Onderhoud
3.
Controleer waar de hendel zich bevindt ten
opzichte van de uitsparing in het bedienings-
paneel (moet in het midden staan, zodat de
hendel naar buiten in de vergrendelde
neutraalpositie kan worden bewogen (Afb. 54).
2
Afbeelding 54
1. Rechter
rijbedieningshendel
(getoond)
4.
Als afstelling nodig is, de moer tegen het juk
losdraaien (Afb. 55).
5.
Rijbedieningshendel licht naar achteren drukken,
de kop van de stelbout in de juiste richting
draaien totdat de hendel precies in de neutrale
vergrendelpositie staat (naar achteren drukken
van de hendel houdt de pen aan het uiteinde van
de sleuf, zodat de stelbout de hendel in de juiste
positie kan bewegen (Afb. 55).
60
1
2. Vergrendelde
neutraalstand
6.
Moer en contramoer vastdraaien.
7.
Aan andere zijde van de machine herhalen.
2
6
1
Afbeelding 55
1. Pen in sleuf
2. Moer
3. Moer – linkse draad
4. Bout
1
4
3
2
7
8
5. Pompstang
6. Dubbele moeren
7. Contramoer
8. Juk