06 Starten en rijden
Slepen en bergen
Probeer de motor nooit aan te slepen
Gebruik een hulpaccu als de accu leeg is en
de motor niet wil starten. Probeer de auto niet
te starten door hem te slepen.
BELANGRIJK
De katalysator kan beschadigd raken als u
de auto probeert aan te slepen.
Slepen
Controleer voordat u de auto gaat slepen wat
de toegestane maximumsnelheid is voor sle-
pen.
– Zorg ervoor dat de contactsleutel in stand I
staat, zodat het stuurslot niet werkt en de
auto bestuurbaar is.
– Let erop dat de rem- en stuurbekrachtiging
06
niet werken, als u de motor hebt afgezet. U
moet ongeveer vijfmaal harder op het rem-
pedaal trappen en de auto stuurt aanzienlijk
zwaarder dan normaal.
– Rijd rustig. Houd de sleepkabel gespannen
om schokkende bewegingen te voorkomen.
Automatische versnellingsbak:
– Zet de keuzehendel in stand N.
De snelheidslimiet voor het wegslepen van
een auto met automatische versnellingsbak is
80 km/h. U mag de auto over een afstand van
132
maximaal 80 km verslepen. Sleep de auto
altijd met de voorkant van de auto in de rijrich-
ting. U kunt de motor niet op gang trekken. Zie
pagina 134 voor "Starten met hulpaccu".
Handgeschakelde versnellingsbak:
– Zet de versnellingspook in de neutrale
stand.
– Zorg dat de sleepkabel altijd strak staat om
schokken te voorkomen. Houd uw voet op
het rempedaal.
WAARSCHUWING
Het stuurslot blijft in de stand staan die het
had toen de spanning werd verbroken. Het
stuurslot moet worden opgeheven, voordat
u de auto sleept.
De contactsleutel moet in stand II staan.
Neem de contactsleutel nooit tijdens het rij-
den of slepen uit het contactslot.
WAARSCHUWING
De rembekrachtiging en de stuurbekrachti-
ging werken niet wanneer de motor uitge-
schakeld is. U moet ongeveer vijfmaal zo
hard op het rempedaal trappen en de auto
stuurt aanzienlijk zwaarder dan normaal.
Bergen
De toelaatbare maximumsnelheid voor het
bergen van modellen met een automatische
versnellingsbak is 80 km/h (met geheven
vooras). De maximaal toelaatbare afstand be-
draagt 80 km. Berg de auto altijd zo dat de
wielen in de rijrichting draaien.