ACHTERUITRIJCAMERA
1
Werking
Bij het achteruitrijden geeft de camera 1
op de achterklep een overzicht van de om-
geving achter de auto op het bedienings-
scherm 2, samen met een of twee tekenin-
gen 4 en 3 (bewegende en vaste tekening).
Dit systeem wordt eerst gebruikt met behulp
van een of meer tekeningen (bewegend
voor de verplaatsingsrichting en vast voor
de afstand). Als de rode zone bereikt is, ge-
bruikt u de afbeelding van de bumper om
nauwkeurig te stoppen.
(1/3)
2
Vaste tekening 3
De vaste tekening bestaat uit gekleurde
merktekens A, B en C die de afstand achter
de auto aangeven:
– A (rood) op ongeveer 30 centimeter van
de auto;
– B (geel) op ongeveer 70 centimeter van
de auto;
– C (groen) op ongeveer 150 centimeter
van de auto.
De tekening blijft staan en geeft de verplaat-
singsrichting van de auto aan als de wielen
in lijn zijn met de auto.
3
4
C
B
A
Bewegende tekening 4
Deze wordt in het blauw op het bedienings-
scherm 2 weergegeven. Dit duidt de ver-
plaatsingsrichting van de auto aan, volgens
de stand van het stuurwiel.
Bijzonderheid
Zorg ervoor dat de camera niet bedekt is
(vuil, modder, sneeuw, condens, enz.).
3
4
2.89