W W A A T T M M O O E E T T U U I I N N D D E E V V O O L L G G E E N N D D E E
O O M M S S T T A A N N D D I I G G H H E E D D E E N N D D O O E E N N
S S l l e e u u t t e e l l s s v v e e r r l l o o r r e e n n
Laat met uw reservesleutel zo snel
mogelijk een nieuwe sleutel maken
door een erkende Can-Am On-Road
dealer. A A l l s s b b e e i i d d e e s s l l e e u u t t e e l l s s v v e e r r l l o o r r e e n n
z z i i j j n n , moeten de contactschakelaar, de
slotcilinder van het opbergvak achter-
aan en de slotcilinder van de aan-
hangwagen (bij gebruik van een
aanhangwagen van BRP) op kosten
van de eigenaar van het voertuig wor-
den vervangen.
L L e e k k k k e e b b a a n n d d
Als een band op het loopvlak een
g g r r o o o o t t gat of insnijding vertoont en he-
lemaal is leeggelopen, laat het voer-
tuig dan naar de dichtstbijzijnde
Can-Am On-Road dealer vervoeren.
Zie Vervoer van het voertuig voor in-
structies betreffende het vervoer.
Als een band een k k l l e e i i n n gaatje ver-
toont door een nagel of steentje en
niet helemaal is leeggelopen, kan de
band voorlopig worden hersteld. Om
een band voorlopig te herstellen kan
een zelf-opblazende bandendichter of
een reparatiekit met bandenplug wor-
den gebruikt. Volg de bij de banden-
dichter
of
reparatiekit
aanwijzingen van de producent en
laat de band zo snel mogelijk door
een Can-Am On-Road dealerh h e e r r s s t t e e l l - -
l l e e n n o o f f v v e e r r v v a a n n g g e e n n .
Als een band voorlopig is hersteld, rijd
dan langzaam en voorzichtig en kijk
de bandenspanning dikwijls na tot de
band is vervangen of definitief is
hersteld.
L L e e g g e e a a c c c c u u
Als de accu leeg is of te zwak is om
de motor in werking te zetten, kan
deze met startkabels worden gestart.
V V e e r r b b i i n n d d d d e e s s t t a a r r t t k k a a b b e e l l s s a a l l s s a a a a n n g g e e - -
g g e e v v e e n n i i n n d d e e p p r r o o c c e e d d u u r r e e v v o o o o r r h h e e t t
s s t t a a r r t t e e n n m m e e t t s s t t a a r r t t k k a a b b e e l l s s . .
A A c c c c u u ' ' s s k k u u n n n n e e n n e e e e n n e e x x p p l l o o s s i i e e f f g g a a s s
u u i i t t w w a a s s e e m m e e n n d d a a t t k k a a n n o o n n t t b b r r a a n n d d e e n n
a a l l s s d d e e s s t t a a r r t t k k a a b b e e l l s s n n i i e e t t c c o o r r r r e e c c t t z z i i j j n n
a a a a n n g g e e s s l l o o t t e e n n . .
Om de batterij te starten met startka-
bels gaat u als volgt te werk:
1. Als u een ander voertuig voor het
2. Zet het voertuig in NEUTRAAL (N)
O O P P M M E E R R K K I I N N G G : :
Als accuspanning lager dan 11 V is,
kan de parkeerrem niet worden
ingeschakeld.
3. Schakel de motor en alle elektri-
horende
4. Open de motorkap van het andere
5. Open het opbergvak aan de voor-
6. Zorg ervoor dat de contactschake-
7. Verwijder de mand Raadpleeg
8. Verbind één uiteinde van de
9. Verbind het andere uiteinde van
10. Verbind het ene uiteinde van de
W W A A A A R R S S C C H H U U W W I I N N G G
starten van de accu gebruikt,
plaatst u het andere voertuig zo
dicht mogelijk bij, en liefst aan de
voorkant van het voertuig. Zorg er-
voor dat de voertuigen elkaar niet
raken.
en schakel de parkeerrem in.
sche accessoires van het andere
voertuig uit.
voertuig.
zijde van uw voertuig.
laar op UIT staat.
carrosseriepanelen .
RODE (+) startkabel met de POSI-
TIEVE (+) pool van de lege accu.
de RODE (+) startkabel met de
POSITIEVE
(+)
hulpaccu.
ZWARTE (-) startkabel met de
pool
van
de
161