QAS 5 80-200 Jd ESF Bedieningshandleiding Wisselstroom-generators Bedieningshandleiding ..................5 Elektrische schema’s ..................159 Vertaling van de originele instructies. Printed matter N° 2960 2330 13 ATLAS COPCO - POWER AND FLOW DIVISION www.atlascopco.com 6/2021...
Pagina 4
Garantie- en aansprakelijkheidsbepalingen Gebruik alleen originele onderdelen. Beschadigingen of defecten die het gevolg zijn van het gebruik van niet originele onderdelen vallen niet onder garantie of productaansprakelijkheid. De producent is niet aansprakelijk voor enige schade veroorzaakt door modificatie, toevoeging of ombouw, gemaakt zonder de schriftelijke toestemming van de fabrikant. Het verwaarlozen van het onderhoud of het aanbrengen van wijzigingen aan de set-up van de machine kan resulteren in ernstige gevaren, waaronder het risico op brand.
Hoewel deze handleiding met de grootste zorg werd opgesteld en gecontroleerd, is Atlas Copco niet aansprakelijk voor mogelijke fouten. Atlas Copco behoudt zich het recht voor om wijzigingen aan te brengen zonder voorafgaand bericht.
Pagina 6
4.5.2 Tijdens de werking........68 5.4.4 Controle luchtfilter ........88 Opnieuw gebruiksklaar maken na een opberging ......107 5.4.5 Brandstoffilter vervangen......89 4.5.3 Stoppen .............68 4.5.4 Qc1212 beschrijving 5.4.6 Het brandstofsysteem Afvoer..........108 stuurmodule ..........69 ontluchten ..........90 Algemeen ..........108 Afstellingen en Qc3012 (DSE8610MKII™) beschrijving stuurmodule ..........73 onderhoudsprocedures ......
Pagina 7
10.5.3 Specificaties van motor/ alternator/generator....... 142 Technische specificaties ....118 10.6 Omzettingstabel voor SI-eenheden naar 10.1 Technische specificaties voor QAS 5 80 ........118 Angelsaksische eenheden ....... 148 10.1.1 Aflezen van meters........118 10.7 Identificatieplaatje........148 10.1.2 Instellingen van zekeringen ....118 10.8 Kritische boutverbindingen –...
Inleiding Vaardigheidsniveau 4: Specialist van de fabrikant Alleen personen die beschikken over de juiste kennis, zijn gerechtigd de Atlas Copco apparatuur te bedienen, Dit is een hoogopgeleide specialist, die wordt gestuurd Atlas Copco heeft als beleid om klanten veilige, af te stellen, te onderhouden en te repareren. Het is de door de fabrikant of zijn vertegenwoordiger, om betrouwbare en efficiënte producten te leveren.
Algemene Atlas Copco wijst alle verantwoordelijkheid van de hand Inspecteer en reinig de warmteoverdrachtsopper- voor schade of letsel als gevolg van het niet in acht vlakken (koelers, tussenkoelers, watermantels, enz.) veiligheidsvoorschriften nemen van deze voorschriften, onoplettendheid en om een toename van de bedrijfstemperatuur te voor- roekeloosheid tijdens het transporteren, bedienen, komen.
Veiligheid tijdens transport en 16a Mobiele generatoren (met aardingspen): - verwijder de wielblokken, indien aanwezig en zet de parkeerrem los. Zorg ervoor dat de generator en de belasting goed installatie worden geaard. Gebruik altijd een sleepvoertuig met voldoende Voordat een machine wordt opgehesen, moeten alle losse trek- en remcapaciteit.
De hijsca- gen, op een schone plaats met voldoende ventilatie. paciteit van een hijstoestel wordt sterk verminderd Raadpleeg Atlas Copco wanneer de ondergrond niet Wanneer de machine moet werken in een brandge- wanneer de richting van de krachten onder een hoek vlak is of een afwijkende hellingshoek heeft.
Pagina 12
- onder 85 dB(A): er moet geen actie ondernomen 12 Als er tijdens de werking dampen, stof of trillingen tenzij dit anders is vermeld in het Atlas Copco worden voor toevallige bezoekers die maar een ontstaan, moeten de nodige maatregelen genomen Instructieboek (AIB).
Onderdelen mogen alleen worden vervangen door ren door elektriciteit. de belasting en de stroomonderbrekers worden uit- originele onderdelen van Atlas Copco. 21 Raak de voedingsklemmen niet aan terwijl de geschakeld, moet de machine worden stopgezet en Alle werkzaamheden behalve oppervlakkige con- machine in werking is.
Pagina 14
Zorg dat er nooit gereedschappen, losse onderdelen 13 Gebruik uitsluitend door Atlas Copco of de machi- 18 Registreer voor alle machines alle onderhouds- en of vodden in of op de machine blijven liggen. Laat nefabrikant aanbevolen of goedgekeurde oliën en reparatiewerkzaamheden in een logboek.
Veiligheid bij het gebruik van ge- Speciale veiligheidsvoorschrif- reedschappen Gebruik voor elk werk het gepaste gereedschap. Onge- Bij het verrichten van werkzaamheden aan batterijen vallen worden voorkomen door kennis betreffende het dient u altijd beschermende kleding en een veiligheids- juiste gebruik van gereedschappen en de grenzen van bril te dragen.
Algemene beschrijving De QAS 5 80-200 Jd wisselstroomgenerator wordt continu gebruikt op plaatsen waar geen elektriciteit voorhanden is of als noodaggregaat in geval de netspanning uitvalt. De generator werkt op 50/60 Hz, 400/480 V – 3-fasig in lijn-tot-lijn-modus met nulleider. De QAS 5 generator wordt aangedreven door een vloeistofgekoelde dieselmotor, gebouwd door John Deere.
Pagina 17
Alternator Luchtfilter Koppeling Aftapslang motorolie Aftap -en toegangsopening (in het raam) Aftapplug brandstof Motor Ventilator Vuldop motorolie Vuldop koelmiddel Brandstoffilter Batterij Intercooler Oliefilter Oliepeilstok motor Brandstofvoorfilter 1 Brandstofvoorfilter 2 Radiator DPF,DH DPF,DH - 17 -...
Pictogrammen Waarschuwt dat de geleidingsstangen Duidt de batterijschakelaar aan. niet mogen worden gebruikt om de De pictogrammen bevatten instructies en informatie. generator op te tillen. Gebruik Ze waarschuwen ook voor gevaren. Gemakshalve en daarvoor steeds de hefstang in het dak voor de veiligheid moeten alle pictogrammen Geeft aan dat de eenheid van de generator.
Mechanische kenmerken 2.3.2 Motor en alternator 2.3.6 Carrosserie De alternator wordt aangedreven door een koelvloei- De alternator, de motor, het koelsysteem, enz. zijn 2.3.1 Compartimenten stofgekoelde dieselmotor. Het motorvermogen wordt ingebouwd in een geluiddempende carrosserie overgebracht door een directe schijfkoppeling. voorzien van scharnierdeuren (en afneembare De QAS 5 is onderverdeeld in twee compartimenten: panelen).
2.3.9 Aftappluggen en vuldoppen 2.3.11 Aansluiting voor externe Binnenaanzicht brandstoftank (met/zonder De aftapopeningen voor motorolie en koelvloeistof, snelkoppelingen) alsook de brandstofplug bevinden zich in het onder- stel en zijn gemerkt. Een van de brandstofaftapplug- De optionele aansluiting voor een externe brandstof- gen bevindt zich onderaan in het onderstel en de tank laat toe de interne brandstoftank te overbruggen andere aan de kastzijde in het onderstel.
Elektrische kenmerken 2.4.2.1 Bedieningspaneel met Qc1103™ S3..Noodstopknop controller Druk de knop in om de generator in geval De elektrische kenmerken beschreven in dit van nood te stoppen. Werd de knop hoofdstuk worden standaard geleverd op deze ingedrukt, dan moet hij ontgrendeld worden, generator.
2.4.2.2 Bedieningspaneel met Qc2103™ 2.4.2.3 Bedieningspaneel met Qc4003™ S3 ..Noodstopknop controller controller Druk de knop in om de generator in geval van nood te stoppen. Werd de knop Algemene beschrijving Qc4003™ bedieningspaneel ingedrukt, dan moet hij ontgrendeld worden, vooraleer de generator opnieuw kan worden gestart.
Pagina 23
Qc4003™ module S3 ..Noodstopknop X30 ..Connector - Vermogenbeheersysteem Druk de knop in om de generator in geval van nood te stoppen. Werd de knop Connector voor communicatie met andere ingedrukt, dan moet hij ontgrendeld worden, generatoren met Qc4003™ bij parallelscha- vooraleer de generator opnieuw kan worden keling, zowel in ALS als PMS.
(30 mA) of de overstroombeveiliging S3 ..Noodstopknop controller QAS 5 80: 125 A, QAS 5 100: 160 A, QAS Druk de knop in om de generator in geval 5 120: 200 A, QAS 5 150: 250 A, QAS 5 van nood te stoppen.
2.4.2.5 Bedieningspaneel met Qc3012™ A1 ..Display controller FS1 ..Aardlekrelais Detecteert en meldt een aardlek en activeert de hoofdstroomonderbreker Q600. Het detectieniveau kan vast worden ingesteld op 30 mA met onmiddellijke uitval, maar is ook DSE7320 instelbaar tussen 0,1 A en 30 A met een uitvalvertraging (0 - 4,5 sec).
2.4.3 Uitgangsklemmenbord S3 ..Noodstopknop Druk de knop in om de generator in geval De kast bevat een klemmenbord voor een van nood te stoppen. Werd de knop gemakkelijkere aansluiting van kabels. Het bevindt ingedrukt, dan moet hij ontgrendeld worden zich onder het bedienings- en controlepaneel. door hem naar links te draaien, vooraleer de generator opnieuw kan worden gestart.
Installatie en aansluiting Installatie Teneinde de generator met een vorkheftruck te kunnen optillen, zijn er in het onderstel rechthoekige Hijsen sleuven voorzien. 3.2.1 Installatie binnen Het hijsoog om de generator op te heffen met een Wordt de generator binnen opgesteld, plaats dan een hijstoestel is in de carrosserie geïntegreerd en uitlaatpijp voldoende...
3.3.3 Aansluiten van de belasting De minimaal toelaatbare kabeldoorsnede en de – Open deur bedienings- overeenkomstige maximale lengte van kabels en controlepaneel alsook de doorzichtige deur voor 3.3.3.1 Lokaal stroomverdeelbord leidingen voor meeraderige kabels of kabels van het het klemmenbord X1. type H07 RN-F, zijn, bij nominale stroom (20 A), Als er contactdozen aanwezig zijn, moeten deze –...
Bedieningsinstructies Vóór het starten – Controleer dat de belasting uitgeschakeld is. Volg steeds nauwgezet de toepasse- – Controleer of de beveiliging tegen aardsluiting lijke veiligheidsinstructies, in uw – Als de generator waterpas staat, controleer het (N22) niet geschakeld heeft (terugstellen indien eigen belang.
De Qc1103™ bedienen en – Om de generator op te starten in de automatische – Indien er éénfasige belastingen aangesloten zijn modus: aan de uitgangsklemmen van de generator, zorg er instellen dan voor dat de belastingen gelijkmatig verdeeld • Druk op de knop AUTO op de Qc1103™ zijn.
4.2.4 De Qc1103™ instellen GB OPENEN: Hiermee wordt de UP: Wordt gebruikt om naar boven stroomonderbreker van de te scrollen door de informatie op 4.2.4.1 Drukknop- en LED-functies generator manueel geopend (alleen het display en om de waarde van in de manuele bedrijfsmodus). De volgende drukknoppen worden gebruikt op de parameters te verhogen.
Pagina 33
De volgende LED's worden gebruikt op de Qc1103™: 4.2.4.2 Menuoverzicht Qc1103™ Een brandende LED wijst erop De Qc1103™ display bevat de onderstaande dat de manuele modus actief is. menusystemen kunnen worden gebruikt/ Een groene knipperende led wijst erop dat de blokkeermodus actief weergegeven zonder wachtwoord: –...
– Logmenu: Weergavevoorbeelden: Servicetimer 1 en 2. Bedrijfsuren: De softwareversie is terug te vinden in het Dit menu bevat gebeurtenissen-, alarm- en servicemenu: batterijlogs. – Menu instellingen: Dit menu wordt gebruikt om de machine in te stellen en wanneer de operator gedetailleerde informatie nodig heeft die niet beschikbaar is in het weergavemenu.
Pagina 35
Menustroom: ...(tot 20 weergaven)... Schakel met de OMHOOG/OMLAAG-knoppen tussen de verschillende menu's Gebruik de OMHOOG/OMLAAG-knoppen om het instelpunt te wijzigen - 35 -...
Pagina 36
Tekst statusregel Display Beschrijving BLOCK De blokkeermodus is geactiveerd SIMPLE TEST De testmodus is geactiveerd FULL TEST SIMPLE TEST ###.#min De testmodus is geactiveerd en de testtimer telt af FULL TEST ###.#min ISLAND MAN Generatorset gestopt of actief en geen andere actie bezig READY ISLAND AUTO Generatorset gestopt in automatische modus ISLAND ACTIVE...
Display Beschrijving START PREPARE Het relais voor start voorbereiden is geactiveerd TARTRELAIS AAN Het startrelais is geactiveerd START RELAY OFF Het startrelais wordt gedeactiveerd tijdens de startsequentie Hz/V OK IN ###s De spanning en frequentie op de generatorset zijn OK. Als de timer afloopt mag hij de stroomonderbreker van de generator bedienen.
4.2.4.3 Werkmodi 4.2.4.5 Parameterinstellingen De generatorset wordt uitgescha- De machine heeft drie verschillende werkmodi en één De parameterinstellingen zijn voorgeprogrammeerd. keld als de blokkeer modus is gese- blokkeermodus. De verschillende werkmodi worden Om de parameterinstellingen te wijzigen is een lecteerd terwijl de generatorset geselecteerd via het display of de PARUS-software.
Pagina 39
Een parameter wijzigen: 3. Selecteer de menugroep met de ENTER-toets om 4.2.4.6 LOG-lijst te kunnen wijzigen. 1. Open het instelmenu. De logs zijn onderverdeeld in drie verschillende lijsten: – Gebeurtenissenlog: bevat tot 50 gebeurtenissen – Alarmlog: bevat tot 30 historische alarmen –...
De Qc2103™ bedienen en 4.3.2 Tijdens de werking • De generator start automatisch op afhankelijk van de gekozen applicatie: instellen Voer regelmatig de volgende controles uit: In de eilandmodus start de generator – Controleer op de controller of alle displaywaarden automatisch bij een startcommando (bijv.
4.3.3 Stoppen – In manuele modus: • Schakel de belasting uit. • Schakel stroomonderbreker Q1 uit. • Druk op de STOP-knop om de generator te stoppen. – In AUTO-modus: • Schakel de belasting uit. • In de eilandmodus stopt de generator de motor door een stopcommando (bijv.
4.3.4 De Qc2103™ instellen MAN: Hiermee wordt de generator MB OPENEN: Hiermee wordt de in de modus MANUEEL/ netonderbrekerschakelaar van de 4.3.4.1 Drukknop- en LED-functies generator manueel geopend (alleen BLOKKEREN gezet. Druk een keer op MAN om de in de manuele bedrijfsmodus). De volgende drukknoppen worden gebruikt op de manuele modus te activeren en Qc2103™:...
Pagina 43
De volgende LED's worden gebruikt op de Qc2103™: 4.3.4.2 Menuoverzicht Qc2103™ Een brandende LED wijst erop De Qc2103™ display bevat de onderstaande dat de manuele modus actief is. menusystemen kunnen worden gebruikt/ Een groene knipperende led wijst erop dat de blokkeermodus actief weergegeven zonder wachtwoord: –...
Pagina 44
– Logmenu: Weergavevoorbeelden: Servicetimer 1 en 2. Bedrijfsuren: De softwareversie is terug te vinden in het Dit menu bevat gebeurtenissen-, alarm- en servicemenu: batterijlogs. – Menu instellingen: Dit menu wordt gebruikt om de machine in te stellen en wanneer de operator gedetailleerde informatie nodig heeft die niet beschikbaar is in het weergavemenu.
Pagina 45
Menustroom: ...(tot 20 weergaven)... Schakel met de OMHOOG/OMLAAG-knoppen tussen de verschillende menu's Gebruik de OMHOOG/OMLAAG-knoppen om het instelpunt te wijzigen - 45 -...
Pagina 46
Tekst statusregel Display Beschrijving BLOCK De blokkeermodus is geactiveerd SIMPLE TEST De testmodus is geactiveerd FULL TEST De testmodus is geactiveerd en de testtimer telt af SIMPLE TEST ###.#min FULL TEST ###.#min ISLAND MAN Generatorset gestopt of actief en geen andere actie bezig READY ISLAND AUTO Generatorset gestopt in automatische modus ISLAND ACTIVE...
Pagina 47
Display Beschrijving IDLE RUN ###.#min De timer van de functie "stationair draaien" is actief. Aux.-test ##.#V ####s Batterijtest geactiveerd START PREPARE Het relais voor start voorbereiden is geactiveerd. TARTRELAIS AAN Het startrelais is geactiveerd. START RELAY OFF Het startrelais wordt gedeactiveerd tijdens de startsequentie. MAINS FAILURE Netstoring en timer voor netstoring verlopen.
4.3.4.3 Werkmodi Automatische inschakeling bij netstoring (AMF) De generatorset wordt uitgescha- De machine heeft drie verschillende werkmodi en één Deze toepassing is alleen mogelijk in keld als de blokkeer modus is gese- blokkeermodus. De verschillende werkmodi worden combinatie met de AUTO modus. lecteerd terwijl de generatorset geselecteerd via het display of de PARUS-software.
Werking met Lastovername (Load Take Over - LTO) 4.3.4.5 Parameterinstellingen Een parameter wijzigen: – Deze bedrijfsmodus wordt geselecteerd voor 1. Open het instelmenu. De Parametermenu's zijn voorgeprogrammeerd. toepassingen met start ter plaatse/op afstand. Om de parameterinstellingen te wijzigen is een –...
Pagina 50
3. Selecteer de menugroep met de ENTER-toets om 4.3.4.6 LOG-lijst De LOG-lijst openen: te kunnen wijzigen. 1. Open het LOG-menu. De logs zijn onderverdeeld in drie verschillende lijsten: 2. Selecteer de gewenste loglijst met de knoppen OMHOOG en OMLAAG en selecteer met de –...
De Qc4003™ bedienen en – In AUTO modus: Tijdens de werking mogen de • De generator zal automatisch opstarten en de instellen deuren van de generator slechts schakelaars sluiten afhankelijk van de gekozen kortstondig geopend blijven om bv. applicatie. Voordat u de controller instelt, moet routinecontroles uit te voeren.
4.4.4 De Qc4003™ instellen STOP: Stopt de generatorset als MODUS: Verandert de menulijn SEMI-AUTO of MANUAL (lijn 4) op het display naar modus- 4.4.4.1 Drukknop- en LED-functies geselecteerd is. selectie. De volgende drukknoppen worden gebruikt op de GB: Manueel activeren van de SEL: Wordt gebruikt om de Qc4003™...
Pagina 53
De volgende LED's worden gebruikt op de Qc4003™: De Qc4003™ besturingseenheid omvat 5 LED’s: (GB) ON Groene LED duidt aan dat de onder- brekerschakelaar van de generator ge- sloten is. Gele LED geeft aan dat de stroomon- Qc400 derbreker van de generator een com- mando heeft gekregen om te sluiten op een zwarte BUS, maar dat de stroomonderbreker nog niet gesloten...
Pagina 54
4.4.4.2 Menu-overzicht Qc4003™ Weergave V2 – De weergave V2 toont enkele generatormetingen. – In de weergave V1 kan de gebruiker 15 Hoofdweergave configureerbare schermen omhoog en omlaag Het display heeft 4 verschillende lijnen. De doorlopen. Deze schermen tonen verschillende informatie op deze lijnen kan veranderen, afhankelijk metingen van de generator, de bus en het net.
Pagina 55
Wanneer u SETUP selecteert krijgt u de volgende Door naar beneden te schuiven krijgt u alle De gebruiker kan door deze lijst bladeren en één weergave: beveiligingsparameters: instelpunt selecteren met de SEL-knop. – De eerste lijn toont informatie over de generator. Na selectie van SP verschijnt de volgende weergave: –...
Pagina 56
– 9000 Software version – 9020 Service port – 911X User password Niveau 2 en Niveau 3 wachtwoorden kunnen enkel worden ingesteld via de Atlas Copco Utility Software pc-software. – 9120 Service menu – 9130 Single/Split/Three phase – 9140 Angle comp. BB/G...
Pagina 57
4.4.4.3 Instellingen wijzigen Menustroom: CONTROLE OPMAAK, I/O-INSTELLING en SYSTEEMINSTELLING hebben een soortgelijke menustroom. Voor meer details over het instelmenu verwijzen we naar de gebruikershandleiding van de Qc4003™. - 57 -...
Pagina 58
Gelieve contact op te nemen met het servicepersoneel Semi-Auto modus Bij een verandering van de werkmodus van het van Atlas Copco om de standaardparameters voor uw In Semi-auto modus moet de operator alle sequenties display, zal de gebruiker een paswoord moeten toestel te ontvangen.
De blokkeermodus is bestemd om ervoor te zorgen Bedrading van de installatie Lastovername dat de generator bijvoorbeeld niet opstart tijdens on- – Klemmen X25.10/X25.11 moeten worden ver- Netvoeding export derhoudswerkzaamheden. Als de digitale inputs wor- bonden. De module heeft altijd een terugkoppel- Meerdere generator- den gebruikt om de modus te veranderen, is het signaal nodig van de netonderbrekerschakelaar...
Pagina 60
Automatische inschakeling bij netstoring (AMF) Werking met piekbeperking (PS) Bedrading van de installatie – De verbinding tussen X25.10/X25.11 moet wor- Generator Mains Generator Mains den verwijderd. breaker breaker breaker breaker LOAD LOAD – De terugkoppellijnen van de netonderbrekerscha- kelaar moeten worden aangesloten op X25.10/ X25.11/X25.12.
Pagina 61
Werking met Vast Vermogen (FP) Bedrading van de installatie Bedrading van de installatie – De verbinding tussen X25.10/X25.11 moet wor- – De verbinding tussen X25.10/X25.11 moet wor- den verwijderd. den verwijderd. Generator Mains breaker breaker LOAD – De terugkoppellijnen van de netonderbrekerscha- –...
Pagina 62
Werking met Lastovername (Load Take Over - LTO) Netvoeding Export (MPE) werking Bedrading van de installatie – De verbinding tussen X25.10 & X25.11 moet Generator Mains worden verwijderd. Generator Mains breaker breaker breaker LOAD breaker LOAD – De terugkoppellijnen van de netonderbrekerscha- kelaar moeten worden aangesloten op X25.10/ X25.11/X25.12.
PMS (= Power Management System) is een systeem generatoren correct te programmeren. Hiervoor zijn Bedrading van de installatie dat de generatoren automatisch start en stopt op basis verschillende redenen: – De verbinding tussen X25.10 & X25.11 moet van de reële belasting. Dit gebeurt door middel van worden verwijderd.
Pagina 64
Stopsignaal als: 4.4.4.6 Parallelschakeling parallelschakelen Voordat twee generatoren parallel worden Totaal vereist vermogen < (totaal beschikbaar generatoren met PMS hoeven de geschakeld, moeten de volgende verbindingen vermogen draaiende generatorsets analoge lastverdeellijnen niet meer worden uitgevoerd: vermogen van generator met laagste prioriteit - worden gebruikt.
Enkel met Vermogenomvormer (*) (*) Een vermogenomvormer is een apparaat dat het reële vermogen van het net meet en dit omzet in een 4...20 mA-signaal naar de Qc4003™-module. Neem contact op met Atlas Copco indien u bijkomende details wenst. - 65 -...
Pagina 66
De installatie kan tot 16 Qc4003™ modules bevatten. Indien het net in de installatie begrepen is, dan is een extra Qc4003™ module nodig. De installatie kan worden gestuurd en bewaakt via het PMS-softwarepakket. Neem contact op met Atlas Copco indien u meer details wenst over deze toepassing.
Pagina 67
Voeg geen waarden boven 60 seconden in om schade te voorkomen. 4. Voor meer informatie over de Qc4003™ module en haar toepassingen verwijzen we naar de Gebruikershandleiding en de toepassingsspecificatiebladen van de Qc4003™. Wenst u meer hulp, neem dan contact op met Atlas Copco. - 67 -...
De Qc1212™ bedienen en – De generator zal starten. Tijdens de werking mogen de In koude omstandigheden start de unit mogelijk instellen deuren van de generator slechts niet van de eerste keer. De controller probeert 3 kortstondig geopend blijven om bv. keer te starten.
4.5.4 Qc1212 beschrijving stuurmodule AUTO: Hiermee PREVIOUS PAGE: Hiermee stuurmodule in de automatische navigeert u naar de vorige pagina/ De Qc1212-stuurmodule is geïntegreerd in het modus. waarde. bedieningspaneel. De Qc1212 voert alle nodige taken uit om de generatorset te besturen en te beveiligen, NEXT PAGE: Hiermee navigeert u ongeacht de toepassing.
Pagina 70
4.5.4.2 Led's Qc1212 4.5.4.3 Menuoverzicht Qc1212 Instrumentpagina’s U kunt scrollen om de verschillende pagina's met Statuspagina informatie weer te geven door herhaaldelijk op de Dit is de startpagina, de pagina die wordt weergege- knoppen NEXT / PREVIOUS PAGE te drukken. ven wanneer geen andere pagina is geselecteerd en de Voorbeeld: pagina die automatisch wordt weergegeven wanneer...
Pagina 71
Als er bij het openen van een instrumentpagina geen – Brandstofverbruik* Pagina seriële poort knoppen worden ingedrukt, worden de instrumenten Dit deel is inbegrepen om informatie te geven over de – Gebruikte brandstof* automatisch weergegeven. momenteel geselecteerde seriële poort en de externe –...
Gebeurtenissenlog 4.5.4.4 Planner AUTO-modus De Qc1212 module houdt een logboek bij van vorige – De geplande werking draait ALLEEN als de mo- De Qc1212 bevat een planner waarmee u de alarmen en/of geselecteerde statuswijzigingen. Het generatorset automatisch kunt laten starten en dule zich in de AUTO-modus bevindt zonder uit- logboek kan de laatste 250 logvermeldingen opslaan.
Qc3012 (DSE8610MKII™) MANUAL: Hiermee zet u de DOWN: Hiermee kunt u naar het beschrijving stuurmodule stuurmodule in de manuele modus. item eronder scrollen. Verlaagt de waarde van de geselecteerde De Qc3012 (DSE8610MKII™) stuurmodule is instelling in het bewerkmenu. geïntegreerd in het bedieningspaneel. De Qc3012 AUTO: Hiermee zet u de (DSE8610MKII™) voert alle nodige taken uit om de PREVIOUS PAGE: Hiermee...
4.6.2 Qc3012 (DSE8610MKII™) led’s 4.6.3 Qc3012 (DSE8610MKII™) Instrumentpagina’s overzicht van de menu’s U kunt scrollen om de verschillende pagina's met informatie weer te geven door herhaaldelijk op de Statuspagina knoppen NEXT / PREVIOUS PAGE te drukken. Dit is de startpagina, de pagina die wordt weergege- Voorbeeld: ven wanneer geen andere pagina is geselecteerd en de pagina die automatisch wordt weergegeven wanneer...
Als er bij het openen van een instrumentpagina geen Generatorpagina Pagina seriële poort knoppen worden ingedrukt, worden de instrumenten Bevat elektrische waarden van de generator Dit deel is inbegrepen om informatie te geven over de automatisch weergegeven. (alternator), gemeten of afgeleid van de spannings- en momenteel geselecteerde seriële poort en de externe stroomingangen van de module.
4.6.4 Planner Om het gebeurtenissenlog weer te geven, drukt u AUTO-modus herhaaldelijk op de NEXT PAGE-knop tot het LCD- – De geplande werking draait ALLEEN als de mo- De Qc3012 (DSE8610MKII™) bevat een planner scherm het gebeurtenissenlog weergeeft: dule zich in de AUTO-modus bevindt zonder uit- waarmee u de generatorset automatisch kunt laten schakelalarm of elektrisch onderbrekingsalarm.
Overzicht van de toepassingen Vereist materiaal voor Gebruiken Modus Configuratie Beschrijving N generatorsets Deze configuratie wordt gebruikt om één generatorset te verbinden als stand- Enkel byvermogen samen met het net. De 1 x Qc3111 (DSE8620™) Stand-by Enkel parallel met generatorset zal synchroniseren met het net 1 x Genset Genset wanneer de netspanning terugkeert om een...
Pagina 78
Vereist materiaal voor Gebruiken Modus Configuratie Beschrijving N generatorsets Deze configuratie wordt gebruikt om meerdere generatorsets parallel te verbinden als stand- byvermogen samen met het net. De generatorset zal een signaal op afstand Meervoudige N x Qc3012 Meervoudig ontvangen van de DSE8660 en ze zullen samen stand-by (DSE8610MKII™) Stand-by...
Onderhoudskit Voor de belangrijkste submodules heeft Atlas Copco een aantal servicekits samengesteld die alle slijtdelen bevatten. Deze servicekits bieden het voordeel van originele onderdelen, verlagen de administratiekosten en worden u aangeboden aan een verlaagde prijs tegenover de onderdelen apart. Raadpleeg de onderdelenlijst voor meer informatie over de inhoud van de servicekits.
Pagina 80
100 uur na Om de 500 Om de Om de Onderhoudsschema (bedrijfsuren) Dagelijks Jaarlijks Elke 2 jaar het starten 1000 uur 2000 uur Ventilator-/alternatorriem inspecteren/aanpassen Vervang ventilator-/alternatorriem Meet isolatieweerstand van de alternator (11) Test aardlekrelais (13) Controleer noodstopknop (13) Reinig radiator (1) Controleer op obstructies in de carterventilatiefilter en de slangen, vervang indien nodig Tap condensaat en water af van lekvrij frame of...
Pagina 81
100 uur na Om de 500 Om de Om de Onderhoudsschema (bedrijfsuren) Dagelijks Jaarlijks Elke 2 jaar het starten 1000 uur 2000 uur Inspecteer turbocompressor Inspecteer waterpomp Smeer de mastkraag in Inspectie door gespecialiseerde onderhoudstechnicus - 81 -...
Pagina 82
Onderhoudskit Voor de belangrijkste ondergehelen heeft Atlas Copco een aantal onderhoudskits samengesteld die alle slijtdelen bevatten. Deze servicekits bieden het voordeel van originele onderdelen, verlagen de administratiekosten en worden u aangeboden aan een verlaagde prijs tegenover de onderdelen apart. Raadpleeg de onderdelenlijst voor meer informatie over de inhoud van de servicekits.
Pagina 83
Verklein het onderhoudsinterval bij gebruik in zware omstandigheden. (6) Zie paragraaf “Specificaties van de motorolie”. (7) De volgende onderdeelnummers kunnen worden besteld bij Atlas Copco om inhibitoren en vriespunten te controleren: • 2913 0028 00: refractometer •...
De bestelnummers van de servicepakketten staan Laat de machine na een periode van lage belasting groeven slijten weg, waardoor de zuigerveer ook vermeld in de onderdelenlijst van Atlas Copco (ASL). onmiddellijk op vollast werken. Sluit de eenheid niet meer goed gesmeerd kan worden.
Gebruik PAROIL E of PAROIL Extra motorolie Verbind de weerstandsmeter tussen de aardklem en Als regelmatig tests worden uitgevoerd zonder belas- van Atlas Copco. de klem L1 en genereer een spanning van 500 V. Op ting, mogen die niet langer dan 10 minuten duren.
(1) en vult u de juiste motorolie van 7. Zorg dat de inkepingen in de stofdichting (5) Atlas Copco bij tot op het voorgeschreven peil. De correct in de sleuven van de behuizing zitten. positie van de vuldop hangt af van de Vervang de stofdichting indien ze beschadigd is.
De kwaliteit van het product kan door drie parameters raturen. worden vastgesteld. – Een refractometer met onderdeelnummer 2913 0028 00 kan bij Atlas Copco besteld worden. Visuele controle – Controleer het kleuraspect van de koelvloeistof en mengsels verschillende...
– Werp het filterelement (4) weg als het beschadigd verwijderd of gerecycleerd worden. vooraleer te beginnen met reini- – Zoek in de Atlas Copco bedieningshandleiding op gings- of onderhoudswerken aan de – Bij gebruik in zware omstandigheden is het luchtfilter (1).
5.4.5 Brandstoffilter vervangen 5.4.4.4 Vervangen van het luchtfilterelement Vloeistof onder druk kan, wanneer – Maak de drukklemmen (1) los en verwijder de De motoren van de QES-units zijn uitgerust met een ze ontsnapt, door de huid dringen en stofvanger (2). Reinig de stofvanger. primair brandstoffilter (1) en een secundair brandstof- ernstig letsel veroorzaken.
5.4.6 Het brandstofsysteem ontluchten 5. Controleer de filterbevestigingsbasis op netheid. Zo nodig reinigen. De verhogingen op de Nadat het brandstofsysteem werd geopend voor brandstoffilterbus moeten correct uitgelijnd zijn onderhoud (leidingen of filters losgekoppeld) moet met de sleuven in de bevestigingsbasis voor een het systeem altijd worden ontlucht.
Afstellingen en – Houd de waterkoeler (2) goed schoon voor een optimaal koelrendement. onderhoudsprocedures – De waterkoeler van de motor (2) is toegankelijk via de zijdeur (1). Verwijder de secundaire 5.5.1 Reiniging koelers demper om toegang te verkrijgen voor het reinigen van de radiator.
5.5.2 Reiniging brandstoftank 5.5.3 Onderhoud van de batterijen – Vul elke cel met elektrolyt tot het niveau 10 tot 15 mm boven de platen staat, of tot aan het merkte- Lees de betreffende veiligheidsvoor- ken op de batterij. schriften alvorens de batterijen aan –...
– Voer regelmatig een test uit van de gesteldheid. lagers vervangen moeten worden, neem dan con- Testintervallen van 1 tot 3 maanden, naargelang tact op met Atlas Copco. van het klimaat en de bedieningsomstandigheden, 3. Maak de spannerarm spanningsvrij en verwijder worden aanbevolen.
6. Plaats de momentsleutel zodat hij is uitgelijnd met De schroefdraad op de dopschroe- tact op met Atlas Copco. het midden van de riemschijf en de spanner. ven van de riemspanner is links- 4.
5.5.5 De klepspeling meten 5. Zet de riem onder spanning met behulp van de riemspanner. Verwijder sleutel. – Instelling klepspeling inlaat (tuimelaar naar uiteinde klep) (koude motor): 6. Installeer de ventilatorbeschermkap, indien eerst verwijderd. Speling: 0,36 mm (0,014 inch) – Instelling klepspeling uitlaat (tuimelaar naar 7.
Specificaties motorproducten Specificaties van PAROIL Motor Type smeermiddel PAROIL van Atlas Copco is de ENIGE geteste en 5.6.1 Specificaties motorbrandstof goedgekeurde olie die mag gebruikt worden in alle PAROIL E of motoren die in compressoren en generatorsets van Neem contact op met uw Atlas Copco Customer tussen -10°C en 50°C...
Liter cu.ft met ultrahoog rendement en een hoge viscositeitsin- ten, kan er hete koelvloeistof uit- dex. Atlas Copco PAROIL Extra is ontwikkeld om spatten, wat tot persoonlijk letsel blik 0,175 1615 5953 00 een uitstekende smering te verschaffen bij het starten kan leiden.
Pagina 98
Om een afdoende bescherming te garanderen tegen Atlas Copco worden gebruikt. corrosie, cavitatie en de vorming van afzettingen, Parcool Green, een koelvloeistof van Atlas Copco moet de concentratie van de additieven in de met een verlengde levensduur, is een nieuw type...
Controles en oplossen van Opsporen en verhelpen van – Storing in brandstofzuigpomp. motorstoringen problemen – Brandstoffilterelement vuil. – Luchtfilter/reiniger of inductiesysteem verstopt. In de onderstaande lijst ziet u een overzicht van de Laat de machine nooit proefdraaien mogelijke motorproblemen met hun eventuele –...
Pagina 100
Hoog brandstofverbruik – Storing in koude-startsysteem. De druk van de smeerolie is te hoog – Luchtfilter/reiniger of inductiesysteem verstopt. – Verkeerd soort smeerolie. – Verkeerde soort of kwaliteit brandstof gebruikt. – Storing in verstuivers of verkeerd type gebruikt. – Motortemperatuur is te hoog. –...
Opsporen en verhelpen van alternatorstoringen Symptoom Mogelijke oorzaak Correctieve actie Alternator geeft 0 Volt Gesprongen zekering. Vervang de zekering. Geen restspanning. Activeer de alternator door een 12 V batterijspanning aan te leggen met een 30 resistor in serie op de + en - klemmen van de elektronische regelaar, met inachtneming van de polariteiten.
6.3.1.3 Alarmen oplossen Dit is de beschreven menustroom voor het oplossen van alarmen: Alarm list: Start failure 2 s. Ch 4570 UNACK 1/1 alarm(s) Alarm list: Start failure Ch 4570 1/1 alarm(s) PROBLEEMOPLOSSING Zie volgende pagina - 103 -...
Pagina 104
Reinig de radiator. Slechte verbinding Controleer bedrading. Lage oliedruk Onvoldoende olie Vul olie bij tot het geschikte niveau. Controleer op lekken. Defecte sensor Vervang sensor. Defecte olietank Controleer of neem contact op met Atlas Copco. Slechte verbinding Controleer bedrading. - 104 -...
6.3.2 Qc4003™ alarmen en oplossingen 6.3.2.1 Foutklassen Motor gestopt: 6.3.2.2 Diagnosemenu – Alarm: Blokkering motorstart. De configuratie van alle geactiveerde alarmen van de Het diagnosemenu kan worden geopend via kanaal module omvat een foutklasse. De foutklasse 6700. Het wordt gebruikt in motordiagnosesituaties. –...
Opbergen van de generator Opbergen Opnieuw gebruiksklaar maken – Berg de generator op in een droge, vorstvrije en een opberging goed geventileerde ruimte. – Laat de motor regelmatig warmdraaien, bijv. Vooraleer de generator opnieuw in gebruik te nemen, éénmaal per week. Indien dit niet mogelijk is, de omhulling, het VCI-papier en de zakjes met moeten er extra voorzorgen getroffen worden: silicagel verwijderen en de generator aan een...
Niet lozen via de niet-recycleerbare materialen. riolering of het oppervlaktewater. Uw Atlas Copco generator bestaat grotendeels uit me- talen onderdelen, die in staalfabrieken en smeltovens opnieuw gesmolten kunnen worden en dus haast on- beperkt recycleerbaar zijn. Het gebruikte plastic is aangeduid: sortering en fractionering van het materi- aal voor latere recyclage is voorzien.
Verkrijgbare opties Beschrijving van de elektrische 9.2.2 Batterijschakelaar opties Met een batterijschakelaar kunt u de positieve pool Overzicht van de elektrische van de batterij loskoppelen. opties De positionering van de onderdelen 9.2.3 Motorkoelvloeistofverwarmer die worden vermeld in de beschrij- De volgende elektrische opties zijn verkrijgbaar: ving van de QAS 5 opties, kan licht Om te verzekeren dat de motor direct kan starten en –...
9.2.5 Leksensor De generator start en synchroniseert met de busrail Om het toestel en de lading te om verbinding te maken met het elektrische systeem. Als de sensor een vloeistoflek in het frame detecteert, beschermen, moet de gebruiker een Als de generator gesynchroniseerd is, sluit de wordt de machine buiten bedrijf gesteld.
9.2.11 Fleetlink advanced X1 ..Netvoeding (400 Vac) Klemmen L1, L2, L3, N (= nulleider) en PE 9.2.12 Powerlocks (= aarding), bevinden zich achter de deur Qc3012 van het controlepaneel en achter een kleine 9.2.13 Isolatiebewakingsrelais (ITR) doorzichtige deur. De generator is bedraad voor een IT-net; dat betekent N14 ..Isolatiebewakingsrelais dat er geen voedingsleidingen van de elektrische Controleert de isolatieweerstand en activeert...
9.2.14 “Electricité de France” (EDF) 9.2.15 Dubbele frequentie (DF) 9.2.16 Contactdozen Als de optie EDF geïnstalleerd is, werkt de generator Met de optie Dubbele frequentie kan de unit zowel op Hierna volgt een korte beschrijving van alle op de als een standaardgenerator als de nulleider- en de PE- 50 Hz als op 60 Hz werken bij constante belasting.
9.2.17 Individuele aardlekbeveiliging type Q1 ..Hoofdstroomonderbreker X1 ..Netvoeding (400 Vac) A voor contactdozen (ELP) Klemmen L1, L2, L3, N (= nulleider) en PE N23 ..Aardlekdetector (= aarding), bevinden zich achter de deur De aardrelais-optie voorziet in een detector die de Detecteert en meldt een aardlek en activeert van het controlepaneel en achter een kleine contactdoosschakelaar zal deactiveren wanneer er een...
Overzicht van de mechanische Beschrijving van de – Trek de handrem (2) altijd aan wanneer u de generator parkeert. opties mechanische opties – Laat voldoende ruimte vrij voor bediening, De volgende mechanische opties zijn verkrijgbaar: controle en onderhoud (minstens 1 meter aan elke 9.4.1 Onderstel, verstelbare trekstang –...
9.4.3 Vonkdover 9.4.4 Afsluiter inlaat (ISV) 9.4.6 Gegalvaniseerde tractiestang De optionele ingebouwde vonkdover is inbegrepen in De optionele afsluiter voor de inlaat is inbegrepen in Eén gegalvaniseerde tractiestang per zijde. Dit zijn het uitrustingspakket voor raffinaderijen. het uitrustingspakket voor raffinaderijen. Deze add-ons.
9.4.7 Transportbumpers 9.4.8 Extensies platen klemmenbord 9.4.9 Aansluiting voor externe brandstoftank (met/zonder snelkoppelingen) optionele aansluiting voor externe brandstoftank laat toe de interne brandstoftank te overbruggen en de externe brandstoftank aan te sluiten aan de generator. Buitenaanzicht Twee zijrubbers (1) zijn aanwezig boven de Extensies voor de platen van het klemmenbord vorkheftrucksleuven.
Pagina 117
Binnenaanzicht Stand 1: Geeft aan dat de brandstoftoevoerleiding naar de motor aangesloten is op de interne brandstoftank. Stand 2: Geeft aan dat de brandstoftoevoerleiding naar de motor aangesloten is op de externe brandstoftank. Toevoeraansluiting voor externe brandstoftank Retouraansluiting voor externe brandstoftank Sluit steeds zowel de brandstoftoevoer- als de brandstofterugloopleiding aan, als deze optie gebruikt...
Nominaal netto uitgangsvermogen 76 kW waardetype conform ISO 3046-7 ICXN Koelvloeistof Parcool Green Verbrandingssysteem directe inspuiting Aanzuiging met turbocompressor Aantal cilinders Slagvolume 4,5 l Snelheidsregeling elektronisch Inhoud olietank (eerste vulling) 12 l Inhoud koelsysteem 19,3 l Elektrisch circuit 12 Vdc Maximaal toelaatbare belastingsfactor van PRP over een periode van 24 Standaard IEC34-1...
Opmerkingen Referentiewaarden voor motorprestatie conform ISO 3046-1. Zie onderstaande vermogensverliesgrafiek of informeer bij de fabrikant voor andere omstandigheden. In referentieomstandigheden, tenzij anders aangegeven. Definitie van nominale waarden (ISO 8528-1): PRP: Prime Power (Primair Vermogen) is het maximum beschikbare vermogen tijdens een variabele vermogenssequentie, die gedurende een onbepaald aantal uren per jaar kan lopen, tussen bepaalde onderhoudsintervallen en onder de bepaalde omgevingsomstandigheden.
Pagina 122
Vermogensverlies in (%) Temperatuur Hoogte PRP 1500 - 400 V (°C) 1000 1500 2000 2500 3000 Vermogensverlies in (%) Temperatuur Hoogte PRP 1800 - 480V (°C) 1000 1500 2000 2500 3000 - 122 -...
Pagina 123
ESP 1500 - 400 V (°C) 1000 1500 2000 2500 3000 Vermogensverlies in (%) Temperatuur Hoogte ESP 1800 - 480V (°C) 1000 1500 2000 2500 3000 Neem contact op met Atlas Copco voor het gebruik van de generator buiten deze omstandigheden. - 123 -...
10.2 Technische specificaties voor QAS 5 100 10.2.1 Aflezen van meters Meter Aflezing Eenheid Ampèremeter L1-L3 (P1-P3) Onder max. toelaatbare waarde Voltmeter (P4) Onder max. toelaatbare waarde 10.2.2 Instellingen van zekeringen Safety Functie Schakelt bij Motorkoelvloeistoftemperatuur Waarschuwing 107°C Motorkoelvloeistoftemperatuur Stilleggen 112°C 10.2.3 Specificaties van motor/alternator/generator...
Pagina 125
Nominaal schijnbaar vermogen (ESP) 109 kVA Nominale spanning lijn-lijn 400 V Nominale stroom 143 A Vermogensklasse (conform ISO 8528-5:1993) G2/ G3 Toegelaten belasting in één stap 75/ 65% 59,3/ 51,4 kW Frequentieval isochroon, ≤5% Brandstofverbruik bij nullast (0%) 2,2 kg/h Brandstofverbruik bij deellast (50%) 10,7 kg/h Brandstofverbruik bij deellast (75%)
Pagina 126
Koelvloeistof Parcool Green Verbrandingssysteem directe inspuiting Aanzuiging met turbocompressor Aantal cilinders Slagvolume 4,5 l Snelheidsregeling elektronisch Inhoud olietank (eerste vulling) 12 l Inhoud koelsysteem 19,3 l Elektrisch circuit 12 Vdc Maximaal toelaatbare belastingsfactor van PRP over een periode van 24 Voldoet aan emissienormen EU FASE 3A Standaard...
Pagina 127
Opmerkingen Referentiewaarden voor motorprestatie conform ISO 3046-1. Zie onderstaande vermogensverliesgrafiek of informeer bij de fabrikant voor andere omstandigheden. In referentieomstandigheden, tenzij anders aangegeven. Definitie van nominale waarden (ISO 8528-1): PRP: Prime Power (Primair Vermogen) is het maximum beschikbare vermogen tijdens een variabele vermogenssequentie, die gedurende een onbepaald aantal uren per jaar kan lopen, tussen bepaalde onderhoudsintervallen en onder de bepaalde omgevingsomstandigheden.
Pagina 128
Vermogensverlies in (%) Temperatuur Hoogte PRP 1500 - 400 V (°C) 1000 1500 2000 2500 3000 Vermogensverlies in (%) Temperatuur Hoogte PRP 1800 - 480V (°C) 1000 1500 2000 2500 3000 - 128 -...
Pagina 129
ESP 1500 - 400 V (°C) 1000 1500 2000 2500 3000 Vermogensverlies in (%) Temperatuur Hoogte ESP 1800 - 480V (°C) 1000 1500 2000 2500 3000 Neem contact op met Atlas Copco voor het gebruik van de generator buiten deze omstandigheden. - 129 -...
10.3 Technische specificaties voor QAS 5 120 10.3.1 Aflezen van meters Meter Aflezing Eenheid Ampèremeter L1-L3 (P1-P3) Onder max. toelaatbare waarde Voltmeter (P4) Onder max. toelaatbare waarde 10.3.2 Instellingen van zekeringen Safety Functie Schakelt bij Motorkoelvloeistoftemperatuur Waarschuwing 107°C Motorkoelvloeistoftemperatuur Stilleggen 112°C 10.3.3 Specificaties van motor/alternator/generator...
Pagina 131
Nominaal schijnbaar vermogen (ESP) 138 kVA Nominale spanning lijn-lijn 400 V Nominale stroom 179 A Vermogensklasse (conform ISO 8528-5:1993) G2/ G3 Toegelaten belasting in één stap 51/ 44% 50,5/ 43,6 kW Frequentieval isochroon, ≤5% Brandstofverbruik bij nullast (0%) 2,15 kg/h Brandstofverbruik bij deellast (50%) 13,5 kg/h Brandstofverbruik bij deellast (75%)
Pagina 132
Koelvloeistof Parcool Green Verbrandingssysteem directe inspuiting Aanzuiging met turbocompressor Aantal cilinders Slagvolume 4,5 l Snelheidsregeling elektronisch Inhoud olietank (eerste vulling) 12 l Inhoud koelsysteem 19,3 l Elektrisch circuit 12 Vdc Maximaal toelaatbare belastingsfactor van PRP over een periode van 24 Standaard IEC34-1 Alternator 4)
Pagina 133
Opmerkingen Referentiewaarden voor motorprestatie conform ISO 3046-1. Zie onderstaande vermogensverliesgrafiek of informeer bij de fabrikant voor andere omstandigheden. In referentieomstandigheden, tenzij anders aangegeven. Definitie van nominale waarden (ISO 8528-1): PRP: Prime Power (Primair Vermogen) is het maximum beschikbare vermogen tijdens een variabele vermogenssequentie, die gedurende een onbepaald aantal uren per jaar kan lopen, tussen bepaalde onderhoudsintervallen en onder de bepaalde omgevingsomstandigheden.
Pagina 134
Vermogensverlies in (%) Temperatuur Hoogte PRP 1500 - 400 V (°C) 1000 1500 2000 2500 3000 Vermogensverlies in (%) Temperatuur Hoogte PRP 1800 - 480V (°C) 1000 1500 2000 2500 3000 - 134 -...
Pagina 135
ESP 1500 - 400 V (°C) 1000 1500 2000 2500 3000 Vermogensverlies in (%) Temperatuur Hoogte ESP 1800 - 480V (°C) 1000 1500 2000 2500 3000 Neem contact op met Atlas Copco voor het gebruik van de generator buiten deze omstandigheden. - 135 -...
10.4 Technische specificaties voor QAS 5 150 10.4.1 Aflezen van meters Meter Aflezing Eenheid Ampèremeter L1-L3 (P1-P3) Onder max. toelaatbare waarde Voltmeter (P4) Onder max. toelaatbare waarde 10.4.2 Instellingen van zekeringen Safety Functie Schakelt bij Motorkoelvloeistoftemperatuur Waarschuwing 107°C Motorkoelvloeistoftemperatuur Stilleggen 112°C 10.4.3 Specificaties van motor/alternator/generator...
Pagina 137
Nominaal schijnbaar vermogen (ESP) 155 kVA Nominale spanning lijn-lijn 400 V Nominale stroom 213 A Vermogensklasse (conform ISO 8528-5:1993) G2/ G3 Toegelaten belasting in één stap 70/ 60% 82,6/ 70,8 kW Frequentieval isochroon, ≤5% Brandstofverbruik bij nullast (0%) 2,84 kg/h Brandstofverbruik bij deellast (50%) 14,8 kg/h Brandstofverbruik bij deellast (75%)
Pagina 138
Koelvloeistof Parcool Green Verbrandingssysteem directe inspuiting Aanzuiging met turbocompressor Aantal cilinders Slagvolume 6,8 l Snelheidsregeling elektronisch Inhoud olietank (eerste vulling) 19,5 l Inhoud koelsysteem 29 l Elektrisch circuit 12 Vdc Maximaal toelaatbare belastingsfactor van PRP over een periode van 24 Standaard IEC34-1 Alternator 4)
Pagina 139
Opmerkingen Referentiewaarden voor motorprestatie conform ISO 3046-1. Zie onderstaande vermogensverliesgrafiek of informeer bij de fabrikant voor andere omstandigheden. In referentieomstandigheden, tenzij anders aangegeven. Definitie van nominale waarden (ISO 8528-1): PRP: Prime Power (Primair Vermogen) is het maximum beschikbare vermogen tijdens een variabele vermogenssequentie, die gedurende een onbepaald aantal uren per jaar kan lopen, tussen bepaalde onderhoudsintervallen en onder de bepaalde omgevingsomstandigheden.
Pagina 140
Vermogensverlies in (%) Temperatuur Hoogte PRP 1500 - 400 V (°C) 1000 1500 2000 2500 3000 Vermogensverlies in (%) Temperatuur Hoogte PRP 1800 - 480V (°C) 1000 1500 2000 2500 3000 - 140 -...
Pagina 141
ESP 1500 - 400 V (°C) 1000 1500 2000 2500 3000 Vermogensverlies in (%) Temperatuur Hoogte ESP 1800 - 480V (°C) 1000 1500 2000 2500 3000 Neem contact op met Atlas Copco voor het gebruik van de generator buiten deze omstandigheden. - 141 -...
10.5 Technische specificaties voor QAS 5 200 10.5.1 Aflezen van meters Meter Aflezing Eenheid Ampèremeter L1-L3 (P1-P3) Onder max. toelaatbare waarde Voltmeter (P4) Onder max. toelaatbare waarde 10.5.2 Instellingen van zekeringen Safety Functie Schakelt bij Motorkoelvloeistoftemperatuur Waarschuwing 107°C Motorkoelvloeistoftemperatuur Stilleggen 112°C 10.5.3 Specificaties van motor/alternator/generator...
Pagina 143
Nominaal schijnbaar vermogen (ESP) 220 kVA Nominale spanning lijn-lijn 400 V Nominale stroom 285 A Vermogensklasse (conform ISO 8528-5:1993) G2/ G3 Toegelaten belasting in één stap 54/ 48% 85,4/ 76,0 kW Frequentieval isochroon, ≤5% Brandstofverbruik bij nullast (0%) 3,07 kg/h Brandstofverbruik bij deellast (50%) 20,6 kg/h Brandstofverbruik bij deellast (75%)
Pagina 144
Koelvloeistof Parcool Green Verbrandingssysteem directe inspuiting Aanzuiging met turbocompressor Aantal cilinders Slagvolume 6,8 l Snelheidsregeling elektronisch Inhoud olietank (eerste vulling) 19,5 l Inhoud koelsysteem 29 l Elektrisch circuit 12 Vdc Maximaal toelaatbare belastingsfactor van PRP over een periode van 24 Standaard IEC34-1 Alternator 4)
Pagina 145
Opmerkingen Referentiewaarden voor motorprestatie conform ISO 3046-1. Zie onderstaande vermogensverliesgrafiek of informeer bij de fabrikant voor andere omstandigheden. In referentieomstandigheden, tenzij anders aangegeven. Definitie van nominale waarden (ISO 8528-1): PRP: Prime Power (Primair Vermogen) is het maximum beschikbare vermogen tijdens een variabele vermogenssequentie, die gedurende een onbepaald aantal uren per jaar kan lopen, tussen bepaalde onderhoudsintervallen en onder de bepaalde omgevingsomstandigheden.
Pagina 146
Vermogensverlies in (%) Temperatuur Hoogte PRP 1500 - 400 V (°C) 1000 1500 2000 2500 3000 Vermogensverlies in (%) Temperatuur Hoogte PRP 1800 - 480V (°C) 1000 1500 2000 2500 3000 - 146 -...
Pagina 147
ESP 1500 - 400 V (°C) 1000 1500 2000 2500 3000 Vermogensverlies in (%) Temperatuur Hoogte ESP 1800 - 480V (°C) 1000 1500 2000 2500 3000 Neem contact op met Atlas Copco voor het gebruik van de generator buiten deze omstandigheden. - 147 -...
10.6 Omzettingstabel voor SI- 10.7 Identificatieplaatje eenheden naar Angelsaksische Naam van de fabrikant eenheden EU of nationaal goedkeuringsnummer Identificatienummer Maximum toegelaten totaalgewicht van het 1 bar 14,504 psi voertuig 0,035 oz Maximaal toegelaten belasting van het sleepoog 1 kg 2,205 lbs (vaste trekstang) 1 km/u 0,621 mijl/u...
10.9 Dimensietekeningen - kast C BASIC UNIT TYPE TYPE WET MASS NET MASS QAS 80 PE S3 QAS 80 PE S3A QAS 100 PE S3A QAS 100 PE S WET MASS = Wet engine and radiator (oil, coolant) and full tank. WET MASS = NET MASS = Dry engine (without coolant and oil) and emty tank.
Dimensietekeningen - kast D 22(8x) 938(3x) Control Panel Rain cap open Cooling Air Outlet 1940 Lifting Eye Service door for cleaning cooler Fuel filling 1027.5 DN 80 6(2x) 1371 Entry for power 1090 (3378) cables 1180 3390 1290 - 154 -...
Pagina 155
Isometric View BASIC UNIT TYPE WET MASS NET MASS QAS 150 JD S3A 3055.64 852.18 594.11 1182.6 2425.97 978.67 601.38 1230.7 QAS 200 JD S3A 3115.74 843.39 605.64 1205 2486.07 965.07 615.29 1214.1 WET MASS = Wet engine and radiator (oil, coolant) and full tank. NET MASS = Dry engine (without coolant and oil) and emty tank.
Pagina 157
Lifting Eye 317.5 Engine Exhaust Cooling Air Outlet Electronic Unit Servicing plate for Alternator Panel power locks Fork lift slot (2x) Fuel Tank Drain (Inside) Service plate for filling cooler 448.5 Rain Cap Cooling Air Inlet 1073 - 157 -...
Pagina 160
1636 0205 47 Van toepassing op Qc1103 en Qc2103 Table 5 - Circuit breaker & power cables info Table 8 - Component list Table 8 - Component list Table 1 - Index Sheet Description Q1 (In) T1-T2-T3 Wire size X Wire size Z Description Location *...
Pagina 161
POSITION OF RELAY CONTACTS O13 - FLEETLINK LOCATOR *58-59 only with Qc2103 controller Multi J1939 functional inputs 02.F5 02.F6 02.F8 IN_5 02.D9 03.F3 02.D8 02.C9 02.F8 03.F3 03.B1 04.C4 O15 - Qc2103 O2 - Dual Frequency ECU - J2 O3 - Spillage sensor ECU - J1 O9 - Inlet shutdown...
Pagina 163
O12 - Sockets 03.F5 03.F5 03.F5 03.F5 03.F5 U > U > U > U > U > I>> I>> I>> 16 A 16 A 16 A 30 mA 30 mA 30 mA (canopy) O11 - Power Locks 30 mA Table 9 - Wire marking Socket L1 L2...
Pagina 164
1636 0205 48 Van toepassing op Qc4003 Table 5 - Circuit breaker & power cables info Table 8 - Component list Table 8 - Component list Table 1 - Index Description Q1 (In) Description Description Sheet T1-T2-T3 Wire size X Wire size Z Location * Location *...
Pagina 165
Open MB Close MB Open GB Close GB Pulse Starter General Stop Coil CAN1 - Engine CAN2 - PMS Alarm Relay relay Relay Relay Output Relay 02.F5 02.F6 02.F8 04.D5 04.D5 05.D5 05.D5 02.F8 05.E4 O10 - Cold Start O9 - Inlet O8 - Coolant shutdown heater...
Pagina 166
Digital inputs Load Tacho Display MI - 102 MI - 105 MI - 108 Ext. setpoint Digital inputs Digital inputs sharing Power input (D-SUB) supply -XA1.15 -XA1.16 O14 - Transformer maintenance * MODBUS CONNECTION ONLY WITH ADVANCE * MODBUS CONNECTION ONLY FLEETLINK WITH ADVANCE FLEETLINK O13 - FLEETLINK LOCATOR...
Pagina 167
O8 - Coolant O7 - Battery charger O14 - Transformer maintenance heater Table 9 - CONNECTOR X25 - 10/11/12 STATUS WITH MB WITHOUT MB APPLICATION 10-11 10-12 10-11 10-12 (Open) (Close) (Open) (Close) Island Link P POSITION OF RELAY CONTACTS NO Contact NO Contact K201...
Pagina 168
POSITION OF RELAY CONTACTS 03.D3 03.C2 03.D2 03.D2 O2 - Dual Frequency O5 - RCMA420 O4 - ELR O5 - RCMA420 O6 - ITR Id> Id> R< +24V U < I>> I>> I>> 06.A1 06.A1 06.A1 06.B1 06.B1 NOTES Note 5: In O5-RCMA420 the PE-N connection has to be made at the alternator-side. - 168 -...
Pagina 169
O12 - Sockets 06.A1 06.A1 06.A1 06.A1 06.A1 O2 - Dual frequency U > U > U > U > U > I>> I>> I>> 16 A 16 A 16 A 30 mA 30 mA 30 mA (canopy) O11 - Power Locks 30 mA Table 10 - Wire marking Socket...
Pagina 170
1636 0205 49 Van toepassing op Qc1212 Table 1 - Index Table 5 - Circuit breaker & power cables info Table 8 - Component list Table 8 - Component list Description Q1 (In) Description Description Sheet T1-T2-T3 Wire size X Wire size Z Location * Location *...
Pagina 171
POSITION OF RELAY * MODBUS CONNECTION ONLY WITH ADVANCE FLEETLINK CONTACTS O13 - FLEETLINK LOCATOR 02.F1 02.F2 02.F4 IN_5 02.D9 03.F3 02.D8 02.C9 02.F8 03.F4 02.C1 03.F3 02.B1 02.D4 03.B1 02.D4 04.B3 O2 - Dual Frequency ECU - J2 O3 - Spillage sensor ECU - J1 O9 - Inlet shutdown...
Pagina 172
O8 - Coolant O7 - Battery charger heater O2 - Dual Frequency O5 - RCMA420 O4 - ELR O5 - RCMA420 O6 - ITR Id> Id> R< +24V U > I>> I>> I>> 04.A1 04.A1 04.A1 04.B1 04.B1 220-277V 50-60Hz POSITION OF RELAY CONTACTS 02.D4 02.C4...
Pagina 173
O12 - Sockets 03.F5 03.F5 03.F5 03.F5 03.F5 O2 - Dual frequency U > U > U > U > U > I>> I>> I>> 16 A 16 A 16 A 30 mA 30 mA 30 mA (canopy) O11 - Power Locks 30 mA Table 9 - Wire marking Socket...
Pagina 174
1636 0205 50 Van toepassing op Qc3012 Table 5 - Circuit breaker & power cables info Table 8 - Component list Table 8 - Component list Table 1 - Index Description Q1 (In) Description Description Sheet T1-T2-T3 Wire size X Wire size Z Location * Location *...
Pagina 176
* MODBUS CONNECTION ONLY WITH ADVANCE FLEETLINK * MODBUS CONNECTION O13 - FLEETLINK LOCATOR ONLY WITH ADVANCE FLEETLINK IN_5 POSITION OF RELAY CONTACTS 02.D9 - 176 -...
Pagina 177
POSITION OF RELAY CONTACTS 03.D4 03.C4 03.D4 03.D5 O2 - Dual Frequency O5 - RCMA420 O4 - ELR O5 - RCMA420 O6 - ITR Id> Id> R< +24V U < I>> I>> I>> 05.A1 05.A1 05.A1 05.B1 05.B1 POSITION OF RELAY CONTACTS 02.B2 NOTES Note 5: In O5-RCMA420 the PE-N connection has to be made at the alternator-side.
Pagina 178
O12 - Sockets 05.A1 05.A1 05.A1 05.A1 05.A1 U > U > U > U > U > I>> I>> I>> 16 A 16 A 16 A 30 mA 30 mA 30 mA O2 - Dual (canopy) frequency O11 - Power Locks 30 mA Table 10 - Wire marking Socket...
Pagina 179
1636 0231 62 Van toepassing op Qc1103 en Qc2103 Table 5 - Circuit breaker & power cables info Table 8 - Component list Table 8 - Component list Table 1 - Index Description Q1 (In) Description Description Sheet T1-T2-T3 Wire size X Wire size Z Location * Location *...
Pagina 180
* MODBUS CONNECTION ONLY WITH ADVANCE POSITION OF RELAY * MODBUS CONNECTION FLEETLINK ONLY WITH ADVANCE CONTACTS FLEETLINK O13 - FLEETLINK LOCATOR *58-59 only with Qc2103 controller Multi J1939 functional inputs 02.F5 02.F6 02.F8 IN_5 02.D9 03.F3 02.D8 02.C9 02.F8 03.F3 03.B1 04.C4...
Pagina 182
O12 - Sockets 03.F5 03.F5 03.F5 03.F5 03.F5 U > U > U > U > U > I>> I>> I>> 16 A 16 A 16 A 30 mA 30 mA 30 mA (canopy) O11 - Power Locks 30 mA Table 9 - Wire marking Socket L1 L2...
Pagina 183
1636 0231 63 Van toepassing op Qc4003 Table 1 - Index Table 5 - Circuit breaker & power cables info Table 8 - Component list Table 8 - Component list Description Q1 (In) Description Description Sheet T1-T2-T3 Wire size X Wire size Z Location * Location *...
Pagina 184
General Open MB Close MB Open GB Close GB Pulse Starter Stop Coil CAN1 - Engine CAN2 - PMS Alarm Relay relay Relay Relay Output Relay 02.F5 02.F6 02.F8 04.D5 04.D5 05.D5 05.D5 02.F8 05.E4 O10 - Cold Start O9 - Inlet O8 - Coolant shutdown heater...
Pagina 185
Digital inputs Load Tacho Display MI - 102 MI - 105 MI - 108 Ext. setpoint Digital inputs Digital inputs sharing Power input (D-SUB) supply -XA1.15 -XA1.16 O14 - Transformer maintenance * MODBUS CONNECTION ONLY WITH ADVANCE * MODBUS CONNECTION ONLY FLEETLINK WITH ADVANCE FLEETLINK O13 - FLEETLINK LOCATOR...
Pagina 186
O8 - Coolant O7 - Battery charger O14 - Transformer maintenance heater Table 9 - CONNECTOR X25 - 10/11/12 STATUS WITH MB WITHOUT MB APPLICATION 10-11 10-12 10-11 10-12 (Open) (Close) (Open) (Close) Island Link P POSITION OF RELAY CONTACTS NO Contact NO Contact K201...
Pagina 187
POSITION OF RELAY CONTACTS 03.D3 03.C2 03.D2 03.D2 O2 - Dual Frequency O5 - RCMA420 O4 - ELR O5 - RCMA420 O6 - ITR Id> R< Id> +24V U < I>> I>> I>> 06.A1 06.A1 06.A1 06.B1 06.B1 NOTES Note 5: In O5-RCMA420 the PE-N connection has to be made at the alternator-side. - 187 -...
Pagina 188
O12 - Sockets 06.A1 06.A1 06.A1 06.A1 06.A1 O2 - Dual frequency U > U > U > U > U > I>> I>> I>> 16 A 16 A 16 A 30 mA 30 mA 30 mA (canopy) O11 - Power Locks 30 mA Table 10 - Wire marking Socket...
Pagina 189
1636 0231 64 Van toepassing op Qc1212 Table 5 - Circuit breaker & power cables info Table 8 - Component list Table 8 - Component list Table 1 - Index Sheet Description Q1 (In) T1-T2-T3 Wire size X Wire size Z Description Location * Description...
Pagina 190
* MODBUS CONNECTION ONLY WITH ADVANCE FLEETLINK POSITION OF RELAY CONTACTS O13 - FLEETLINK LOCATOR 02.F1 02.F2 02.F4 IN_5 02.D9 03.F3 02.D8 02.C9 02.F8 03.F4 02.C1 03.F3 02.B1 02.D4 03.B1 02.D4 04.B3 O2 - Dual Frequency ECU - 3 O3 - Spillage sensor ECU - J1 O9 - Inlet shutdown...
Pagina 191
O8 - Coolant O7 - Battery charger heater O2 - Dual Frequency O5 - RCMA420 O4 - ELR O5 - RCMA420 O6 - ITR Id> Id> R< +24V U > I>> I>> I>> 04.A1 04.A1 04.A1 04.B1 04.B1 220-277V 50-60Hz POSITION OF RELAY CONTACTS 02.D4 02.C4...
Pagina 192
O12 - Sockets 03.F5 03.F5 03.F5 03.F5 03.F5 O2 - Dual frequency U > U > U > U > U > I>> I>> I>> 16 A 16 A 16 A 30 mA 30 mA 30 mA (canopy) O11 - Power Locks 30 mA Table 9 - Wire marking Socket...
Pagina 193
1636 0231 65 Van toepassing op Qc3012 Table 1 - Index Table 5 - Circuit breaker & power cables info Table 8 - Component list Table 8 - Component list Description Q1 (In) Description Description Sheet T1-T2-T3 Wire size X Wire size Z Location * Location *...
Pagina 195
* MODBUS CONNECTION ONLY WITH ADVANCE FLEETLINK * MODBUS CONNECTION O13 - FLEETLINK LOCATOR ONLY WITH ADVANCE FLEETLINK IN_5 POSITION OF RELAY CONTACTS 02.D9 - 195 -...
Pagina 196
POSITION OF RELAY CONTACTS 03.D4 03.C4 03.D4 03.D5 O2 - Dual Frequency O5 - RCMA420 O4 - ELR O5 - RCMA420 O6 - ITR Id> Id> R< +24V U < I>> I>> I>> 05.A1 05.A1 05.A1 05.B1 05.B1 POSITION OF RELAY CONTACTS 02.B2 NOTES Note 5: In O5-RCMA420 the PE-N connection has to be made at the alternator-side.
Pagina 197
O12 - Sockets 05.A1 05.A1 05.A1 05.A1 05.A1 U > U > U > U > U > I>> I>> I>> 16 A 16 A 16 A 30 mA 30 mA 30 mA O2 - Dual (canopy) frequency O11 - Power Locks 30 mA Table 10 - Wire marking Socket...
A company within the Atlas Copco Group Postal address Phone: +34 902 110 316 V.A.T A50324680 Poligono Pitarco II, Parcela 20 Fax: +34 902 110 318 50450 Muel ZARAGOZA For info, please contact your local Atlas Copco representative Spain www.atlas copco.com p.1(10) - 200 -...
Pagina 201
A company within the Atlas Copco Group Postal address Phone: +34 902 110 316 V.A.T A50324680 Poligono Pitarco II, Parcela 20 Fax: +34 902 110 318 50450 Muel ZARAGOZA For info, please contact your local Atlas Copco representative Spain www.atlas copco.com p.2(10) - 201 -...