k Een bepaalde integraal met gegeven grenzen berekenen
Voer de volgende stappen uit om de bepaalde integraal met gegeven grenzen te berekenen.
1. Teken de grafiek.
2. Druk op !5(G-SLV) 6( g) 3( ∫
de selectiecursor ( k) naar de grafiek met het kleinste nummer.
3. Gebruik fc om de cursor (k) op de gewenste grafiek te plaatsen, en druk dan op w
om die te selecteren.
4. Gebruik de om de cursor van de ondergrens op de gewenste positie te plaatsen, en
druk dan op w.
5. Gebruik e om de cursor van de bovengrens op de gewenste positie te plaatsen.
6. Druk op w om de bepaalde integraal te berekenen.
Voorbeeld
• U kunt de onder- en bovengrens ook invoeren op het 10-delige toetsenblok.
• Voor de berekening van een bepaalde integraal moet de ondergrens kleiner zijn dan de
bovengrens.
• Alleen van grafieken met voorschrift in cartesische coördinaten kunnen bepaalde integralen
berekend worden.
k Onderzoek van grafieken van kegelsneden
Belangrijk!
• De GRAPH25+ E heeft geen CONICS modus.
Dit toestel heeft de mogelijkheid om met behulp van modelvergelijkingen kegelsneden grafisch
voor te stellen.
1. Kies in het hoofdmenu de modus CONICS.
2. Kies het functietype.
1(RECT).... {cartesische coördinaten}
2(POL).... {poolcoördinaten}
3(PARM).... {waarin
3. Gebruik f en c om de kegelsnede te selecteren die u wilt onderzoeken.
4. Voer de constanten van de kegelsnede in.
5. Teken de grafiek.
Druk na het tekenen van de grafiek van een kegelsnede op !5(G-SLV) om de volgende
submenu's weer te geven.
Teken de grafiek met het volgende voorschrift, en bereken de bepaalde
integraal voor (–2, 0).
x
x
x
Y1 =
(
+ 2)(
– 2)
x
y
en
van een parameter afhangen}
dx
). Als meerdere grafieken op het scherm staan, gaat
5-34