Pagina 1
Form No. 3352-913 DH 210 Gazontractor Modelnr. 74570 – 250000001 en hoger Gebruikershandleiding Vertaling van de oorspronkelijke instructies (NL)
De maaihoogte instellen ..... erkende Service Dealer of met de klantenservice van Toro. U dient hierbij altijd het modelnummer en het serienummer Afvoerplaat instellen .
Instructie U kunt het modelnummer en het serienummer noteren in de ruimte hieronder: • Lees deze handleiding aandachtig door. Zorg ervoor dat u vertrouwd raakt met de bedieningsorganen en weet hoe u de machine moet gebruiken. Modelnr.: • U dient erop toe te zien dat de machine nooit door Serienr.: kinderen wordt bediend of door volwassenen die niet van de instructies op de hoogte zijn.
Voor ingebruikname • Denk eraan dat elke helling gevaarlijk is. Wees extra voorzichtig als u rijdt op met gras begroeide hellingen. • Draag tijdens het maaien altijd een lange broek en Om te voorkomen dat de machine kantelt: stevige schoenen. Draag geen schoenen met open tenen –...
(direct controleren). De volgende paragraaf bevat veiligheidsinstructies die • Aandrijving naar werktuigen uitschakelen bij transport specifiek zijn toegesneden op Toro-producten en niet zijn of als de machine niet in gebruik is. opgenomen in de CEN-norm. • Motor afzetten en aandrijving naar werktuigen Gebruik uitsluitend door Toro goedgekeurde werktuigen.
Veiligheids- en instructiestickers Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers. 104-2853 93-7276 1. Maak de afvoeropening 2. Maak de afvoeropening groter als u lang, nat gras kleiner als u kort, droog 1.
Pagina 10
104-3233 104-3235 1. Choke 5. De knop indrukken om de 1. De knop uittrekken om de 2. Druk de knop in om de aftakas uit te schakelen. 2. Aan aftakas in te schakelen. aftakas uit te schakelen. 6. Aftakas 3. Uit 3.
Pagina 11
104-3237 1. Parkeerrem 104-3241 1. Vooruit 4. Langzaam 2. Continu snelheidsregeling 5. Snel 3. Neutraalstand 6. Achteruit 104-3238 1. Startprocedure 6. De parkeerrem vergrendelen. 2. Gebruikershandleiding lezen. 7. Als de motor koud is, de gashendel op Choke 3. Motoroliepeil controleren. zetten.
Benzine en Olie Gebruik van stabilizer/conditioner Aanbevolen benzine Gebruik van stabilizer/conditioner in de machine biedt de volgende voordelen: Gebruik loodvrije, normale benzine voor automobielen (octaangetal minimaal 85). U mag ook gelode normale • Houdt de benzine vers gedurende een stalling van benzine gebruiken als er geen gewone loodvrije benzine maximaal 90 dagen.
Gebruiksaanwijzing Parkeerrem vrijzetten 1. Trap het rempedaal in (Fig. 2). Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie Opmerking: De parkeerremhendel moet nu vrijkomen. de linker- en rechterzijde van de machine. 2. Laat het rempedaal nu langzaam opkomen. Bedieningsorganen Bestuurdersstoel instellen Zorg ervoor dat u vertrouwd bent met alle bedieningsorganen (Fig.
Bediening van de aftakas Waarschuwingslampje van grasvanger Met de aftakasknop schakelt u de aandrijving naar de maaimessen in of uit. Als de grasvanger vol is en moet worden geledigd, gaat het waarschuwingslampje branden (Fig. 5) en hoort u een zoemer. De maaimessen inschakelen Belangrijk Om te voorkomen dat de afvoertunnel...
Afvoerplaat instellen Motor starten Met het afvoerplaat verandert u de grootte van de 1. Open de brandstofafsluitklep (Fig. 9). Deze bevindt afvoeropening ten behoeve van de werking van de zich tussen de brandstoftank en de motor. VOL-indicator van de grasvanger. 1.
Het Veiligheidssysteem 6. Zet de gashendel op Langzaam (Fig. 11). gebruiken Voorzichtig Niet-aangesloten of beschadigde interlockschakelaars kunnen onverwachte gevolgen hebben op de werking van de machine. Dit kan lichamelijk letsel veroorzaken. • Laat de interlockschakelaars ongemoeid. • Controleer elke dag de werking van de interlockschakelaars en vervang beschadigde schakelaars voordat u de machine weer in gebruik neemt.
Als u de maaimessen moet gebruiken terwijl u achteruit- rijdt, moet u de interlockschakelaar uitzetten met behulp van de KeyChoice-schakelaar die zich naast de beugel van de bestuurdersstoel bevindt (Fig. 12). Figuur 13 1. Lampje werken-in-achteruit 4. Zet de tractor in de achteruit-stand en maak uw werk af. 5.
Gebruik van de machine 5. Schakel de aftakas uit en zet het tractiepedaal in de neutraalstand. Start de motor, schakel de aftakas in, 1. Stel de parkeerrem in werking. draai het KeyChoice-sleuteltje om en laat dit weer los. Het waarschuwingslampje voor werken in de 2.
De grasvanger gebruiken Achteruitrijden: 1. Zet de parkeerrem vrij; zie Parkeerrem vrijzetten, U kunt de grasvanger in of buiten werking stellen als de blz. 13. tractor rijdt of stilstaat. Als u hoog en dik gras verzamelt, moet u de maaihoogte in een hogere stand zetten en bij een 2.
Werktuigen slepen • Aanbevolen wordt niet meer dan ongeveer 1/3 van de lengte van het gras af te maaien. Meer afmaaien wordt afgeraden, tenzij het gras dun is, of in de late herfst, De tractor is geschikt voor het slepen van werktuigen met wanneer het gras langzamer groeit.
Onderhoud Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Onderhoudsprocedure Na de eerste 5 • Motorolie verversen. bedrijfsuren Na de eerste 20 • Afstelling van drijfriem van maaimessen controleren. bedrijfsuren • Motoroliepeil controleren. •...
Motorolie controleren Oliepeil controleren 1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak. Controleer het oliepeil dagelijks of na elk gebruik. 2. Schakel de maaimessen uit. Ververs de motorolie na de eerste 5 bedrijfsuren en daarna om de 50 bedrijfsuren. 3. Stel de parkeerrem in werking. Opmerking: Ververs de olie vaker als de machine in zeer 4.
Olie verversen Motoroliefilter vervangen 1. Start de motor en laat deze vijf minuten lopen. Vervang het oliefilter om de 100 bedrijfsuren of wanneer u de olie ververst. Opmerking: Warme olie kan beter afgetapt worden. Opmerking: Vervang het oliefilter vaker als de machine 2.
Onderhoud van de Rem 4. Wanneer de parkeerrem is vrijgezet, moeten de achterwielen vrij draaien als u de tractor duwt. Als dit niet het geval is, moet u de stelmoer van de rem net De rem bevindt zich aan de rechterkant van de achteras, in zover linksom draaien, totdat u de tractor kunt duwen.
Smeerpunten Figuur 23 Smeerschema Item Naam Hoeveelheid Interval (uren) Smeermiddel Voorwielen – Vet in smeernippels pompen Smeervet Stuurkogels Olie Stuurinrichting Smeervet Stuurasmechanisme Smeervet Stuuraslager Olie Stuuraslager Olie Schakelhendel – Vet in smeernippel pompen Smeervet Asnaaf om maaidek op te heffen. Olie Kogelverbindingen van bewegende Olie...
Zekering vervangen De elektrische installatie is beveiligd door middel van zekeringen. Deze bevinden zich onder de motorkap, bij de brandstoftank (Fig. 24). Als er een zekering is doorgebrand, moet de bedrading op kortsluiting worden gecontroleerd. 1874 Figuur 25 1. Lamphouder 4.
Onderhoud van de accu Controleer het zuurpeil van de accu voor elk gebruik. Houd de accu altijd schoon en volledig geladen. Gebruik een tissue om de accu en de accubak schoon te maken. Als de accupolen zijn gecorrodeerd, moet u deze schoonmaken met een oplossing van vier delen water en één deel zuiveringszout.
Zuurpeil controleren Accu opladen 1. Klap de zitting naar voren. Hieronder bevindt zich de Waarschuwing accu. 2. Verwijder de vuldoppen. Als het zuurpeil beneden het Bij het opladen produceert de accu gassen die tot lagere deel van de slang staat (Fig. 28), moet u de ontploffing kunnen komen.
Onderhoud van de bougie Bougie controleren 1. Bekijk de binnenkant van de bougie (Fig. 30). Als de Controleer de bougie om de 25 bedrijfsuren. Monteer om de isolator lichtbruin of grijs is, werkt de motor naar 100 bedrijfsuren een nieuwe Champion RC12YC of een behoren.
Benzine aftappen uit de 8. Trek de brandstofslang van het brandstoffilter (Fig. 31). brandstoftank 9. Open de brandstofafsluitklep en laat de benzine in een goedgekeurd benzinevat of een opvangbak lopen. De brandstoftank moet worden afgetapt, als u de tractor Opmerking: Omdat de tank nu toch leeg is, is dit een langer dan 30 dagen niet zult gebruiken.
Onderhoud van het luchtfilter U moet het schuimelement om de 25 bedrijfsuren reinigen en met olie bestrijken. Het papierelement moet u om de 100 bedrijfsuren of jaarlijks vervangen, waarbij de kortste periode moet worden aangehouden. Opmerking: Het luchtfilter moet vaker een onderhoudsbeurt krijgen als de machine wordt gebruikt in buitengewoon stoffige of zanderige omstandigheden.
7. Bout Het Toro-logo is een geregistreerd handelsmerk van de 4. Gebogen rand Toro Company. Het duidt aan dat het onderdeel waarop het is aangebracht, een origineel Toro-product is. Het logo, dat hieronder wordt afgebeeld, is aangebracht op originele 3. Controleer de messen, met name de gebogen randen Toro-maaimessen.
De maaimessen slijpen De maaimessen monteren 1. Gebruik een vijl om de snijranden aan beide uiteinden 1. Monteer de messen, de ringen en de mesbouten van elk mes te slijpen (Fig. 36). Houd daarbij de (Fig. 35). oorspronkelijke hoek in stand. Het mes blijft in balans Belangrijk De gebogen randen van de messen moet als u evenveel materiaal weghaalt van beide snijkanten.
Maaidek verwijderen 9. Maak de veer los van de schakelhendel (Fig. 39). 10. Verwijder het maaidek van de tunnel door de tunnel op 1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak. te lichten van de twee gelaste pennen en ongeveer 10 cm naar achteren te trekken.
Drijfriem van maaimessen Kabelstang voor afstellen maaihoogte-instelling afstellen U moet de drijfriem van de maaimessen afstellen na de Controleer de schuinstand van het maaidek om de 100 eerste 20 bedrijfsuren en vervolgens om de 50 bedrijfsuren. bedrijfsuren, jaarlijks of telkens wanneer u het maaidek monteert.
De grasvanger een Grasvanger en tunnel reinigen onderhoudsbeurt geven Als de openingen in de grasvanger verstopt raken met vuil of gras of als de VOL-sensor van de grasvanger vuil is, Grasvanger verwijderen moet de grasvanger worden gereinigd. 1. Schakel de maaimessen uit. 1.
Reiniging en Opslag van de C. Zet de motor af, laat deze afkoelen, en laat de brandstoftank leeglopen; zie Benzine aftappen uit de tractor brandstoftank, blz. 30. 1. Schakel de maaimessen uit. D. Motor opnieuw starten en laten lopen totdat deze afslaat.
Storingen, oorzaak en remedie Probleem Mogelijke oorzaken Remedie De startmotor slaat niet aan. 1. De aftakas is ingeschakeld. 1. De aftakas uitschakelen. 2. De parkeerrem is niet in 2. De parkeerrem in werking werking. stellen. 3. De accu is leeg. 3.
Pagina 39
Probleem Mogelijke oorzaken Remedie De motor start niet, start moeilijk of 1. De bestuurder zit niet op de 1. Plaats nemen op de slaat af. bestuurdersstoel. bestuurdersstoel. 2. De benzinetank is leeg. 2. De tank met benzine vullen. 3. Het luchtfilter is vuil. 3.
Pagina 40
Probleem Mogelijke oorzaken Remedie De machine trilt abnormaal. 1. Maaimessen zijn verbogen of 1. Nieuwe messen monteren. niet in balans. 2. De bevestigingsschroeven van 2. De bevestigingsschroeven van een maaimes zitten los. het maaimes vastdraaien. 3. De bevestigingsbouten van de 3.