Waterhardheid instellen
Uw toestel is standaard ingesteld op
hardheidsgraad IV (04).
Wijkt de waterhardheid in uw streek
hiervan af, dan kunt u - voor zover dat
tijdens de installatie nog niet gebeurd is
- zelf de juiste waterhardheid instellen.
Ga te werk zoals beschreven in de ru-
briek "Programmering".
De hardheid van uw leidingwater kunt u
met de bijgeleverde teststrip meten. U
kunt de hardheid ook navragen bij uw
waterbedrijf.
De waterhardheid wordt in categorieën
(van I tot IV) of in Duitse graden (van 1
tot > 21 °dH) opgegeven.
Categorie
Weergave
I
II
III
IV
Hard-
heid
01
1-7 °dH
02
8-14 °dH
03
15-21 °dH
04
>21 °dH
Vóór het eerste gebruik
Opstelplaats
Als het toestel meer dan 1000 m boven
de zeespiegel is opgesteld, ligt het
kookpunt van het water lager dan in la-
ger gelegen streken. Het toestel kan
aan deze situatie worden aangepast
door de overeenkomstige programme-
ring te wijzigen. Ga te werk zoals be-
schreven in de rubriek "Programme-
ring".
13