06 Starten en rijden
Rijden met een aanhanger
Automatische versnellingsbak, rijden
met een aanhanger
N.B.
Sommige modellen moeten worden uitge-
rust met een oliekoeler voor de automati-
sche versnellingsbak om gebruik te maken
van een aanhanger. Informeer dan ook bij
de dichtstbijzijnde Volvo-dealer naar wat er
voor uw auto geldt, als u achteraf een trek-
haak monteert.
Op een helling parkeren
1. Zet de parkeerrem aan.
2. Zet de keuzehendel in de
parkeerstand P.
Op een helling wegrijden
1. Zet de keuzehendel in de rijstand D.
2. Haal de auto van de parkeerrem.
06
Steile hellingen
• Kies bij het omhoogrijden op steile hellin-
gen of in langzaam rijdend verkeer de juiste
handmatige lage versnellingsstand. Zo
voorkomt u dat de versnellingsbak opscha-
kelt en houdt u de versnellingsbakolie koel.
• Schakel geen hogere, handmatige versnel-
ling in dan de motor "aankan". Rijden in
hoge versnellingen is niet altijd zuinig.
• Vermijd hellingen met een percentage van
meer dan 15 % bij het gebruik van een
aanhanger.
136
Gemakkelijker wegrijden met
aanhanger
Auto's met een V8-motor zijn voorzien van een
ingebouwde functie die voorkomt dat de auto
schokkerig beweegt en wielspin vertoont bij
het wegrijden met een aanhanger.
Activeren
Om de functie te activeren moet u de bedra-
ding van de aanhanger aansluiten op de trek-
haakaansluiting die naast de trekhaak zit (zie
pagina 137).
Deactiveren
Koppel de bedrading bij de aansluiting los.
N.B.
De functie is tevens actief als u andere elek-
trische uitrusting op de trekhaakaansluiting
aansluit. De auto trekt dan langzamer op tij-
dens het wegrijden.
Niveauregeling (optie op model met
vijf zitplaatsen, standaard op model
met zeven zitplaatsen)
Als uw auto is uitgerust met automatische ni-
veauregeling, neemt de achtertrein van de
auto tijdens het rijden altijd de juiste rijhoogte
aan ongeacht de belading. Wanneer de auto
stilstaat, zakt de achtertrein omlaag. Dit is vol-
komen normaal. Bij het wegrijden met lading
wordt het niveau na enige tijd rijden naar bo-
ven toe bijgesteld.