ADAPTIVE CRUISE CONTROL
a 3
2
4
Overschrijden van de ingestelde
snelheid
U kunt de snelheid van de auto altijd verho-
gen door het gaspedaal in te drukken.
Als u deze snelheid overschrijdt, worden de
ingestelde snelheid en de volgstrepen rood
weergegeven en knippert de ingestelde
snelheid op het instrumentenpaneel. Het
systeem voor afstandbewaking is dan niet
langer geactiveerd.
Laat vervolgens het gaspedaal los: er wordt
automatisch teruggekeerd naar de inge-
stelde snelheid en de afstand, behalve wan-
neer de functie is ingesteld in stand-by.
(4/8)
Onderbreken van de functie
De functie wordt opgeschort wanneer:
– u op de schakelaar 4 (O) drukt;
– u het rempedaal indrukt;
– u het koppelingspedaal indrukt;
– u de versnellingshendel bedient;
– het motortoerental te hoog of te laag is;
– de rijsnelheid van de auto is minder dan
40 km/u of meer dan 170 km/u;
– bepaalde hulp- en correctiesystemen tij-
dens het rijden worden ingeschakeld
(ABS, ESC...).
In de laatste drie gevallen verschijnt het be-
richt "Adaptieve regel.niet beschikbaar" op
het instrumentenpaneel wanneer de functie
op stand-by wordt gesteld.
De opschorting wordt bevestigd doordat de
ingestelde snelheid grijs wordt weergegeven
en de boodschap "Adaptieve regelaar" ver-
schijnt.
Opnieuw inschakelen van de gekozen
snelheid
Als een snelheid in het geheugen is opge-
slagen, kan deze in de juiste omstandighe-
den (verkeersdrukte, staat van het wegdek,
weersomstandigheden, enz.) worden opge-
roepen. Druk op de schakelaar 3 (R) als de
rijsnelheid van de auto hoger is dan onge-
veer 50 km/u.
Bij het oproepen van de in het geheugen
opgeslagen snelheid wordt het inschakelen
van de regelaar bevestigd door het groen
oplichten van de ingestelde snelheid en de
boodschap "Adaptieve regelaar".
Als de regelaar stand-by is, komt de rege-
laarfunctie weer in werking door een druk
op de schakelaar 2, zijde a (+), ongeacht de
snelheid die in het geheugen is opgeslagen:
de actuele snelheid van de auto wordt ge-
bruikt.
NB: als de eerder opgeslagen snelheid veel
hoger is dan de actuele snelheid, trekt de
auto op naar deze hogere snelheid.
Af en toe kunnen er geluid en
trillingen optreden wanneer de
rem door de adaptieve snel-
heidsregelaar wordt geacti-
veerd.
2.77