Het volgende laat een voorbeeld zien van het bovenstaande.
(Aantal Elementen: 10)
Gegevenswaarde
1
2
3
4
5
6
7
• 3 is de waarde waarvan de cumulatieve frequentieverhouding groter is dan of gelijk is aan
0,25 en het dichtst bij 0,25 ligt, dus Q1 = 3.
• 5 is de waarde waarvan de cumulatieve frequentieverhouding groter is dan of gelijk is aan
0,75 en het dichtst bij 0,75 ligt, dus Q3 = 5.
Referentiepunt (0,25)
0,1
0,1
1
1
• Med wordt berekend met dezelfde methode als deze die werd gebruikt wanneer de "Std" is
geselecteerd voor de instelling "Q1Q3 Type".
• Het maakt niet uit of de frequentiewaarden allemaal gehele getallen zijn of decimale
fractiewaarden bevatten wanneer "OnData" is geselecteerd voor de instelling "Q1Q3 Type".
3. Grafieken en berekeningen in verband
met statistische waarnemingen met twee
variabelen
k Een spreidingsdiagram en
Ga als volgt om een spreidingsdiagram te tekenen en de punten te verbinden tot een
1. Kies in het hoofdmenu de modus STAT .
2. Voer de waarnemingsgetallen in de lijst in.
3. Stel de optie "Graph Type" in op Scat (spreidingsdiagram) of op
de grafiek.
Druk op A, J of op !J(QUIT) om opnieuw de lijst met waarnemingsgetallen op te
roepen.
Frequentie
1
1
2
3
1
1
1
0,2
0,2
0,4
0,4
2
2
3
3
3
3
Q1
Q1
xy
-lijngrafiek tekenen
Cumulatieve
frequentie
frequentieverhouding
1
2
4
7
8
9
10
Referentiepunt (0,75)
0,7
0,7
4
4
4
4
4
4
6-10
Cumulatieve
1/10 = 0,1
2/10 = 0,2
4/10 = 0,4
7/10 = 0,7
8/10 = 0,8
9/10 = 0,9
10/10 = 1,0
0,8
0,8
0,9
0,9
1,0
1,0
5
5
6
6
7
7
Q3
Q3
xy
xy
xy
(
-lijngrafiek), en teken
-lijngrafiek.