Storing
Diagnose
Zuigklep: Tijdens de persslag, stroomt
de doseervloeistof terug in de zuiglei-
ding.
Persventiel: Tijdens de zuigslag,
stroomt de doseervloeistof terug in de
doseerkop.
De pomp neemt minder in.
Doseercapaciteit hangt sterk af van
de druk.
Wanneer de tegendruk laag is, neemt
de doseercapaciteit aanzienlijk toe.
Wanneer de slagfrequentie toeneemt,
neemt de doseercapaciteit excessief
toe.
Foutdetectie: Wanneer de pomp stopt,
Doseercapaciteit te
monteer dan het ontgassingsventiel
gering.
(E) blok, start de pomp. Controleer of
de doseercapaciteit toeneemt.
Open het ontgassingsventiel (E) weer
wanneer de pomp stopt.
De ontgassingsventielen (M, E) wer-
ken niet langer. Het ontgassingsven-
tiel (M) loost geen olie. Sluit kort de
zuigzijde af totdat het overdrukventiel
reageert. Pas de doseercapaciteit aan
tot ca. 50%. De zuigerflens brengt de
olie en de lucht over naar de tank via
het overdrukventiel. Nieuwe olie wordt
uit de tank geextraheerd en opgeno-
men via de zuigergaten.
Manometer in persleiding.
Manometer in persleiding.
Pomp doseert te
Zware overdosering.
veel.
Overdosering bij hoge doseercapaci-
teitinstellingen en doorstromingen.
Gerelateerde informatie
8.1 Initiële start/volgende start
12. Doseergrafieken
De doseergrafieken in de bijlage zijn trendgrafieken. Zie bijlage:
Doseergrafieken.
Deze gelden voor:
•
prestaties van enkelpomp (de doorstroming wordt verdubbeld
voor de dubbelpomp)
•
water als doseermedium
•
nulpunt van pomp Q
voor opgegeven druk, zie onderstaande
0
tabel
•
Standaard pompversie.
Afkorting
Beschrijving
Q
Doseercapaciteit
Q
Nulpunt van de pomp
0
h
Slaglengte
Gerelateerde informatie
A.1. Dosing curves
Oorzaak
Zuig- / perskleppen vuil of lek.
De zuigerlipafdichting is versleten (vaak
na een lange periode van bedrijf of wan-
neer de olie vuil is).
Te veel speling tussen zuiger en schuif-
ventiel, of de slagfrequentie van de
pomp is te laag (te veel slip).
De O-ringen van het ontgassingsventiel
(E) zijn defect.
Het ontgassingsventiel (M) loost te veel
olie.
Lucht heeft zich opgehoopt in de zuiger-
flens. De lucht kan niet worden verwij-
derd.
Tegendruk is ernstig toegenomen. Over-
drukventiel is te laag ingesteld.
De tegendruk is ernstig gedaald.
Inlaatdruk van de zuigleiding hoger dan
de tegendruk van de persleiding.
Te grote dynamiek in de zuigleiding.
13. Het product afvoeren
Dit product of delen ervan dienen te worden afgevoerd op een
milieuverantwoorde wijze.
1. Maak gebruik van de plaatselijke reinigingsdienst.
2. Als dat niet mogelijk is, neem dan contact op met een filiaal of
servicedienst van Grundfos het dichtst bij u in de buurt.
Het doorkruiste symbool van een afvalbak op een pro-
duct betekent dat het gescheiden van het normale
huishoudelijke afval moet worden verwerkt en afge-
voerd. Als een product dat met dit symbool is gemar-
keerd het einde van de levensduur heeft bereikt,
brengt u het naar een inzamelpunt dat hiertoe is aan-
gewezen door de plaatselijke afvalverwerkingsautori-
teiten. De gescheiden inzameling en recycling van der-
gelijke producten helpt het milieu en de menselijke ge-
zondheid te beschermen.
Zie ook informatie over het einde van de productlevensduur op
www.grundfos.com/product-recycling
Oplossing
Reinig of vervang ventielen.
Vervang gegroefde ring.
Vervang de zuiger en zuiger schuif-
ventielen. Gebruik een andere hy-
draulische olie met een hogere viso-
siteit (voornamelijk voor frequentie-
omvormer bedrijf en hogere tegen-
drukken).
Vervang O-ringen.
Let op! Wanneer de O-ringen onjuist
zijn geïnstalleerd, of wanneer het
ontgassingsventiel (E) wordt afge-
steld tijdens bedrijf, kan dit leiden tot
beschadiging van de O-ringen.
Corrigeer de instelling en vervang in-
dien nodig het ontgassingsventiel
(M).
Controleer de instelling op het ont-
gassingsventiel (M), vervang ontgas-
singsventielen (M, E) indien nodig.
Stel het nulpunt opnieuw in (DMH
281-288).
Pas de instelling van het overdruk-
ventiel aan.
Stel het nulpunt opnieuw in (DMH
281-288).
Installeer een drukhoudventiel.
Installeer een pulsdemper aan de
zuigzijde.
293