Van de buitenzijde vergrendelen/
ontgrendelen
Met de hoofdsleutel of de afstandsbediening
kunt u alle zijportieren en de achterklep tegelij-
kertijd vergrendelen of ontgrendelen. De ver-
grendelingsknoppen op de portieren en de
portierhandgrepen aan de binnenzijde zijn dan
1
niet meer te bedienen
.
De tankvulklep kan worden geopend, wanneer
de auto onvergrendeld staat. De tankvulklep
blijft 10 minuten lang onvergrendeld staan,
nadat u de auto vergrendeld hebt.
1
Geldt voor bepaalde markten
N.B.
Ook als er nog een portier of de achterklep
openstaat is het mogelijk de auto te
1
vergrendelen
. Wanneer u het geopende
portier vervolgens sluit bestaat het gevaar
dat u zich buitensluit met de sleutels nog in
de auto.
Automatische vergrendeling
Als u geen van de portieren noch de achter-
klep binnen twee minuten na ontgrendeling
opent, worden alle sloten automatisch op-
nieuw vergrendeld. Deze functie beperkt de
kans dat u de auto per ongeluk onvergrendeld
kunt laten staan.
Zie pagina 108 voor auto's met alarm.
Automatische vergrendeling
05 Sloten en alarm
Vergrendelen en ontgrendelen
Vanaf het bedieningspaneel op het bestuur-
dersportier kunt u de automatische vergren-
deling activeren of deactiveren. Bij automati-
sche vergrendeling worden de portieren auto-
matisch vergrendeld wanneer de auto een
snelheid bereikt van meer dan 7 km/h. De por-
tieren blijven vergrendeld totdat een portier
van de binnenzijde worden geopend of alle
portieren tegelijkertijd worden ontgrendeld
vanaf het bedieningspaneel.
Automatische vergrendeling activeren/
deactiveren
De contactsleutel moet in stand I of II staan.
Druk op de knop READ op de linker stuurhen-
del om eventuele meldingen op het informatie-
display te bevestigen.
Houd de knop voor centrale vergrendeling in-
gedrukt, totdat er een nieuwe melding over de
vergrendelingsstatus op het informatiedisplay
verschijnt.
De melding
AUTOLOCK GEACTIVEERD
tomatische vergrendeling tijdens het wegrij-
den) of
AUTOLOCK GEDEACTIVEERD
schijnt op het informatiedisplay.
05
(au-
ver-
103