10.3 Reinigings- en onderhoudsintervallen
Het oliepeil controleren
•
Controleer elke twee weken het oliepeil en vul zonodig bij.
Reinig de ventielen
•
Tenminste elke 12 maanden of na 4000 bedrijfsuren.
•
Wanneer de pomp niet goed werkt.
•
In geval van een storing.
Reinig de ventielen en vervang indien nodig (voor roestvaststalen
ventielen: binnenste ventieldelen).
Vervangen van membranen en tandwielolie
•
Tenminste elke 12 maanden of na 8000 bedrijfsuren het
doseermembraan en tandwielkastolie verversen.
•
In stoffige installatielocaties, de tandwielkastolie elke 3000
bedrijfsuren verversen.
Reinigen van de kogelkeerklep van het dubbele membraan
•
Verwijder na membraanlekkage direct de kogelkeerklep en
reinig deze.
Reinig de kogelkeerklep alleen na een membraanbreuk!
N.B.
Vervangen van de gegroefde ring
•
In geval van een storing, bijvoorbeeld pomp werkt niet goed,
kan de gegroefde ring worden gecontroleerd door geautoriseerd
personeel en kan indien nodig worden vervangen.
10.4 Het oliepeil controleren
Controleer het oliepeil tenminste elke twee weken en vul
Voorzichtig
olie bij indien nodig.
Staaflengte van oliepeilstok:
DMH 280-281: 27 mm.
N.B.
DMH 283-288: 35 mm.
Dompeldiepte tot markering: ca. 5 mm.
10.5 Reinig de zuig- en persventielen
Waarschuwing
Draag beschermende kleding (handschoenen en bril) bij
werkzaamheden aan de doseerkop, aansluitingen of lei-
dingen!
Voordat u de doseerkop, ventielen en leidingen verwijdert,
dient u eventueel achtergebleven medium in de doseer-
kop te legen in een lekbak door de zuigklep voorzichtig los
te schroeven.
DN 4 ventiel
•
Geschroefde aansluiting 3/8"
•
Roestvast staal
•
Veerbelast.
DN 8 ventiel
•
Geschroefde aansluiting 5/8"
•
Roestvast staal
•
Veerbelast.
DN 20 ventiel
•
Geschroefde aansluiting 1 1/4"
•
Roestvast staal
•
Veerbelast (optioneel).
Reinig de zuig- en persventielen als volgt:
1. Schroef de ventielen los.
2. Schroef het schroefdeel en ventielset los met een rondbektang.
3. Demonteer het binnendeel (zitting, O-ring, kogels, kogelkooien
en indien aanwezig, veer).
4. Reinig alle onderdelen. Vervang defecte onderdelen door
nieuwe onderdelen.
5. Zet het ventiel weer in elkaar.
286
6. Vervang de O-ringen door nieuwe exemplaren. Monteer het
ventiel weer.
Roestvaststalen DN 4 ventiel, veerbelast
Roestvaststalen DN 8 ventiel, veerbelast