3
Kies een wit gebied als onderwerp onder het licht
waarvan u de witbalans wilt meten, en druk 0
volledig in.
De gemaakte opname wordt getoond.
4
Gebruik ABCD om het
meetgebied op te geven.
Druk op M om het meetgebied
3
naar het midden terug te zetten.
5
Druk op E.
Het instelscherm voor de witbalans verschijnt opnieuw.
Het bericht [De bewerking is niet op correcte wijze voltooid]
verschijnt wanneer de meting is mislukt. Druk op E om
de witbalans opnieuw te meten.
t Memo
• U kunt de witbalansinstellingen van een gemaakte opname
kopiëren en deze opslaan als o1 t/m o3 bij [Opslaan als
handm WB] van het weergavepalet. (p.90)
82
De witbalans aanpassen
met de kleurtemperatuur
Specificeer de witbalans met de kleurtemperatuur.
1
2
3
Annul.
Annul.
OK
OK
4
5
Selecteer p bij stap 2 van "De witbalans instellen"
(p.80).
Gebruik R om 1 t/m 3 te selecteren.
Druk op G.
Pas de kleurtemperatuur
aan.
U kunt de kleurtemperatuur-
waarde instellen tussen 2.500K
tot 10.000K.
Beschikbare bedieningshandelingen
Wijzigt de kleurtemperatuur in stappen
Q
van 100 Kelvin.
Wijzigt de kleurtemperatuur in stappen
R
van 1000 Kelvin.
ABCD
Stelt de kleurtemperatuur fijn af.
Druk op E.
Het instelscherm voor de witbalans verschijnt opnieuw.
Kleurtemperatuur
Kleurtemperatuur
±0
±0
±0 ±0
±0 ±0
Annul.
Annul.
OK
OK