Aan/uit-knop – audiosysteem
Druk op de knop POWER (2) om het audio-
systeem in of uit te schakelen.
Als u de motor afzet terwijl het audiosysteem
actief is, zal het audiosysteem de volgende
keer dat u de motor start opnieuw actief zijn.
Volumeregeling
Draai de knop (3) rechtsom of linksom om het
volume te verhogen of te verlagen. De volu-
meregeling verloopt elektronisch en kent geen
eindstanden. U kunt het volume ook verhogen
of verlagen met de toetsen (+) of (–) van de
toetsenset op het stuurwiel mits de telefoon
niet actief is.
Geluidsbron kiezen
Bij herhaalde malen indrukken van de toets
AM/FM (4) loopt u de radiostanden FM1, FM2
en AM door. Met een druk op CD (1) activeert
u de cd-speler/cd-wisselaar.
Draai aan SELECTOR (5) om uit de externe
geluidsbron AUX en de interne geluidsbron-
nen FM1, FM2, AM, CD en CDC (cd-wisse-
laar) te kiezen.
AUX
Het is mogelijk een mp3-speler op de AUX-in-
gang aan te sluiten.
N.B.
De geluidskwaliteit kan verslechteren, als
de speler wordt opgeladen terwijl het audio-
systeem in stand AUX staat. Laad de speler
in dat geval niet op tijdens het beluisteren.
Soms wijkt het volume waarop de externe ge-
luidsbron (AUX) wordt weergegeven af van
dat van de interne geluidsbronnen. Als de ge-
luidssterkte van de externe geluidsbron te
hoog is, kan de geluidskwaliteit verslechte-
ren. U kunt dat tegengaan door het ingangs-
volume van de externe geluidsbron aan te
passen:
– Kies voor
AUX input vol
in het menu en
druk op ENTER.
10 Infotainment
Functies audiosysteem
– Regel het volume met SELECTOR of met
de pijl-omhoog/pijl-omlaag (6). Druk daarna
op ENTER.
N.B.
Werkt niet met de toetsenset op het stuurwiel.
Ingang voor externe geluidsbron (
BELANGRIJK
Laat dat de afdekking van de bekerhouders
openstaan, terwijl de stekker in de AUX -
ingang steekt.
10
AUX
), 3,5 mm
217