k Matrices invoeren en bewerken
Druk op 1( 'MAT) om het scherm Matrix Editor weer te geven. Met de Matrix Editor kunt u
matrices invoeren en bewerken.
• { DEL } / { DEL
A } ... wissen van {een bepaalde matrix}/{alle matrices}
•
• { DIM } ... {de dimensies van de matrix (aantal elementen) opgeven}
• {M⇔V} ... toont het scherm Vector Editor (pagina 2-50)
u Het maken van een matrix
Om een matrix op te maken moet u eerst de dimensies vastleggen in de Matrix Editor. Daarna
kunt u aan de elementen van de matrix een waarde toekennen.
u De dimensies van een matrix vastleggen
Voorbeeld
Klik Mat B aan.
Voer het aantal rijen in.
Voer het aantal kolommen in.
• Alle elementen van de nieuw opgemaakte matrix hebben waarde 0.
• Als u het formaat invoert of de dimensies van een matrix verandert, wordt de huidige inhoud
gewist.
• Als de foutmelding "Memory ERROR" naast de naam van het gebruikte matrixgeheugen
blijft staan nadat u de dimensies hebt ingevoerd, betekent dit dat er onvoldoende
geheugenruimte is voor de gewenste matrix.
u Elk element van een matrix een waarde toekennen
Voorbeeld
×
(rij) ×
m
n
m
...
None... geen matrix ingesteld
Maak een matrix met 2 rijen × 3 kolommen in het matrixgeheugen Mat B
c
3(DIM) (U mag deze stap overslaan)
cw
dw
w
Voer in de matrix B de volgende gegevens in:
1
1
2
2
3
3
4
4
5
5
6
6
n
(kolom) matrix
2-37