Type 1
Oppompen
Zet een gevarendriehoek op, als u een wiel
langs een drukke weg moet oppompen.
– Zorg dat de oranje knop (2) in stand 0 staat
en haal de kabel (5) en de luchtslang (4) uit
het zijvak (3) erbij.
– Draai de ventielaansluiting van de luchts-
lang zo ver mogelijk op het ventiel van de
band.
– Sluit de kabel (5) op een van de 12V-aan-
sluitingen in de auto aan.
– Start de motor. De auto moet in een goed
geventileerde ruimte staan.
– Start de compressor door de knop (2) in
stand I te zetten.
– Pomp de band op tot de druk die op de
bandenspanningstabel staat aangegeven.
– Schakel de compressor uit door de
knop (2) in stand 0 te zetten. Koppel de
luchtslang en de kabel los. Plaats het ven-
tieldopje terug.
– Leg de kabel (5) en de luchtslang (4) in het
zijvak (3) terug.
– Leg de bandenreparatieset onder de vloer
in de bagageruimte.
07 Wielen en banden
Provisorische bandenreparatie
– De compressor mag niet langer dan tien
minuten achtereen werken. Laat de
compressor daarna afkoelen, omdat de
kans op oververhitting aanwezig is.
– Met de compressor kunt u voorwerpen
oppompen met een inhoud tot 50 liter.
WAARSCHUWING
Het inademen van uitlaatgassen kan levens-
gevaarlijk zijn. Laat de motor nooit draaien in
ruimten die zijn afgesloten of onvoldoende
geventileerd zijn.
07
165