1. Draai de doseerkopschroef (V0) ca. 1 slag los.
2. Monteer de slang (1j) die wordt meegeleverd met de pomp op
de ontluchtingsnippel (I).
3. Gebruik de spuit (Z) die wordt meegeleverd met de pomp om
voorzichtig doseermedium uit te trekken totdat er een kleine
hoeveelheid vloeistof in de slang is.
4. Draai de ontluchtingsschroef (V) aan.
5. Verwijder de slang (1j) en de spuit (Z).
6. Stel de slaglengte-instelknop in op 70% en laat de pomp ca. 5
minuten draaien.
7. Zet de pomp uit, controleer het oliepeil en vul olie bij indien
nodig.
8. Plaats de olievulplug (F) weer.
9. Wanneer er al gedoseerd wordt, is de pomp nu gereed voor
bedrijf. Wanneer de pomp niet doseert, ontlucht dan de
zuigerflens.
Ontluchten van de zuigerflens
Y
E
1e
V
Ontluchten van de zuigerflens
Pos.
Onderdelen
1q
Doseerkopschroeven
2
Doseerkop
3b
Persklep
F
Olievulschroef met peilstok
L
Slaglengte-instelknop
1l
Deksel voor slaglengte-instelknop
M
Overdrukventiel
V
Ontluchtingsschroef
I
Slangnippel (aansluiting voor J)
Ontluchtingsslang (wordt niet met de pomp meegele-
J
verd)
1m
Deksel voor veiligheidsventiel
2m
Stelschroef
3m
Overdrukventiel
4m
Veer
E
Ontgassingsventiel (cartridge)
1e
Stelschroef
Y
Gaten
1. Schroef het deksel voor het veiligheidsventiel (1m) los.
2. Meet de insteldiepte (h) van de stelschroef (2m).
3. Draai de stelschroef (2m) los.
4. Verwijder het veiligheidsventiel (3m) met veer (4m).
280
1m
h
2m
3m
4m
Y
5. Schroef het hele ontgassingsventiel (cartridge) (E) los m.b.v.
een steeksleutel, maat 14.
De binnenste sleufschroef (stelschroef (1e)) niet draai-
en, omdat hierdoor de instelling van het ontgassings-
Voorzichtig
ventiel wordt gewijzigd.
6. Sluit de elektrische voeding aan.
7. Laat de pomp ca. 5 minuten draaien met een slaginstelling van
0% totdat olie (zonder bellen) verschijnt rond de gaten (Y). Vul
indien nodig olie bij.
8. Zet de pomp uit en schroef het ontgassingsventiel (E) in met O-
ring aan voorzijde.
9. Monteer het veiligheidsventiel (M/2m, 3m, 4m) in omgekeerde
volgorde. Stel de instelschroef in op de diepte (h) die al is
gemeten.
10. Stel de slaglengte-instelknop in op 70% en laat de pomp ca. 5
minuten draaien.
De pomp is nu bedrijfsklaar.
Controleer het ontgassingsventiel (cartridge)
Het ontgassingsventiel (E) werkt alleen met de veer (5e),
N.B.
kogel (6e) en juiste stand van de stelschroef (7e).
Controleer de instelling van het ontgassingspatroon wanneer de
pomp is uitgeschakeld:
•
Draai de stelschroef (7e) helemaal aan en draai deze
vervolgens ca. 1/4 slag los!
7e
5e
6e
Ontgassingsventiel
Pos.
Onderdelen
5e
Veer
6e
Kogel
7e
Stelschroef
Staaflengte van oliepeilstok: 27 mm.
N.B.
Dompeldiepte tot markering: ca. 5 mm.
Controleer het oliepeil tenminste elke twee weken en vul
olie bij indien nodig.
Gebruik uitsluitend originele Grundfos tandwielolie!
N.B.
Voor productnummers, zie "Servicesetcatalogus" op
www.grundfos.com
Pompmodel
Uitvoering
DMH 280
Enkelvoudig/dubbel
Na het opstarten
Draai na de eerste keer opstarten en na elke keer dat het
membraan is vervangen de doseerkopschroeven aan.
Na ca. 6-10 bedrijfsuren of twee dagen de schroeven van
Voorzichtig
de doseerkop kruislings aandraaien met een momentsleu-
tel.
Aanhaalmomenten
Pompmodel
DMH 280
Beschrijving
1,3 l DHG 68
Draaimoment
[Nm]
55-60