7. Elektrische aansluitingen
Zorg er voor dat de pomp geschikt is voor de elektrische voeding
waarop deze gebruikt gaat worden.
Waarschuwing
Elektrische aansluitingen mogen uitsluitend worden gere-
aliseerd door gekwalificeerd personeel!
Schakel de voeding uit voordat u de voedingskabel en de
relaiscontacten aansluit!
Houd de lokale veiligheidsvoorschriften aan!
Het pomphuis mag uitsluitend worden geopend door per-
soneel dat is geautoriseerd door Grundfos!
Bescherm de kabelaansluitingen en connectoren tegen
corrosie en vochtigheid.
Verwijder alleen de beschermkappen van de aansluitingen
die worden gebruikt.
7.1 Elektrische servomotor (optioneel)
Raadpleeg voor het aansluiten van de servomotor op de voeding,
de installatie- en bedieningstinstructies voor de servomotor.
7.2 Elektronische voorselectie teller (optioneel)
Raadpleeg voor het aansluiten van de voorselectieteller op de
voeding, de installatie- en bedieningsinstructies voor de teller.
7.3 Elektrisch verwarmde doseerkop (optioneel)
2e
Elektrisch verwarmde doseerkop
Pos.
Component
2e
Elektrisch verwarmde doseerkop
•
Raadpleeg voor het aansluiten van de tempertuurregelaar op de
voeding de installatie- en bedieningsinstructies voor de
elektrische temperatuurregelaar.
2e1
2e2
2e3
Temperatuurregelaar
Pos.
Aansluitingen
2e1
Sensor
2e2
Verwarming
2e3
Elektrische voeding
278
7.4 Membraanbesturing (optioneel)
Waarschuwing
Explosieveilige pompen met membraanlekkagedetectie
zijn uitgerust met een contactmanometer in explosieveili-
ge uitvoering.
De manometer moet worden geaard.
Sluit de aardkabel (4u) aan, zie onderstaande afbeelding.
6s
S
5s
3u
4u
2)
2u
U
5u
3u
T
Membraanbesturing
Pos.
Onderdelen
S
Contactmanometer
5s
Wartelmoer
6s
Contactuitgang
T
Kogel keerklep
U
Aansluitstuk
2u
Ontluchtingsschroef
3u
O-ringen
4u
Aansluiting voor aardkabel
5u
Wartelmoer
of vergrendeleenheid (i.p.v. contactmanometer en de
2)
aansluiting daarvan)
7.5 Aansluiten van de voedingskabel
Waarschuwing
Schakel de voeding uit voordat u de voedingskabel aan-
sluit!
Controleer voor het aansluiten van de voedingskabel of de
nominale spanning zoals vermeld op de typeplaat van de
pomp overeenkomt met de lokale omstandigheden!
Voer geen modificaties uit aan de voedingskabel of stek-
ker!
De toekenning tussen de connector en bus aansluiting en
de pomp moet duidelijk zijn gelabeld (bijv. door de aan-
Voorzichtig
sluitbus te labelen).
De pomp kan automatisch starten wanneer de voedings-
Voorzichtig
spanning wordt aangesloten!
•
Schakel de voeding niet in voordat u klaar bent om de pomp te
starten.
7.5.1 Uitvoeringen met netstekker
•
Steek de netstekker in de netcontactdoos.