• Een samengesteld voorschrift kan uit maximaal vijf voorschriften bestaan.
u Waarden toewijzen aan de coëfficiënten en variabelen van een
functievoorschrift
Voorbeeld
De bovenstaande 3 weergaven zijn gemaakt met de Trace-functie.
Zie "Functieanalyse" (pagina 5-30) voor meer informatie.
k Voorschriften wijzigen en wissen
u Een opgeslagen voorschrift wijzigen
Voorbeeld
3(TYPE)1(Y=)J4(GRPH)
1(Y)b(1(Y)c)w
J4(GRPH)1(Y)c
(1(Y)b)w
Wijs de waarden –1, 0, en 1 toe aan variabele A in Y = AX
voor elke waarde een grafiek
3(TYPE)1(Y=)
av(A)vx-bw
J4(GRPH)1(Y)b(av(A)
!.(=)-b)w
J4(GRPH)1(Y)b(av(A)
!.(=)a)w
J4(GRPH)1(Y)b(av(A)
!.(=)b)w
ffff1(SEL)
6(DRAW)
Vervang het voorschrift
y
x
2
naar
= 2
– 3
e (Doet de cursor verschijnen.)
eeeeeDd(Wijzigt het voorschrift.)
w(Slaat het nieuwe voorschrift op.)
y
x
2
= 2
– 5, opgeslagen in de geheugenzone Y1,
5-8
2
−1, en teken