DE MOTOR STARTEN, STOPPEN: auto met RENAULT-CARD
Voorwaarden voor het stoppen
van de motor
De auto moet stilstaan, met de hendel in
stand N of P bij een auto met een automati-
sche transmissie.
Druk met de RENAULT card in de auto op
de knop 2: de motor zal stoppen. De stuur-
kolom vergrendelt bij het openen van het be-
stuurdersportier of bij het vergrendelen van
de auto.
Als de RENAULT card niet in het interi-
eur aanwezig is of als de cardbatterij leeg
is wanneer u de motor wilt uitzetten, ver-
schijnt het bericht "Kaart afwezig ingedrukt
houden" op het instrumentenpaneel: druk
langer dan twee seconden op de knop 2. Als
de kaart zich niet meer in het interieur be-
2
vindt, controleert u of u deze kunt ophalen
voordat u de knop ingedrukt houdt. Zonder
de RENAULT-card kunt u de auto niet op-
nieuw starten.
Als de motor is gestopt, blijven de op dat
moment ingeschakelde accessoires (radio,
enz.) ongeveer 10 minuten werken.
Als het bestuurdersportier geopend wordt,
schakelen de accessoires uit.
Zet nooit het contact uit
voordat de auto compleet
stilstaat, anders valt de be-
krachtiging weg. Door het
stilzetten van de motor is er geen be-
krachtiging meer van de remmen,
stuurinrichting, enz. en zijn de passieve
veiligheidsorganen zoals de airbags en
gordelspanners uitgeschakeld.
(3/5)
Controleer, als u de auto verlaat
en vooral als u de RENAULT
card bij u heeft, of de motor
echt gestopt is.
Verantwoordelijkheid van de
bestuurder tijdens het parke-
ren of stoppen van de auto
Laat nooit, ook niet heel even,
een kind, een afhankelijke volwassene
of een dier in de auto achter als u deze
verlaat.
Ze kunnen zichzelf of anderen in gevaar
brengen door bijvoorbeeld de motor te
starten, de ruitbediening te activeren of
de portieren te vergrendelen.
Bovendien kan bij warm, zonnig weer de
temperatuur in het interieur heel erg snel
oplopen.
LEVENSGEVAAR OF GEVAAR VAN
ERNSTIG LETSEL.
2.7