Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Parameterinstellingen - Atlas Copco QAS 5 80 Bedieningshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

4.2.4.3
Werkmodi
De machine heeft drie verschillende werkmodi en één
blokkeermodus. De verschillende werkmodi worden
geselecteerd via het display of de PARUS-software.
AUTO
In de AUTO-modus werkt de machine automatisch en
is het voor de operator niet mogelijk om sequenties
manueel te starten.
TEST
Wanneer de TEST-modus is geselecteerd, wordt een
testsequentie gestart. In deze modus kunnen twee
soorten tests worden uitgevoerd: een Eenvoudige test
of een Volledige test. Het type test wordt geselecteerd
in parameter 7040.
De test wordt onderbroken als de
!
modus
wordt
gewijzigd
MANUEEL of AUTO.
MANUEEL
In de modus MANUEEL worden sequenties niet
automatisch gestart. De machine start een sequentie
pas nadat een extern signaal werd gegeven.
BLOCK
Als de modus BLOKKEREN is geselecteerd, is de
eenheid niet in staat om sequenties, bijv. de
startsequentie, te starten. De blokkeermodus moet
worden geselecteerd wanneer onderhoudswerk wordt
uitgevoerd aan de generatorset.
De generatorset wordt uitgescha-
!
keld als de blokkeer modus is gese-
lecteerd terwijl de generatorset
draait.
4.2.4.4
Toepassingsmodi
Eilandwerking
– Deze bedrijfsmodus wordt geselecteerd voor
toepassingen met start ter plaatse/op afstand,
zonder het net (= autonoom).
– Gecombineerd met de MANUELE modus =
werking met Lokale Start.
De volgorde is: start / sluit stroomonderbreker
van generator (manueel) / bediening genera-
torset / open stroomonderbreker van generator
(manueel) / open stroomonderbreker van ge-
nerator / stop.
naar
– Gecombineerd met AUTO-modus = werking met
Start op afstand.
Het startsignaal op afstand kan worden gege-
ven met een externe schakelaar. Voordat de
generator wordt gestart, moet de stroomonder-
breker van de generator worden gesloten.
Bedrading voor werking met Start op Afstand:
verbind de RS-schakelaar met X25.1 & X25.2.
- 38 -
4.2.4.5

Parameterinstellingen

De parameterinstellingen zijn voorgeprogrammeerd.
Om de parameterinstellingen te wijzigen is een
wachtwoord nodig. Om verschillende parameters te
veranderen zijn verschillende wachtwoordniveaus
vereist. Sommige parameters kunnen om veiligheids-
redenen niet door de eindgebruiker veranderd wor-
den.
De
Qc1103™
heeft
drie
wachtwoordniveaus:
– Gebruikerswachtwoord
– Onderhoudswachtwoord
– Hoofdwachtwoord
Een parameter kan niet worden ingevoerd met een
wachtwoord van een te laag niveau. Maar de
parameter kan wel worden weergegeven zonder een
wachtwoord in te voeren.
Raadpleeg
de
gebruikershandleiding
Qc1103™ voor alle parameters op gebruikersniveau
die met het gebruikerswachtwoord beschikbaar wor-
den gesteld. Gelieve contact op te nemen met het ser-
vicepersoneel
van
Atlas
standaardparameters voor uw toestel te ontvangen.
verschillende
van
de
Copco
om
de

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Qas 5 100Qas 5 120Qas 5 150Qas 5 200

Inhoudsopgave