Ruitenwissers
Werking wisser-/sproeiersysteem, voorruit
Ruitenwissers uitgeschakeld
De ruitenwissers zijn uitgescha-
keld als de hendel in stand 0 staat.
Enkele slag
Beweeg de hendel omhoog om
een enkele slag te maken.
Intervalstand
U kunt het aantal wisslagen per
eenheid van tijd instellen. Draai
het duimwiel (1) omhoog voor een
02 Instrumenten, schakelaars en bediening
korter interval tussen de slagen. Draai het om-
laag om het interval te verlengen.
Ononderbroken wissen
De wissers bewegen op normale
snelheid.
De wissers bewegen op hoge
snelheid.
BELANGRIJK
Sproei een royale hoeveelheid ruiten-
sproeiervloeistof op de voorruit wanneer de
ruitenwissers werken. De voorruit moet nat
zijn bij gebruik van de ruitenwissers.
Ruiten-/koplampsproeiers
U activeert de sproeiers van de voorruit en de
koplampen door de hendel naar het stuurwiel
toe te trekken. De wissers maken nog drie sla-
gen nadat u de hendel hebt losgelaten.
Hogedruksproeiers koplampen
(optie op bepaalde markten)
De hogedruksproeiers van de koplampen ver-
bruiken een grote hoeveelheid ruitensproeier-
vloeistof. Om vloeistof te besparen, worden
de koplampen alleen iedere vijfde keer dat u
de voorruitsproeiers activeert gesproeid (gere-
kend over een periode van 10 minuten).
Rechter stuurhendel
Wanneer er meer dan tien minuten zijn ver-
streken sinds de laatste sproeibeurt van de
voorruit, worden ook de koplampen weer ge-
sproeid bij het activeren van de ruiten-
sproeiers. Wanneer u de hendel naar het
stuurwiel haalt, wordt alleen de voorruit ge-
sproeid.
Gereduceerde sproeifunctie
Wanneer er nog ongeveer één liter ruiten-
sproeiervloeistof in het reservoir zit, worden
de koplampen en de achterruit niet langer
schoongesproeid. Dit omdat het sproeifunctie
van de voorruit de voorrang heeft.
02
55