Rev #53
5.1.12.14
Flaps*
Wanneer een flapsensor is geïnstalleerd, gebruik dit menu om de flappositie in te stellen.
Gebruik de pagina selector om de gewenste flappositie te selecteren. Druk op de INSTEL-
knop om de positie in te stellen. Herhaal deze procedure voor alle flapposities.
Wanneer alle flapposities zijn ingesteld, wordt een groene stip weergegeven bij de huidige
flappositie. Als de flaplabels nog niet zijn ingesteld, druk dan op de BEWERK-knop om een
flaplabel te benoemen. flaplabels moeten worden ingevoerd met toenemend snelheidsbereik.
Het wordt aanbevolen om flaplabels samen met het snelheidsbereik in te stellen in de Polaire en
Glider-instellingen.
Het is ook mogelijk om tussen de cruise- en klimmodus te schakelen met behulp van de
flapsensor. In dit geval is het niet nodig om een digitale invoer voor SC te definiëren.
Het is zeer belangrijk om de kleppen in de juiste volgorde in te voegen.
5.1.12.15
Batterij Typen*
Dit menu bepaalt het type batterij dat wordt gebruikt. Het selecteren van het type batterij is
belangrijk voor het correct weergeven van waarschuwingen voor een lage batterijspanning.
Gebruik het keuzemenu 'Type' om het juiste type batterij te selecteren (loodzuur, LiFe, LiPo,
aangepast). U kunt de lege, lage en volle spanning voor het geselecteerde batterijtype zien. In
geval van spanningsverlies als gevolg van kabellengtes, kunt u daar de spanningscorrectie
instellen op de huidige gemeten spanning.
Versie 9
Pagina 113 of 259
Juni 2023