Vervangen van de grasgeleider
1.
Motor stoppen, parkeerrem in werking stellen,
sleutel uit de contactschakelaar verwijderen en
bougiekabel(s) van de bougie(s) af trekken.
2.
Verwijder de moeren, bouten en veren waarmee
de geleiderbeugels aan de zwenkbeugels
bevestigd zijn (Afb. 53).
3.
Als de zwenkbeugels moeten worden vervangen,
moeten de bouten en conische moeren waarmee
de beugels aan de bovenkant van de afvoer-
opening bevestigd zijn worden verwijderd.
Daarna de nieuwe zwenkbeugels monteren.
De koppen van de bouten moeten zich aan de
binnenkant van de maaieenheid bevinden
(Afb. 53).
4.
Monteer de geleiderbeugels op de zwenkbeugels
met de bouten, veren en moeren. De rechte
uiteinden van de veren moeten tussen de
geleiderbeugels en de grasgeleider worden
geplaatst (Afb. 53).
5.
De moeren aandraaien totdat ze de zwenkbeugels
raken (Afb. 53).
Belangrijk: De grasgeleider moet door de
veerdruk in neergeklapte positie
worden gehouden. Til de
grasgeleider op om te controleren of
die door de veerdruk volledig
omlaag wordt gedrukt.
3
2
1
Afbeelding 53
1. Bout
2. Geleiderbeugel
3. Veer
4. Conische moer
Rijbedieningshendels afstellen
Neutraalstand van hendels afstellen
Als de rijbedieningshendels niet gelijk staan, of te
gemakkelijk in de uitsparing in het bedieningspaneel
bewegen, moeten ze worden afgesteld. Stel elke
hendel, veer en stang afzonderlijk af.
NB.:
De rijbedieningshendels moeten
correct gemonteerd zijn. Zie
Rijbedieningshendels installeren,
pagina 17.
1.
Stop de motor, verwijder de contactsleutel en
kantel de stoel naar voren.
2.
Begin met de linker of rechter rijbedienings-
hendel. Beweeg de hendel in de neutrale (echter
niet-vergrendelde) stand en trek de hendel naar
achteren totdat de pen (aan beugel onder as) het
uiteinde van de sleuf raakt (net begint druk op de
veer uit te oefenen) (Afb. 55).
Onderhoud
4
7
6
5
m–2549
5. Zwenkbeugel
6. Bout
7. Moer
59