Onderhoud
Bougie controleren
1.
Controleer het midden van de bougie(s)
(Afb. 35). Als de isolator lichtbruin of grijs is,
functioneert de motor naar behoren. Een zwarte
afzetting op de isolator duidt meestal op een
vervuild luchtfilter.
Belangrijk: Bougie(s) nooit schoonmaken.
Bougie(s) altijd vervangen bij:
zwarte laag op de bougie, versleten
elektroden, vettige laag op de bougie
of scheuren.
2.
Controleer de afstand tussen de midden- en zij-
elektrode (Afb. 35). De zij-elektrode buigen
(Afb. 35) als de elektrodenafstand niet correct is.
2
1
Afbeelding 35
1. Middenelektrode met
isolator
2. Zij-elektrode
Bougie monteren
(s)
1.
Monteer de bougie(s). Controleer eerst de
elektrodenafstand.
2.
Bougie tot 15 Nm (11 ft-lbs) aantrekken.
3.
Druk de kabel(s) op de bougie(s) (Afb. 34).
48
3
1,0 mm
(0.040")
m–3215
3. Elektrodenafstand (niet op
schaal weergegeven)
Brandstoffilter
Vervang het brandstoffilter na elke 200 bedrijfsuren
of elk jaar, waarbij de kortste periode moet worden
aangehouden.
Brandstoffilter vervangen
Na verwijderen nooit een vuil filter opnieuw aan de
brandstofslang monteren.
1.
Schakel de aftakas uit, stel de parkeerrem in
werking en draai de contactsleutel in de stand
"OFF" om de motor te stoppen. Neem de sleutel
uit de contactschakelaar.
2.
Sluit de brandstofkraan op het bedieningspaneel.
3.
Knijp de uiteinden van de slangklemmen naar
elkaar toe en schuif ze weg van het filter
(Afb. 36).
4.
Trek het filter uit de brandstofslangen.
5.
Monteer een nieuw filter en schuif de
slangklemmen terug tot dicht bij het filter
(Afb. 37).
6.
Open de brandstofkraan op het bedieningspaneel.
2
1
Afbeelding 36
1. Filter
2. Slangklem