Gebruiksaanwijzing
MOGELIJK GEVAAR
Een versleten of beschadigd maaimes kan
breken en stukjes mes kunnen worden
uitgeworpen naar bestuurder of
omstanders tijdens gebruik van de maaier.
WAT ER KAN GEBEUREN
Uitgeworpen stukjes mes kunnen ernstig of
zelfs fataal letsel van bestuurder of
omstanders veroorzaken.
GEVAARLIJKE SITUATIES
VOORKOMEN
Een verbogen of beschadigd mes direct
door een nieuw mes vervangen.
Nooit scherpe kerven in de randen of
oppervlakken van het mes vijlen of maken.
Starten en stoppen van de
motor
Starten
1.
Neem plaats op de stoel en zet de rijbedienings-
hendels in de neutrale vergrendelde stand.
2.
Stel de parkeerrem in werking, zie: Parkeerrem
in werking stellen, pagina 23.
3.
Zet de aftakasknop "UIT" (Afb. 8).
4.
Zet de choke in de stand "AAN" voordat u een
koude motor start (Afb. 9).
NB.:
Bij een warme of hete motor kan
gebruik van de choke nodig zijn. Zodra
de motor loopt, de choke "UIT" zetten.
5.
Zet het handgas op "SNEL" voordat u een koude
motor start (Afb. 10).
6.
Draai de contactsleutel op "START" om de
startmotor te laten draaien. Zodra de motor is
aangeslagen de sleutel loslaten (Afb. 11).
28
Belangrijk: De startmotor niet langer dan
10 seconden per keer laten draaien.
Als de motor niet start telkens
30 seconden wachten tussen de
startpogingen. Als u dit niet doet,
kan de startmotor doorbranden.
7.
Nadat de motor is aangeslagen, de choke-knop in
de stand "UIT" (Afb. 9) zetten. Als de motor niet
regelmatig loopt, de choke-knop opnieuw enige
seconden in de stand "AAN" zetten. Daarna het
handgas op de gewenste snelheid instellen. Deze
werkwijze indien nodig herhalen.
2
m–4201
Afbeelding 8
1. Aftakas aan
2. Aftakas uit
1
2
m–2720
Afbeelding 10
1. Snel
2. Langzaam
1
m–2719
Afbeelding 9
1. Choke aan
2. Choke uit
1
2
Afbeelding 11
1. Uit
2. Lopen
3. Starten
2
1
3