SECUNDAIRE BEDIENINGSELEMENTEN
De volgende pictogrammen
schijnen op de digitale display wan-
neer
de
koplampen
ingeschakeld.
De schakelaar dient om de koplam-
pen op dimlichten of grootlichten te
zetten. De koplampen gaan automa-
tisch aan als de motor 800 RPM be-
reikt en gaan een 20-tal seconden
nadat de motor is gestopt uit.
Om de grootlichten te kiezen, drukt u
de schakelaar naar voren. Om de dim-
lichten te kiezen, drukt u de schake-
laar naar achteruitpositie.
Om met de grootlichten te knipperen,
drukt u de schakelaar naar onder en
laat deze dan los. De koplampen
schijnen zolang de schakelaar naar
onder wordt gehouden.
1
2
3
1. Grootlichten
2. Dimlichten
3. Met de grootlichten knipperen
32
A A L L L L E E A A N N D D E E R R E E M M O O D D E E L L L L E E N N
1. Grootlichten
2. Dimlichten
ver-
3. Met de grootlichten knipperen
worden
R R i i c c h h t t i i n n g g a a a a n n w w i i j j z z e e r r k k n n o o p p
De richtingaanwijzerknop bevindt zich
linksmidden op het stuur.
De volgende pictogrammen
schijnen op de digitale display wan-
neer
ingeschakeld.
Na een gewone bocht gaat de rich-
tingaanwijzerknop
maar na een flauwe bocht of verwis-
seling van rijstrook zult u hem wellicht
manueel moeten uitzetten.
De knop indrukken om de richtingaan-
wijzer uit te schakelen.
De richtingaanwijzers gaan na 30 se-
conden automatisch uit als het voer-
tuig in beweging is.
C C l l a a x x o o n n k k n n o o p p
De knop voor de claxon bevindt zich
links onderaan het stuur.
1
2
3
de
richtingaanwijzer
automatisch
ver-
wordt
uit,