k Gebruik van de celcursor
De celcursor geeft aan welke cel op een spreadsheet is geselecteerd. De cel die is
geselecteerd met de celcursor licht op.
Wanneer één cel wordt geselecteerd met de celcursor, verschijnt de inhoud van die cel in het
invoervak. De inhoud van de cel kan worden bewerkt in het invoervak.
Wanneer meerdere cellen zijn geselecteerd met de celcursor, verschijnt het selectiebereik in
het invoervak. Alle geselecteerde cellen kunnen dan worden gekopieerd, gewist e.d.
u Cellen selecteren
Voor het selecteren van:
Eén cel
Een aantal cellen
Een volledige rij cellen
Een volledige kolom cellen.
Alle cellen van de spreadsheet
Celcursor
Invoervak
Doet u dit:
Breng de celcursor met de cursortoetsen naar de
gewenste cel of ga direct naar de cel met JUMP.
Zie "Een aantal cellen selecteren" (pagina 9-5).
Breng de celcursor naar kolom A van de rij waarvan
u de cellen wilt selecteren en druk vervolgens op d.
Door op d te drukken met de celcursor bijvoorbeeld
in cel A2, wordt de hele tweede rij geselecteerd (van
A2 tot Z2). A2:Z2 (geselecteerd bereik) verschijnt dan
in het invoervak.
Breng de celcursor naar rij 1 van de kolom waarvan
u de cellen wilt selecteren en druk vervolgens op f.
Door op f te drukken met de celcursor bijvoorbeeld
in cel C1, wordt de hele kolom C geselecteerd (van C1
tot C999). C1:C999 (geselecteerd bereik) verschijnt
dan in het invoervak.
Druk op d terwijl kolom A volledig is geselecteerd
of druk op f terwijl rij 1 volledig is geselecteerd.
Hierdoor worden alle cellen van de spreadsheet
geselecteerd en verschijnt de bestandsnaam in het
invoervak.
9-4