks, wekelijk of maandelijks activitei- 9.2.17 AMF-relais tenlog. 9.2.14 Fleetlink SmartBox Fleetlink is een intelligent telematicasysteem dat helpt om het gebruik van het wagenpark te optimali- seren, de onderhoudskosten te verlagen en uiteinde- lijk tijd en geld te besparen. Het maakt het mogelijk FM01 om de eenheid eenvoudig te beheren, waar die zich ook bevindt en altijd met de meest recente vlootinfor-...
  • Pagina 100: Overzicht Van De Mechanische Opties

    Overzicht van de mechanische Beschrijving van de Binnenaanzicht opties mechanische opties De volgende mechanische opties zijn verkrijgbaar: 9.4.1 Aansluiting voor externe – Aansluiting voor externe brandstoftank (met/zon- brandstoftank (met/zonder der snelkoppelingen) snelkoppelingen) – Afsluiter inlaat (ISV) De optionele aansluiting voor een externe brandstof- –...
  • Pagina 101: Afsluiter Inlaat (Isv)

    9.4.2 Afsluiter inlaat (ISV) 9.4.7 Trailer (as, trekstang, sleepogen) Geïntegreerde gehomologeerde vaste trekstang voor aanhangwagen: De optionele afsluiter voor de motorluchtinlaat is in- Voor on-road gebruik is het onderstel ofwel uitgerust begrepen in het uitrustingspakket voor raffinaderijen. met een verstelbare of met een vaste trekstang met Deze voorkomt dat de motor overtoeren zou gaan DIN-oog, AC-oog, IT-oog, GB-oog, NATO-oog of draaien door de aanwezigheid van brandbare gassen...
  • Pagina 102 Onderhoud van het onderstel – Controleer na de eerste 50 bedrijfsuren en daarna minstens tweemaal per jaar of alle bouten van de trekstang en wielmoeren stevig zijn aangespan- nen. – Smeer de steunlagers van de wielassen, de kop- pelstang naar de stuuras en de spil van de remhef- boom minstens tweemaal per jaar.
  • Pagina 103: Technische Specificaties

    Technische specificaties 10.1 Technische specificaties voor QAS 30 generatoren 50 Hz Referentievoorwaarden 1) Nominale frequentie 50 Hz Nominale snelheid 1500 tpm Generator onderhoudstaak Absolute luchtinlaatdruk 1 bar(a) Relatieve luchtvochtigheid Luchtinlaattemperatuur 25°C Grenswaarden 2) Maximale omgevingstemperatuur 50°C Toegelaten hoogte 4.000 m Maximale relatieve luchtvochtigheid Minimale starttemperatuur -15°C...
  • Pagina 104 Nominale spanning lijn-lijn 400 V Nominale spanning 3-fasig lijn-lijn, lage spanning 230 V Nominale spanning 1 fase lijn-tot-lijn 230 V Nominale stroom 3-fasen 40,59 A Nominale stroom 3-fasig lage spanning 70,60 A Nominale stroom 1-fasig 82,61 A Vermogensklasse (conform ISO 8528-5:1993) Toegelaten belasting in één stap 100% 22,5 kW...
  • Pagina 105 Motor Standaard ISO 3046 ISO 8528-2 Type KUBOTA V2403-CR-TE5BG2 Nominaal netto uitgangsvermogen 25,5 kW waardetype conform ISO 3046-7 ICXN Koelvloeistof Parcool EG Verbrandingssysteem Common-rail directe inspuiting Aanzuiging Turbolading Aantal cilinders Slagvolume 2,43 l Snelheidsregeling elektronisch Inhoud olietank (eerste vulling) 9,5 l Inhoud koelsysteem 10 l Elektrisch circuit...
  • Pagina 106 Opmerkingen Referentiewaarden voor motorprestatie conform ISO 3046-1. Zie onderstaande vermogensverliesgrafiek of informeer bij de fabrikant voor andere omstandigheden. In referentieomstandigheden, tenzij anders aangegeven. Definitie van nominale waarden (ISO 8528-1): ESP: Emergency Power is het maximale elektrische vermogen dat beschikbaar is tijdens een variabele elektrische vermogenssequentie, onder de vermelde werkingsomstandigheden, waarbij een generatorset in staat is om in het geval van een stroomuitval of onder testomstandigheden tot max.
  • Pagina 107 Conversiefactoren bij een relatieve luchtvochtigheid van 30% en mechanische efficiëntie van 85% Dieselmotor met natuurlijke aanzuiging Bovenste: inlaatluchttemperatuur (°C) Onderste: verzadigde dampdruk (kPa) Hoogte Atmosferische druk mmHg - 107 -...
  • Pagina 108: 10.2 Technische Specificaties Voor Qas 45 Generatoren

    10.2 Technische specificaties voor QAS 45 generatoren 50 Hz Referentievoorwaarden 1) Nominale frequentie 50 Hz Nominale snelheid 1500 tpm Generator onderhoudstaak Absolute luchtinlaatdruk 1 bar(a) Relatieve luchtvochtigheid Luchtinlaattemperatuur 25°C Grenswaarden 2) Maximale omgevingstemperatuur 50°C Toegelaten hoogte 4.000 m Maximale relatieve luchtvochtigheid Minimale starttemperatuur -15°C Minimale starttemperatuur met koud-startsysteem (optioneel)
  • Pagina 109 Nominale stroom 3-fasig 62,79 A Nominale stroom 3-fasig lage spanning 109,19 A Nominale stroom 1-fasig 117,39 A Vermogensklasse (conform ISO 8528-5:1993) Toegelaten belasting in één stap 100% 34,8 kW Brandstofverbruik bij nullast (0%) 1,4 kg/h Brandstofverbruik bij deellast (50%) 4,5 kg/h Brandstofverbruik bij deellast (75%) 6,47 kg/h Brandstofverbruik bij vollast (100%)
  • Pagina 110 Motor Standaard ISO 3046 ISO 8528-2 Type KUBOTA V3800-CR-TE5BG2 Nominaal netto uitgangsvermogen 38,9 kW waardetype conform ISO 3046-7 ICXN Koelvloeistof Parcool EG Verbrandingssysteem Common-rail directe inspuiting Aanzuiging met turbocompressor Aantal cilinders Slagvolume 3,77 l Snelheidsregeling elektronisch Inhoud olietank (eerste vulling) 13,2 l Inhoud koelsysteem 10 l...
  • Pagina 111 Aardsluitbeveiliging Reststroombeveiliging Idn 0,030-30 A Isolatieweerstand (optioneel) 10-100 kOhm Opmerkingen Referentiewaarden voor motorprestatie conform ISO 3046-1. Zie onderstaande vermogensverliesgrafiek of informeer bij de fabrikant voor andere omstandigheden. In referentieomstandigheden, tenzij anders aangegeven. Definitie van nominale waarden (ISO 8528-1): ESP: Emergency Power is het maximale elektrische vermogen dat beschikbaar is tijdens een variabele elektrische vermogenssequentie, onder de ver- melde werkingsomstandigheden, waarbij een generatorset in staat is om in het geval van een stroomuitval of onder testomstandigheden tot max.
  • Pagina 112 Conversiefactoren bij een relatieve luchtvochtigheid van 30% en mechanische efficiëntie van 85% Dieselmotor met natuurlijke aanzuiging Bovenste: inlaatluchttemperatuur (°C) Onderste: verzadigde dampdruk (kPa) Hoogte Atmosferische druk mmHg - 112 -...
  • Pagina 113: Omzettingstabel Voor Si-Eenheden Naar Angelsaksische Eenheden

    10.3 Omzettingstabel voor SI- 10.4 Identificatieplaatje eenheden naar Angelsaksische Naam van de fabrikant eenheden EU of nationaal goedkeuringsnummer Identificatienummer Maximum toegelaten totaalgewicht van het 1 bar 14,504 psi voertuig 0,035 oz Maximaal toegelaten belasting van het sleepoog 1 kg 2,205 lbs (vaste trekstang) 1 km/u 0,621 mijl/u...
  • Pagina 114: 10.5 Kritische Boutverbindingen - Aanspanmomenten

    10.5 Kritische boutverbindingen – aanspanmomenten 10.5.1 Toepassingen QAS 30 S5 Schroef/bout /moer MOTORVERBINDING Type Klasse Aandraaimoment (Nm) Koppelingsbehuizing alternator naar vliegwielbehuizing motor 3/8” 40 (+/- 10%) Vliegwiel motor naar alternator 5/16” 23 (+/- 10%) Motor naar motorsteun 85 (+/- 10%) 23 (+/- 10%) Motorsteun naar trillingsdemper (aanbeveling fabrikant)
  • Pagina 115 Schroef/bout /moer ANDERE VERBINDINGEN Type Klasse Aandraaimoment (Nm) Hijsbalk op frame 46 (+/- 10%) (kritiek) Hijsbalk naar balk 46 (+/- 10%) (kritiek) Aansluitconnectoren 25 (+/- 10%) Uitlaat - motorverbinding 10 (+/- 10%) Uitlaat - nabehandelingsverbinding 25 (+/- 10%) Nabehandeling - eindpijpaansluiting 10 (+/- 10%) Schroef/bout /moer ONDERSTELVERBINDING...
  • Pagina 116: Toepassingen Qas 45 S5

    10.5.2 Toepassingen QAS 45 S5 Schroef/bout /moer MOTORVERBINDING Type Klasse Aandraaimoment (Nm) Koppelingsbehuizing alternator naar vliegwielbehuizing motor 3/8” 40 (+/- 10%) Vliegwiel motor naar alternator 3/8” 40 (+/- 10%) Motor naar motorsteun 85 (+/- 10%) 23 (+/- 10%) Motorsteun naar trillingsdemper (aanbeveling fabrikant) Trillingsdemper naar frame 23 (+/- 10%)
  • Pagina 117: Standaard Aanhaalmomenten

    Schroef/bout /moer ONDERSTELVERBINDING Type Klasse Aandraaimoment (Nm) Onderstelwiel naar as Onderstelas naar frame Ondersteltrekstang naar frame Onderstelsleepoog naar trekstang 10,9 Onderstel verlichtingstoren naar frame OPMERKING: Voor niet-kritieke boutverbindingen geld het standaard aandraaimoment. 10.5.3 Standaard aanhaalmomenten Schroef/bout /moer Type Klasse Aandraaimoment (Nm) 10,1 24,3 48,2...
  • Pagina 118: 10.6 Dimensietekeningen

    10.6 Dimensietekeningen 1400 BASIC UNIT 22 (x4) TYPE WET MASS NET MASS QAS 30 KD S5 1185 1028 1113 1015 QAS 45 KD S5 1065 Service door for filling cooler A ( 1 : 2 ) Service door for Lifting point cleaning cooler ISOMETRIC VIEW ( 1 : 20 ) Dataplate...
  • Pagina 119 46.5 Emergency stop Lifting point Sockets Entry for power External fuel tank connections cables Fuel tank drain MAINTENANCE SPACE ( 1 : 20 ) Oil drain Fuel filling point Service door for filling cooler 1000 1000 - 119 -...
  • Pagina 120 QAS - 24H ISOMETRIC VIEW ( 1 : 10 ) (Missing dimensions are the same as STD unit) - 120 -...
  • Pagina 121 Integrated skid frame - Adjustable ISOMETRIC VIEW ( 1 : 12.5 ) 2482 1460 (Missing dimensions are the same as STD unit) - 121 -...
  • Pagina 122 Integrated skid frame - Fixed ISOMETRIC VIEW ( 1 : 12.5 ) 2159 1460 (Missing dimensions are the same as STD unit) - 122 -...
  • Pagina 123 Undercarriage ISOMETRIC VIEW ( 1 : 12.5 ) 3331 - 1507 (Missing dimensions are the same as STD unit) - 123 -...
  • Pagina 124 - 124 -...
  • Pagina 125: Elektrische Schema's

    Elektrische schema’s - 125 -...
  • Pagina 126 1636029294 Van toepassing voor QAS 30 StV Qc1212 Table 2 - Cross-section legend Table 3 - Wire Table 6 - Controller inputs Table 8 - Component list Table 8 - Component list colour legend Description Description Description Cross Terminal Location * Location * Wire Type Size...
  • Pagina 127 Power Engine RS485 Analogue Input (config) Digital Output (config) Digital Input (config) Supply Start (Cubicle) (Engine Compartment) -U27 FM01 SMARTBOX -X20 2.11 2.10 3.12 POSITION OF CONTACTS 02.C2 - 127 -...
  • Pagina 128 Digital AC current CT AC Voltage Output R180 V/L1 T2/T1 T2/T3:3PH 32 33 T1/T10:1PH 42 43 44 46 35 36 W/L2 T3/T10 V-W : 400V O18 - AMF Relay O20 - Timer 7D L1-L2 : 230V 9/15 10/14 Settings RB 12/16 230V >U : +10%...
  • Pagina 129 O12 - Sockets Sockets config 1 Sockets config 2 02.E4 03.C2 02.E4 03.C2 02.E4 03.C2 02.E4 03.C2 02.E4 03.C2 (*) Note 9 U> I>> I>> 16 A 30 mA (*) Note 9 L1 L2 L1 L2 L1 L2 L1 L2 L1 L2 (*) With -X5 Only NOTES...
  • Pagina 130 (Cubicle) (Cubicle) -X20 2.11 2.10 3.12 (Engine Compartment) (Engine Compartment) -K25 CAN_TOOL AIR_FLOW 4-20 mA -R4 -R5 -K26 (* ) Different point of the block engine -X31 -X30 POSITION OF CONTACTS Wire harness supplied by engine manufactured 05.B5 05.B5 05.B5 05.B6 05.C6 Wire harness supplied by...
  • Pagina 131 1636029295 Van toepassing voor QAS 30 StV Qc2212 Table 6 - Controller inputs Table 8 - Component list Table 8 - Component list Table 2 - Cross-section legend Table 3 - Wire colour legend Description Description Terminal Location * Description Location * Cross Wire Type...
  • Pagina 132 Power Engine RS485 Analogue Input (config) Digital Output (config) Digital Input (config) Supply Start (Cubicle) (Engine Compartment) SMARTBOX -X20 2.11 2.10 3.12 POSITION OF CONTACTS 02.C2 - 132 -...
  • Pagina 133 Digital Output AC Voltage AC current CT AC Voltage MAIN R180 O20 - Timer 7D V/L1 T2/T1 T2/T3:3PH 32 33 30 31 39 40 T1/T10:1PH 42 43 44 46 35 36 W/L2 T3/T10 V-W : 400V L1-L2 : 230V 9/15 10/14 12/16 SETTINGS FOR N22:...
  • Pagina 134 O12 - Sockets Sockets config 1 Sockets config 2 02.E4 03.C2 02.E4 03.C2 02.E4 03.C2 02.E4 03.C2 02.E4 03.C2 (*) Note 9 U> I>> I>> 16 A 16 A 30 mA 30 mA 16 A 30 mA 30 mA 30 mA 30 mA (*) Note 9 L1 L2...
  • Pagina 135 (Cubicle) (Cubicle) -X20 2.11 2.10 3.12 (Engine Compartment) (Engine Compartment) -K25 CAN_TOOL AIR_FLOW 4-20 mA -R4 -R5 -K26 (* ) Different point of the block engine -X31 -X30 POSITION OF CONTACTS Wire harness supplied by engine manufactured 05.B5 05.B5 05.B5 05.B6 05.C6 Wire harness supplied by...
  • Pagina 136 1636029296 Van toepassing voor QAS 45 StV Qc1212 Table 2 - Cross-section legend Table 3 - Wire Table 6 - Controller inputs Table 8 - Component list Table 8 - Component list colour legend Terminal Description Description Location * Description Location * Cross Wire Type...
  • Pagina 137 Power Engine RS485 Analogue Input (config) Digital Output (config) Digital Input (config) Supply Start (Cubicle) (Engine Compartment) O13 - Fleetlink SMARTBOX -X20 2.11 2.10 3.12 POSITION OF CONTACTS 02.C2 - 137 -...
  • Pagina 138 Digital AC current CT AC Voltage Output R180 V/L1 T2/T1 T2/T3:3PH T1/T10:1PH 32 33 42 43 44 46 35 36 W/L2 T3/T10 V-W : 400V O18 - AMF Relay O20 - Timer 7D L1-L2 : 230V 9/15 10/14 Settings RB 12/16 230V >U : +10%...
  • Pagina 139 O12 - Sockets Sockets config 1 Sockets config 2 02.E4 03.C2 02.E4 03.C2 02.E4 03.C2 02.E4 03.C2 02.E4 03.C2 (*) Note 9 U> I>> I>> 16 A 16 A 30 mA 30 mA 16 A 30 mA 30 mA 30 mA 30 mA (*) Note 9 L1 L2...
  • Pagina 140 -X20 (Cubicle) (Cubicle) 2.11 2.10 3.12 (Engine Compartment) (Engine Compartment) POSITION OF CONTACTS 05.B5 05.B5 05.B5 -K25 05.B6 05.C6 CAN_TOOL AIR_FLOW -R4 -R5 -K26 4-20 mA (* ) Different point of the block engine -X31 -X30 Wire harness supplied by engine manufactured Wire harness...
  • Pagina 141 1636029297 Van toepassing voor QAS 45 StV Qc2212 Table 2 - Cross-section legend Table 3 - Wire Table 6 - Controller inputs Table 8 - Component list Table 8 - Component list colour legend Terminal Description Description Location * Description Location * Cross Wire Type...
  • Pagina 142 Power Engine RS485 Analogue Input (config) Digital Output (config) Digital Input (config) Supply Start (Cubicle) (Engine Compartment) O13 - Fleetlink SMARTBOX -X20 2.11 2.10 3.12 POSITION OF CONTACTS 02.C2 - 142 -...
  • Pagina 143 Digital Output AC Voltage AC current CT AC Voltage MAIN R180 O20 - Timer 7D V/L1 T2/T1 T2/T3:3PH 32 33 30 31 39 40 T1/T10:1PH 42 43 44 46 35 36 W/L2 T3/T10 V-W : 400V L1-L2 : 230V 9/15 10/14 12/16 SETTINGS FOR N22:...
  • Pagina 144 O12 - Sockets Sockets config 1 Sockets config 2 02.E4 03.C2 02.E4 03.C2 02.E4 03.C2 02.E4 03.C2 02.E4 03.C2 (*) Note 9 U> I>> I>> 16 A 16 A 30 mA 30 mA 16 A 30 mA 30 mA 30 mA 30 mA (*) Note 9 L1 L2...
  • Pagina 145 -X20 (Cubicle) 2.11 2.10 3.12 (Engine Compartment) POSITION OF CONTACTS 05.B5 05.B5 05.B5 -K25 05.B6 05.C6 CAN_TOOL AIR_FLOW -R4 -R5 -K26 4-20 mA (* ) Different point of the block engine -X31 -X30 Wire harness supplied by engine manufactured Wire harness supplied by engine EX_VALVE...
  • Pagina 146 - 146 -...
  • Pagina 147 A company within the Atlas Copco Group Postal address Phone: +34 902 110 316 V.A.T A50324680 Poligono Pitarco II, Parcela 20 Fax: +34 902 110 318 50450 Muel ZARAGOZA For info, please contact your local Atlas Copco representative Spain www.atlas copco.com p.1(7) - 147 -...
  • Pagina 148 A company within the Atlas Copco Group Postal address Phone: +34 902 110 316 V.A.T A50324680 Poligono Pitarco II, Parcela 20 Fax: +34 902 110 318 50450 Muel ZARAGOZA For info, please contact your local Atlas Copco representative Spain www.atlas copco.com p.2(10) - 148 -...
  • Pagina 149 A company within the Atlas Copco Group Postal address Phone: +34 902 110 316 V.A.T A50324680 Poligono Pitarco II, Parcela 20 Fax: +34 902 110 318 50450 Muel ZARAGOZA For info, please contact your local Atlas Copco representative Spain www.atlas copco.com p.3(7) - 149 -...
  • Pagina 150 - 150 -...
  • Pagina 152 www.atlascopco.com...

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Qas 45 kd s5 esfV2403-cr-te5bg2V3800-cr-te5bg2

Inhoudsopgave