10. Verwijder de bougie(s) en controleer de toestand
daarvan; zie Bougie, pagina 47. Met de
bougie(s) uit de motor verwijderd giet u
twee eetlepels motorolie in de bougieopening.
Laat de motor met behulp van de startmotor
draaien om de olie in de cilinder te verdelen.
Monteer de bougie(s). De bougiekabel(s) niet op
de bougie(s) drukken.
11. Alle bouten, schroeven en moeren controleren en
indien nodig aandraaien. Beschadigde of defecte
delen repareren of vervangen.
12. Krassen en beschadigingen van de lak bijwerken.
Bijwerklak is verkrijgbaar bij de erkende
Toro-dealer.
13. Maaisel en vuil van de bovenkant van de maaier
verwijderen.
14. Aangekoekt gras en vuil van de onderkant van
de maaier af schrapen, daarna de maaier met
behulp van een tuinslag wassen.
15. Controleer de toestand van de maaimessen, zie
Maaimessen op pagina 40.
16. Controleer de toestand van drijfriem en
maaidekdrijfriem.
17. Machine in een schone, droge garage of
opslagruimte stallen. Sleutel uit
contactschakelaar verwijderen en onthouden
waar u die bewaart. Machine afdekken om hem
te beschermen en schoon te houden.
Onderhoud
67