2.4.3
Uitgangsklemmenbord
De kast bevat een klemmenbord voor een
gemakkelijkere aansluiting van kabels. Het bevindt
zich onder het bedienings- en controlepaneel.
S20
F10
Q1
X25
X1
S3 .......Noodstopknop
Druk de knop in om de generator in geval
van nood te stoppen. Werd de knop
ingedrukt, dan moet hij ontgrendeld worden
door hem naar links te draaien, vooraleer de
generator opnieuw kan worden gestart. De
noodstopknop kan in de vergrendelde positie
vastgezet worden met behulp van de sleutel
om gebruik door onbevoegden te vermijden.
A1
S3
X1 .......Netvoeding (400 V AC)
Klemmen L1, L2, L3, N (= nulleider) en PE
(= aarding), bevinden zich achter de deur
van het controlepaneel en achter een kleine
doorzichtige deur.
Q1 .......Hoofdstroomonderbreker
Onderbreekt de energievoorziening naar X1
als er zich een kortsluiting voordoet aan de
zijde van de belasting, als de aardlekdetector
(30 mA) of de overstroombeveiliging (QAS
5 80: 125A, QAS 5 100: 160 A, QAS 5 120:
200A, QAS 5 150: 250A, QAS 5 200: 400
A) in werking treedt of wanneer de shunt
magneetspoel bekrachtigd wordt. Hij moet
manueel gereset worden zodra het probleem
werd verholpen.
- 26 -