RENAULT CARD: gebruik
4
Gebruik van de card met
afstandsbediening
Ontgrendelen met behulp van de
RENAULT card
druk op de knop 4.
Het ontgrendelen ziet u aan het één keer op-
lichten van de knipperlichten.
Vergrendelen met behulp van de
RENAULT card
Druk, met de portieren en de bagageruimte
gesloten, op de knop 5: de auto wordt ver-
grendeld.
Het vergrendelen ziet u aan het twee keer
oplichten van de alarmknipperlichten.
1.10
(3/4)
Let op: De maximale afstand waarop de
auto vergrendeld wordt, hangt af van de om-
geving.
Bijzonderheden
Als het portier of de bagageruimte open
of niet goed gesloten is, kan de auto niet
worden vergrendeld. De auto wordt achter-
5
eenvolgens snel vergrendeld/ontgrendeld,
maar de controlelampjes knipperen niet.
Als de motor draait werken de knoppen
van de card niet.
6
Wanneer de card zich bij een gestarte
motor en na het openen en sluiten van een
deur niet langer binnen de zone 6bevindt,
waarschuwt de boodschap "Kaart niet gede-
tecteerd" u dat de card zich niet langer in de
auto bevindt. Dit voorkomt, bijvoorbeeld, dat
u wegrijdt nadat een passagier is uitgestapt
met de card bij zich.
De waarschuwing verdwijnt zodra de card
weer gedetecteerd is.